Sanne van der Kooi & Cupido
Sanne van der Kooi & Cupido Foto: Thea Teunissen

Sanne Kooiman: “Cupido geeft een geweldig gevoel”

Dressuur

De bekende bruine Grand Prix-ruin Cupido (v. Rhodium) die al vele wedstrijden op zijn naam schreef met vaste ruiter Robin van Lierop, kwam afgelopen weekend voor het eerst in de ring met stalamazone Sanne Kooiman. De amazone debuteerde met de ruin die in eigendom is van RS2 Dressage in de klasse Z1 dressuur in Groesbeek. 

Advertisement

Ervaring op doen

Sanne vertelt “Twee weken geleden kwam Robin ten val tijdens het NK Dressuur, waardoor hij tijdelijk niet kon rijden. Normaal gesproken rij ik voornamelijk jonge paarden bij hun op het RS2 Dressage Center maar ik mocht Cupido ook rijden. het ging goed en toen hebben we besloten dat ik hem ook uit mag brengen om zelf ervaring op te doen in de hogere klasses. Robin blijft Cupido zelf rijden en ook uitbrengen in de Grand Prix.”

Wennen

“Het was nog wel even wennen op wedstrijd. Cupido kent natuurlijk alle oefeningen en ik rij pas net op hem. Dat voelde ik nog wel een klein beetje in de ring. Cupido geeft een geweldig gevoel en ik was hartstikke tevreden over de proeven die werden beloond met 213 en 205 punten,” vertelt de amazone.

Dankbaar

Ze vervolgt “Je zou denken een Grand Prix-paard stuur je zo een proef door maar het is voor mij nog heel erg wennen. Ik heb nu ondervonden hoe het is en vanuit daar gaan we rustig verder oefenen. Ik heb zelf tot het Z1 gereden waardoor ik met hem nu mijn Z1-debuut kon maken. Het is een heel gaaf gevoel en Cupido heeft heel veel kracht. Thuis rij ik wel eens de moeilijke oefeningen en dan voel je dat hij heel veel aanleg heeft voor de piaffe en de passage. Robin was ook mee op wedstrijd en hij vond het hartstikke leuk om ons te zien rijden. We zijn er samen van overtuigd dat het helemaal goed gaat komen en we gaan ervoor. Ik ben Robin erg dankbaar voor deze kans!”

Bron: Hoefslag, overname zonder bronvermelding én schriftelijke toestemming via webredactie@mediaprimair.nl is niet toegestaan.

Foto: Thea Teunissen