Waar op te letten als paard de wei in gaat?

De plotselinge verandering in het rantsoen (van stro, hooi/kuil en krachtvoer naar voornamelijk gras) leidt in veel gevallen tot spijsverteringsstoornissen, zoals diarree, koliek of hoefbevangenheid. Vooral veranderingen in het ruwvoerrantsoen kunnen verteringsproblemen geven, vandaar dat de overgang van stal naar weide met beleid moet gebeuren. 

Elke dag een uurtje langer 

Bouw weidegang in 2 á  3 weken op door je paard elke dag iets langer te laten grazen. Zodoende zorg je ervoor dat de darmflora in de blinde en dikke darm, waar het gras wordt verteerd, langzaam kan wennen aan de nieuwe samenstelling van het rantsoen. Verteringsproblemen worden daardoor zoveel mogelijk voorkomen. 

Tegelijkertijd stalrantsoen aanpassen 

Wanneer een paard steeds meer tijd op de wei doorbrengt, staat hij minder uren op stal. De meeste paarden halen veel energie uit het gras en worden al in de eerste weken van het weideseizoen dikker. Voorkom overgewicht door de hoeveelheid krachtvoer op stal te minderen. Het blijft wel van belang om op stal goed ruwvoer te blijven voeren, zoals hooi of kuil. 

Wormonderzoek en eventueel ontwormen voordat het weideseizoen begint 

Wanneer paarden op de wei staan, groeit de kans op een wormbesmetting. Voer daarom vlak voor het weideseizoen een mestonderzoek uit (of laat het uitvoeren) en ontworm je paard indien nodig met het juiste wormmiddel. Zorg altijd voor een goed onderhouden weiland. Bodemonderzoek en goede bemesting is belangrijk om scheve verhoudingen aan voedingsstoffen te voorkomen. Bij te weinig bemesting is de kans op hoge fructaangehaltes groot! 

Bron: De Hoefslag