Afbeelding
Foto: via Cindy Handschoewerker

Nieuwe consumentenwetgeving ongunstig voor paardenverkoop

Algemeen

Vandaag buigt de Tweede Kamer zich over een nieuwe consumentenwetgeving. Volgens de Europese wetgeving is op dit moment de garantietermijn zes maanden. Dit gaat naar één jaar. Ook voor levende haven, zoals paarden gaat dit gelden.

Advertisement

Wat betekent dit

De belangrijkste wijziging is dat de duur van de bewijslast voor de verkoper bij gebreken van zes maanden naar een jaar gaat. De verkoper moet bewijzen, dat een een gebrek na de verkoop is ontstaan. Omdat een paard een levend wezen is, kan er in een jaar tijd veel veranderen. Bij een verkoopkeuring kunnen we met name iets zeggen over de harde delen van het paard, echter weinig tot niets over de weke delen als banden en pezen. Er zijn al vele rechtszaken bekend over blessures ontstaan binnen de periode van zes maanden na de verkoop. Gaat deze duur naar een garantietermijn van een jaar, dan gaat dit naar nog meer conflicten leiden.

Uitzonderingsclausule

De FNRS maakt deel uit van de Sectorraad Paarden. Het afgelopen jaar hebben deze al veel contact gehad over de wijziging van dit wetsvoorstel. Er is op gewezen dat het kabinet geen gebruik maakt van de uitzonderingsclausule die in de EU-richtlijnen zit. Deze is er om de verkoop van dieren uit te sluiten van deze wetgeving. Duitsland en Denemarken maken hier wel gebruik van. De Sectorraad Paarden zet zich samen met alle aangesloten partijen in , om ook in Nederland van deze optie gebruik te gaan maken.

VVV en BBB

Op 26 januari wordt in de Tweede Kamer deze implementatiewet besproken. De fracties van de VVV en de BBB gaan een wijzigingsvoorstel indienen die aansluit bij de wensen van de paardensector. De VVV wil de huidige termijn van zes maanden behouden. BBB doet daar nog een schepje bovenop en wil deze terugbrengen naar drie maanden. Naar verwachting volgen op 1 februari de stemmingen op deze voorstellen.

Bron: FNRS