Jos Houwen longeert zijn paarden graag.
Jos Houwen longeert zijn paarden graag. Foto: Sanne Wiering

Longeren met Jos Houwen: “Goed longeren is een vak apart”

Instructie Opvallend

Het longeren is meestal de eerste stap in de opleiding van een spring- of dressuurpaard. Ter voorbereiding op het zadelmak maken of voor de keuring, en ook in de verdere opleiding, draagt longeren duidelijk positief bij aan de training. Maar hoe pak je het goed aan? Ervaringsdeskundige Jos Houwen legt het uit.

Advertisement

Natuurlijke balans

Zodra een paard bekend is met het halster, aan de hand kan meelopen en de juiste leeftijd heeft bereikt, begint Jos Houwen met longeren. Houwen traint al decennia lang paarden aan de longe, zowel groene als ervaren paarden. “Longeren is een ideale manier om de natuurlijk e balans van een paard te ontwikkelen. Om te beginnen heb je een goed passend en sterk halster, een goede longeerlijn en een lange zweep nodig. Wij hebben hier verschillende longeercirkels. Dat is natuurlijk ideaal, maar je kunt ook een gedeelte van de bak afzetten. Door het paard in een kleine ruimte te trainen, krijgen ze steun via de aanleuning van de buitenkant, is het makkelijker om van hand te wisselen en loop je minder risico op blessures. Wij longeren altijd buiten, ook als de ondergrond modderig is.

Variatie

Tijdens het longeren gebruikt Houwen een normaal stalhalster of een africhtingsring. Dit is een metalen ring die over de neus gaat, of een kaptoom. “Dat doe ik al jaren. Deze ring is aan een hoofdstel of halster bevestigd en omvat de neus. Daardoor kan je een paard met één kleine ophouding direct corrigeren wanneer ze bijvoorbeeld niet rechtsom willen, zonder dat je de mond verpest. Maar daar moet je wel met veel gevoel mee omgaan, anders is het beter om te kiezen voor een kaptoom.”

“Daar kan je iets meer druk mee uitvoeren zonder dat de inwerking op de neus te sterk is. Jos maakt altijd gebruik van simpele touwtjes als bijzet. “Dat werkt voor mij het beste. Als ze wat verder in de training zijn, doe ik ook wel eens de longeerlijn via het bit terug naar de longeer- singel om nog wat meer nageeflijkheid of buiging te vragen. Zo doen we alles om de jonge paarden voor te bereiden op de ruiter en de ruiterhand.€

Onderscheid

Na de conditietraining is de bijzetteugel de volgende stap, waarbij Jos wel onderscheid maakt tussen spring- en dressuurpaarden. “In de loop der jaren hebben we veel geleerd en zijn we anders over dingen gaan denken. Wij vinden het heel belangrijk dat een paard in een natuurlijk e balans en houding leert lopen en de bijzet kan dat eerder afremmen dan stimuleren.”

“Daarom beginnen we daar pas na een paar weken mee. We willen de paarden niet in een bepaalde houding dwingen, want ze zijn nog jong en volop in de groei. Het is al moeilijk genoeg voor ze om op eigen benen op de volte te lopen. De dressuurpaarden worden gemiddeld wel eerder bijgezet gelongeerd dan de springpaarden, omdat bij hen de houding een wezenlijk onderdeel van beoordeling is en je daarmee goed de bovenlijn kan ontwikkelen. Het creëren van goede nageeflijkheid is de belangrijkste reden om de bijzet te gebruiken.” 

Ook de dubbele longe wordt veel gebruikt. “Als je goed met de dubbele longe kan werken, heeft het veel voor- delen. In vergelijking met de gewone bijzet kan je veel gemakkelijker verschil in de aanspanning maken, omdat je zelf letterlijk de touwtjes in handen hebt.”

Vak apart

Goed longeren is een vak apart. Ik vergelijk het altijd met rijden, alleen moeten ze het dan op de afstands- bediening doen. Ook bij het longeren gaat het erom om de paarden los in het lijf te krijgen en moeten ze scherp aan de hulpen staan. 

Bij het longeren met de dubbellonge achterlangs ontstaat er bij de jonge paarden naar mijn mening teveel beweging richting de mond. Terwijl we ze juist willen leren dat de aanleuning fijn is, en dat ze daar ook gewicht en verbinding in durven te pakken. 

Bron: Hoefslag Magazine 

Foto: Remco Veurink

Afbeelding