Afbeelding

Buitenrijden met Marc-Peter Spahn: “Heerlijk trainen op zandpaden”

Dressuur Buitenrijden Opvallend Changementen

Wat voor dressuurruiter Marc-Peter Spahn ooit begon als een vakantieliefde, is uitgegroeid tot zijn passie en zelfs zijn beroep: paarden. 

Advertisement

Friezen in het bijzonder. Tijdens een prachtige buitenrit in de omgeving van Bakkeveen met twee geweldenaars van het Friese ras, de dekhengsten Elias 494 en Mees 497, vertelt hij vol passie over zijn liefde voor de zwarte blikvangers, maar ook over hoe hij met de jaren een visie heeft ontwikkeld over wat een sportpaard goed maakt en hoe je deze het beste kunt opleiden.


“Ik vergelijk Friezen als Adel met labradors. Het zijn zulke mensgerichte, goudeerlijke paarden”

Marc-Peter Spahn

De Belgische Marc-Peter Spahn raakte al jong besmet met het paardenvirus. 

“Tijdens een vakantie gingen we op bezoek bij een tante in Duitsland. Zij had een hele planning met uitjes gemaakt voor die week en voor de eerste dag stond een bezoekje aan een pony gepland”, vertelt Peter, die toen vijf was. 

“Van die hele planning is helemaal niks meer terechtgekomen”, lacht hij. “Ik wilde alleen maar naar die pony! Mijn grootouders hadden de stallen nog en zodoende kwam er al snel een shetlander”, aldus Peter, terwijl we vanaf de parkeerplaats bij de Uitkijktoren in Bakkeveen zo te paard kunnen en direct via een zandpaadje het bos in rijden en uitkomen bij een zandplaat met heide.

Springruiter

“Iedereen sprong in België, dressuur was een ondergeschoven kindje. Ook bij mij”, lacht Peter. “Ik sprong parcoursen, maar had veel te weinig dressuurkennis en ook qua houding en balans te paard schortte er het nodige aan.” 

Om zijn vaardigheden tussen de hindernissen bij te spijkeren, werd er soms een dressuurclinic meegepakt. “Daardoor werd mij wel duidelijk dat er toch echt meer dressuur geoefend moest worden om goed een parcours door te komen.”  

Dus stortte hij zich volle bak op deze discipline. “Ik ging heel fanatiek, drie tot vier keer per week, naar dressuurles. Daardoor beheerste ik al snel de oefeningen voor het Z2. We zijn een keer gestart in de dressuur en daar op concours ging een wereld voor me open. Het viel me op dat men heel anders op zijn paard zat dan ik gewend was. Veel rechterop en meer in balans. Ik ben toen bij een dressuurtrainer gaan lessen die superstreng was op houding en balans. Hij gaf me zitles aan de longeerlijn en pas toen ik echt goed kon zitten, mocht ik van die lijn af”, lacht hij.



“Een goede Fries vind je door goed te kijken. Het draait niet alleen om exterieur en beweging, maar veel meer om gezondheid en de wil om te werken”

Adel

Dat een Fries paard op het pad van deze springruiter kwam, berustte puur op toeval. “Mijn buurman zocht een ruiter voor zijn Fries. Ik ben toen eerst gaan kijken, want ik kon me er eerlijk gezegd weinig bij voorstellen waarom mensen Friezen reden.”

Die Fries was de hengst Adel 357 en bij de eerste rit werd Peter aangenaam verrast. “Het voelde onverwachts fijn aan, heel anders dan ik had verwacht!” Adel was het eerste paard dat Peter betaald ging rijden. Samen bereikten ze de Grand Prix. Dat was toen nog vrij ongebruikelijk voor een Fries. Zeker in de internationale sport. “Het was eerst hard werken om geaccepteerd te worden in de dressuurbaan, maar we werden vanaf het begin heel goed ontvangen door het publiek.”

“Ook kwamen steeds meer juryleden achteraf naar me toe voor een schouderklopje en zeiden dat ze het konden waarderen dat er een Fries op dat niveau liep. En Adel kon ontzettend goed piafferen en passageren. Zeker in die tijd was dat nog niet altijd vanzelfsprekend voor warmbloeden. Daarmee charmeerde hij dan ook de dressuurliefhebbers.”

Labradors versus katten

Dankzij Adel was Peter op slag verliefd op het Friese paard. “Die lange manen en de sokken deden me niet zo veel, maar de intelligentie die hij had en het vertrouwen dat hij gaf, had ik nooit eerder gevoeld. Ik vergelijk Friezen als Adel met labradors. Het zijn zulke mensgerichte, goudeerlijke paarden. Adel kwam bijvoorbeeld altijd meteen op me af; in de wei en in de stal. De warmbloeden die ik gewend was, die liepen juist van me weg in de wei”, lacht de Belg. 

“Warmbloeden zijn een beetje meer zoals katten. Die zijn wat pittiger en bepalen zelf wanneer ze willen worden aangehaald. Het zijn, breed generaliserend, hele andere karakters. Warmbloeden moet je subtieler benaderen om ze niet te beledigen. En natuurlijk heb je ook Friezen die wat meer neigen naar het karakter van een warmbloed en andersom. Het is niet zwart-wit.”

Interieur bepalend

Na Adel kwamen steeds meer Friezen op Peters pad. Zeker toen hij zich verbond aan Het Fryso Huys, een Nederlands project ter promotie van het Friese paard, waardoor Marc-Peter verhuisde naar Nederland. 

“Op Stoeterij ’t Swarte Paert in Hemrik kreeg ik kwalitatief de beste Friezen te rijden met als doel de successen van Adel te herhalen, zodat het Friese paard echt op de kaart zou worden gezet.” Peter heeft hier in totaal zeven jaar gewerkt, daarna begon hij een stal voor zichzelf. 

“Die jaren daar zijn een hele leerschool voor mij geweest. Ik had de beschikking over de beste Friezen, maar toch lukte het me niet met allemaal om dezelfde successen te behalen als dat ik met Adel had. Daar werd ik onzeker van. Waarom lukte het met Adel wel en met deze paarden niet?”

“Op den duur ben ik gegevens gaan bijhouden en het viel me op dat bepaalde paarden veel gemakkelijker successen behaalden, zich lieten bewerken en vervolgens eindigden als Grand Prix-paarden. En dan niet eens met de beste ruiters. Het draait niet alleen om exterieur en beweging, maar veel meer om gezondheid en de wil om te werken.”

“Op keuringen wordt vooral geselecteerd op de eerste twee criteria. Heel veel keuringskampioenen laten zich heel vlug opnaaien door het rammelbakje en tonen dan een hoge mate van vluchtgedrag: ze maken veel houding en bewegen spectaculair. Van een dressuurpaard wil je dat hij sensibel is, dus gevoelig op druk van hand en been, maar vooral ook dat hij doorlaatbaar blijft. Dat hij snel weer toegankelijk is voor de ruiter. Dat gewenste interieur kun je er overigens niet aan de buitenkant vanaf zien, daarvoor moet je erop zitten.”



“Friezen zijn van oorsprong gefokt als men- en tuigpaarden, maar om ons te kunnen dragen, moeten ze beschikken over een goed functionerende, trainbare bovenlijn, zodat ze ook het bekken kunnen gaan kantelen” - Foto: Isa Wessels

Trainbare bovenlijn

De bovenlijn van een paard heel belangrijk, weet Peter.

“Die moet je kunnen bewerken. Zeker bij Friezen die je als dressuurpaard wilt gebruiken, is dit een heel belangrijk punt. Friezen zijn van oorsprong gefokt als men- en tuigpaarden, maar om ons te kunnen dragen, moeten ze beschikken over een goed functionerende, trainbare bovenlijn, zodat ze ook het bekken kunnen gaan kantelen. Ik rijd daarvoor mijn paarden de eerste jaren vooral in een lage of tussenhouding.”

“Ik vind dat paarden eerst moeten leren met de rug omhoog te lopen, voordat ik ze langzaamaan wat hoger ga instellen. Pas dan kunnen ze namelijk makkelijk gaan zitten en tot dragen komen. De oefeningen komen vervolgens haast als vanzelf.”

Oefeningen buiten aanleren

Die oefeningen, bijvoorbeeld wisselseries en appuyementen, pakte Peter in de tijd van Adel vooral mee op de uitgestrekte zandpaden. 

“Ik reed met Adel 357 bijzonder veel buiten. De stal waar hij stond, grensde direct aan een militair domein. Ik kon zo de brede zandpaden op. Prachtig was dat! Wisselseries, zigzaggen, er kwam geen einde aan zo’n pad!”

“Mentaal is het buitenrijden natuurlijk ook heel fijn voor de paarden. Op de stoeterij in Hemrik konden we wel het bos in en bijvoorbeeld lekker op de bospaden stappen, maar je kon er niet zo mooi trainen als op de tankbanen in België. Nu in Niebert missen we het buitenrijden helemaal. Je moet hier overal de weg over.”

“Om echt mooi naar buiten te kunnen en daadwerkelijk te trainen, moeten we altijd de paarden opladen. Dat is ontzettend jammer, want het is heerlijk trainen op brede zandpaden. Dat merk ik nu ook wel weer!’’, verzucht Peter terwijl hij nog eens nonchalant een serietje galop changementen meepakt, waarna Mees uit vreugde wat bokkesprongen maakt.

Sta je ook te popelen om een leuke buitenrit te maken met je (dressuur)paard. Check de website buitenrijden.nl voor de mooiste, en leukste ritten. Je vindt er ook de rit die Marc-Peter heeft gereden in dit artikel.

Tekst: Wies Zwanikken | Foto’s: Isa Wessels

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Buitenrijden met Marc Peter Spahn