voeding - Lezersvragen

Algemeen

Welk voer kan ik mijn paard het beste geven? Voer ik wel genoeg? Wanneer moet ik aan een voedingssupplement denken? Iedereen heeft wel eens vragen over voeding. Anneke Hallebeek, dierenarts en Specialist Veterinaire Diervoeding, geeft antwoord op lezersvragen.

Advertisement

Lezersvragen

Tekst: Anneke Hallebeek


Is het eten van eikels gevaarlijk?
Afgelopen maand zijn er veel vragen geweest over het risico van het eten van eikels door paarden. Dat paarden eikels graag eten, is duidelijk. Zodra ze weten dat er in de wei eikels liggen, gaan ze er vaak direct op af. Omdat eikels een giftige stof bevatten, zijn veel eigenaren ongerust en vragen zich af of dit kwaad kan. Een beetje van deze giftige stof is niet zo erg, maar van een te veel, kunnen paarden ziek worden. Het is moeilijk de maximale hoeveelheid te bepalen die het paard binnen mag krijgen. De problemen met eikelvergiftigingen komen vooral voor als er plotseling veel eikels of jonge, onrijpe eikels worden gegeten. Tannine of tanninezuur is de veroorzaker van de problemen. Dit is een €˜adstringentia’, deze stof kan bloedvaten laten samen trekken, maar ook bloedstolling veroorzaken of eiwitten laten klonteren (coaguleren). De symptomen en problemen die hierdoor ontstaan, zijn afhankelijk van de mate waarin en de plaats waar bloedstolsels of eiwitproppen schade toebrengt. Bij paarden komen vooral nierproblemen voor. De urine is dan donkergekleurd. Bij koeien zie je ook een verandering van de darmperistaltiek met als gevolg eerst een verstopping en later diarree met bloed en slijm. Bij ernstige ziekte gaan de dieren binnen enkele dagen dood (zelfs binnen 24 uur). Bij minder ernstige vorm vermageren de dieren en herstellen ze binnen enkele weken. Soms wel met blijvende nierschade. Drachtige merries lopen een verhoogd risico op abortus.
Het meest giftig zijn de jonge blaadjes in het voorjaar en de nog groene, onrijpe eikels in het najaar. Normaal gesproken vallen deze niet op de grond en eten paarden deze dus niet op. Problemen ontstaan als in voor- en najaar een flinke storm woedt en er plotseling veel blad en jonge eikels van de boom vallen. Het eten van rijpe, oude eikels is veel minder gevaarlijk. Mogelijk dat er dan wel een overlading van zetmeel ontstaat. Dat kan dan weer leiden tot koliek of diarree. Vreemd is dat de effecten van eikels een zekere mate van €˜verslavend’ zijn; koeien die er ziek van zijn willen niets eten behalve eikels. Kortom, het eten van rijpe eikels is, met mate, niet een erg groot risico. Maar zorg dat na een flinke storm de paarden niet de jonge groene eikels of blaadjes massaal opeten. Staan er veel eikenbomen langs de wei, zet dan een deel van de wei af met een stroomdraadje. Neem met drachtige merries wat dit betreft niet teveel risico.

Hoe kies ik het juiste krachtvoer?
Een heel moeilijke vraag, die niet voor niets heel vaak wordt gesteld. Het overschot aan voersoorten voor paarden maakt mensen onzeker, kies ik wel de juiste soort? Zodra je in de winkel ziet welke merken en soorten er te koop zijn, lijkt het misschien eenvoudig, maar hoe onderscheiden deze voeders zich eigenlijk?? En hoeveel voedingskennis heb je nodig om een goede keuze te kunnen maken? Veel keuzes worden gemaakt door de voorkeur van de eigenaar voor een fabrikant, een naam van het voer of de kleur van de verpakking. De gehalten in voeders worden minder vaak goed bekeken. Voor paarden die geen problemen hebben en tot gemiddelde wedstrijd niveau worden gebruikt is elk €˜gangbaar’ krachtvoer prima. Geef je minder dan één tot twee kg per dag, kies dan een voer met extra veel mineralen en vitaminen. Bedenk dat je in zo’n geval soms ook kunt volstaan met een supplement of mineralen koeken. Wil je een bepaalde hoeveelheid zetmeel en suikers of juist vetten geven voor de sportactiviteit van het paard dan kun je kiezen voor een voer met hoge gehalten zetmeel en suikers of vetten (> 8% ruw vet of > 42% zetmeel en suikers). Zijn er problemen met de gezondheid van het paard, laat de dierenarts een goede diagnose stellen en ga dan kijken of er ander voer nodig is. Zolang je maar bedenkt dat krachtvoer een aanvullend voer is naast ruwvoer. Weeg het voer dat je geeft eens en geef nooit meer krachtvoer dan ruwvoer. Ook het ruwvoer kan sterk verschillen in voederwaarde en gehalten. Stel: twee eigenaren komen in de winkel, de ene wil een suikerarm voer voor zijn paard en kiest een product met 25% zetmeel en suikers (Z&S) en de ander wil juist een redelijk suiker en zetmeel rijk voer en kiest voor het product met 45% Z&S. Beide geven ze twee kg krachtvoer per dag naast ca. zeven kg hooi. Het ene paard krijgt dus 400 gram meer suikers per dag dan het andere paard. Maar naar het hooi is nog niet gekeken. De eigenaar die weinig suikers wil voeren, blijkt een hooi met 10% suikers te voeren en de andere eigenaar hooi met 6%. Dus in werkelijkheid krijgt het paard met het suikerarme krachtvoer bijna net zoveel suikers binnen als het paard met het suikerrijke krachtvoer............Wil je echt een verschil maken, weet dan wat je voert en laat het hooi of de kuil analyseren. De verschillen in alle krachtvoersoorten zijn doorgaans betrekkelijk klein en maken in het totale rantsoen vaak niet veel uit. Ofwel, geef het ruwvoer een beetje van de aandacht die al het krachtvoer krijgt, dan zal de gezondheid van het paard erop vooruit gaan.

Binnenkort komt mijn paard van een pensionstal naar een stal bij mij thuis. Nu vraag ik mij hoe vaak ik mijn paard per dag moet gaan voeren?
Het voordeel van een pensionstal is dat je over zaken als voerinkoop, voertijden en voerhoeveelheden vaak niet hoeft na te denken. Dat wordt allemaal geregeld. Krijg je je paard thuis, dan komt er heel wat bij kijken. En dan is het inderdaad wel goed je dit vooraf even af te vragen. Is het wel haalbaar in de situatie thuis met werktijden bijvoorbeeld? Ook het plannen van vakanties wordt ingewikkelder omdat er ook oppas voor het paard nodig is. Gezien de aard van het beestje is het beter een paard niet alleen te houden, zorg voor een gezelschapspaard of pony op stal en in de wei. Staat het paard het grootste gedeelte van de dag op stal, dan is het belangrijk veel voerbeurten over de dag te verdelen. Zo niet, dan verveelt hij zich en kan hij stalondeugden krijgen. Sommige paarden kunnen onbeperkt hooi eten zonder echt dik te worden. Maar de meeste paarden zul je moeten beperken om overconditie voor te zijn. Een vuistregel is om je paard niet langer dan 6-8 uur zonder eten te laten staan. Dat wil zeggen dat je vier keer per dag moet voeren. Lukt dat niet, voer dan een redelijk grote portie hooi waar hij lang mee kan doen. Met een kilogram hooi doet een paard ongeveer veertig minuten. Weeg bijvoorbeeld een dagelijkse hoeveelheid hooi af (hooinet en unster) en verdeel dat over drie maaltijden. Daartussen geef je nog één of twee keer het krachtvoer. Uiteraard moet het paard elke dag zijn stal uit om te werken of om in een paddock te lopen. Krijgt hij weidegang dan telt dat natuurlijk als voerbeurt mee. |