Afbeelding
Foto: Veurink

Gluten allergie bij paarden

Algemeen

Paarden die regelmatig koliekklachten hebben, zijn een zorgenkindje voor de eigenaar. Eén van de oorzaken van regelmatige koliek is een ontsteking in de dunne darm. Dit komt bij sportpaarden, vooral dressuurpaarden, steeds vaker voor. Helaas is het onbekend wat exact de reden is voor het ontstaan van deze ontsteking. 

Advertisement

Coeliakie

Onderzoek geeft aan dat paarden, net als mensen met coeliakie, een glutenallergie kunnen ontwikkelen. Een chronische ontsteking van de dunne darm kan ontstaan als de balans tussen afweer en ziekteverwekkers verstoort raakt. De dunne darm is aan de ene kant gericht op vertering en absorptie van voedseldelen en aan de andere kant op het reageren op binnendringende ongewenste bacteriën, schimmels en ander kwaad. Er is dan ook een zeer actief en efficiënt immuunsysteem in de dunne darmwand aanwezig. Raakt dit evenwicht uit balans, dan reageren de afweercellen in de darmwand en ontstaat er een ontstekingsbeeld, zoals een verdikking van slijmvlies.

Klachten

Deze ontsteking belemmert het functioneren en daardoor krijgt het paard uiteindelijk bepaalde klachten en symptomen. Voor paarden zijn meerdere verschijningsvormen van chronische dunne darmontsteking beschreven, vaak op basis van de microscopisch zichtbare veranderingen in de darmwand en darmwandcellen. Veel paarden met chronische dunne darm ontsteking hebben last van vermagering, regelmatige koliekklachten en in het bloedbeeld kan een eiwittekort te zien zijn.  Soms is er ook sprake van diarree en een dof haarkleed. Stress kan een negatieve invloed hebben op het immuunsysteem van de dunne darm en daardoor een factor zijn die ervoor zorgt dat chronische dunne darmontsteking kan ontstaan.

Auto-immuun ziekte

Bij mensen komt coeliakie voor, ook wel gluten intolerantie genoemd. Het is een auto-immuun ziekte, oftewel gericht tegen lichaamseigen cellen, die ontstaat na het eten van gluten bij genetisch gepredisponeerde mensen. Vaak begint het op jonge leeftijd na het eten van het eerste voedsel waar gluten in voorkomen, zoals broodkorsten of pap. Het kan ook pas op veel latere leeftijd ontdekt worden. Bestanddelen van de gluten wekken een overgevoeligheidsreactie op. Uiteindelijk worden er antilichamen gevormd, niet alleen tegen de gluten, maar ook tegen lichaamseigen cellen. Deze reacties leiden tot een ontsteking in de darmwand, met als gevolg dat de darmvlokken verdwijnen en er dus minder absorberend oppervlakte overblijft.

Wat zijn gluten?

Gluten komen voor in graansoorten. Het is een groep niet in water oplosbare  eiwitten en de naam heeft te maken met het kleefvormende karakter. Gluten bestaan uit verschillende eiwitten, zoals gliadines en glutenines. De gliadines zijn verantwoordelijk voor de auto-immuunreakties. Deze gliadines komen niet in alle graansoorten in dezelfde hoeveelheid voor. Ook het glutengehalte verschilt. Tarwe is glutenrijk, 80% van het eiwit bestaat uit gluten en het bevat veel gliadines. Haver bevat geen of weinig gluten en gliadines, maar hoofdzakelijk wateroplosbare globulines als eiwitten. Omdat haver vaak gebruikt wordt in combinatie met andere graansoorten of verwerkt wordt bij andere graansoorten kan het bij mensen toch coeliakie veroorzaken. Pas als het helemaal zuiver verwerkt is, mogen patiënten dit eten. Ook rijst, mais en boekweit kunnen deze patiënten krijgen, hierin zitten geen gliadines. Spelt, zogenaamde wilde tarwe, bevat wel gliadines en is dus ongeschikt.

Paarden met gluten intolerantie

Onderzoek laat zien dat paarden mogelijk vergelijkbare afwijkingen vertonen in de dunne darm als mensen met een gluten intolerantie. Als paarden inderdaad gevoelig blijken voor gluten in het rantsoen, zullen maatregelen nodig zijn om de opname hiervan te voorkomen. Mocht het nu mogelijk zijn om gluten intolerantie aan te tonen bij paarden dan kunnen die patiënten naast een medicinale behandeling ook gerichte voedingsmaatregelen krijgen. 

Diagnose: chronische dunne darm ontsteking

Middels een biopt van de darmwand is de diagnose chronische dunne darm ontsteking wel aan te tonen. Dan weet je in ieder geval dat de klachten van het paard hierdoor worden veroorzaakt. Niet elk paard met chronische dunne darm ontsteking moet glutenvrij dieet krijgen. Waarschijnlijk is maar bij een klein deel van de paarden met deze ziekte de gluten intolerantie de oorzaak, mogelijk in combinatie met stress. Het effect van een glutenvrij rantsoen is niet grootschalig onderzocht bij paarden. Gebaseerd op individuele waarnemingen lijkt het erop dat de vermindering in verdikking van de darmwand erg lang op zich laat wachten (jaren). 

Ook bij mensen is verbetering van de darmwand pas na lange tijd zichtbaar. Dat maakt het niet eenvoudig om het rantsoen hierop aan te passen, zeker niet zolang onbekend is of gluten werkelijk de oorzaak zijn. Als het inderdaad zo is dat stress een bijkomende factor is, zal naast medicijnen en een aangepast rantsoen manieren gevonden moeten worden het paard minder stress te geven. Komt de stress van de zware training of van de wijze van houden of is het paard genetisch meer stressgevoelig, zijn zaken om uit te zoeken. De dunne darm is “ziek€ en functioneert minder goed. Om de darmwand te ontlasten en het paard toch van voldoende voedingsstoffen te voorzien zijn wel voedingsmaatregelen te treffen.  

Rantsoen maatregelen 

Door de veranderingen in de darmwand kan de absorptie van voedingsstoffen minder zijn geworden. Vandaar dat veel paarden met deze klachten een te laag eiwitgehalte in het bloed hebben. In de dunne darm verteren enzymen de eiwitten, vetten, zetmeel en suikers uit het rantsoen tot kleinere delen die via de darmwand in het bloed worden opgenomen. Eiwitten, of eigenlijk aminozuren moeten in de dunne darm worden opgenomen. In de dikke darm gebeurt dat niet. Ook de opname van suikers (glucose) kan vermindert zijn. De mate van absorptie is met een glucose-absorptie test te bepalen. Bij minder goede absorptie capaciteit stroomt er meer onverteerde voedseldelen door naar de dikke darm. 

Met name onverteerd zetmeel dat doorstroomt naar dikke darm is oorzaak van diarree en koliek. Eiwitten en vetten die onverteerd doorstromen geven minder snel verstoringen en zijn een minder groot risico voor koliek. Het rantsoen voor deze patiënt zal dus vooral zetmeel- en suiker arm moeten zijn. Het eiwitgehalte hoeft niet zozeer heel hoog te zijn, als de verteerbaarheid maar goed is en het eiwit is opgebouwd uit de voor het paard benodigoede aminozuren. Dit houdt in een goede kwaliteit eiwit, bijvoorbeeld uit soja. 

De ernst en uitbreiding van de ontsteking in de darmwand bepaald of de vetvertering is aangetast. Vaak zijn vetten nog voldoende in de dunne darm verteerbaar. Omdat vetten per gram 2-3 keer meer energie opleveren van koolhydraten is dit een goed energiebron, zeker voor paarden die al wat vermagert zijn. Tenslotte de vezels. Het belangrijkste component in het paardenrantsoen. De ontsteking in de darmen kan een belemmering zijn om veel vezels te geven. De darmwand is dik en rood en gevoelig. Veel grofstengelige vezels geven uitzetting en prikkeling van de darm. Het is beter om de hoeveelheid te beperken en gebruik te maken van fijn en zacht ruwvoer. 

In ernstige gevallen of als ook de dikke darm meedoet, kan het noodzakelijk zijn om een aantal maanden een compleet voer te geven, dus geen apart ruwvoer, maar een muesli-achtig voer dat genoeg vezels bevat. Dit kan alleen onder voorwaarden dat het paard regelmatig over de dag porties voer krijgt en zich niet gaat vervelen. Uiteraard moet het rantsoen voldoen aan de behoefte van het paard wat betreft alle vitaminen en mineralen. Voor de darmwandcellen kan nog iets extra’s worden gegeven. Darmwandcellen halen hun voeding direct uit de darminhoud. Vluchtige vetzuren zijn hun belangrijkste voedselbron en dan met name het boterzuur oftewel butyraat. 

Deze vluchtige vetzuren komen vrij als darmbacteriën het voedsel afbreken. Dit proces gebeurt hoofdzakelijk in de dikke darm, maar ook in de dunne darm is er een bacterieflora.  Door bepaalde vezels aan het rantsoen toe te voegen produceert de bacterieflora meer boterzuur wat gunstig is voor het herstel van de darmwandcellen. Psyllium, maar waarschijnlijk ook pectine uit bietenpulp of appelpulp, is hier geschikt voor. Aangepast dag-rantsoen voor een paard van 600 kg met recidiverende koliek en vermagering als gevolg van chronische dunne darm ontsteking: 7 kg zacht en fijn hooi 2 kg vetrijk voer (ruw vet ± 9-12%) en weinig zetmeel en suikers (< 20-22%) 125 ml plantaardige olie 250 g bietenpulp  

Glutenvrij dieet

Als het mogelijk is de diagnose te stellen dat het paard een gluten allergie heeft, is een rantsoen nodig dat hier vrij van is. De meest eenvoudige manier om dit op te lossen is om het paard op een ruwvoer rantsoen te zetten dus zonder krachtvoer. Met veel en goede kwaliteit hooi, kuil en/of gras nemen paarden voldoende voedingsstoffen op, ook om te kunnen presteren. Voor de zekerheid kan met een supplement een aanvulling gegeven worden met mineralen en vitaminen. 

Om zeker te weten dat het voer gluten vrij is moet je niet alleen weten of de grondstoffen geen gluten bevatten, maar dat in de voerproductie-lijnen niet net wel glutenrijke grondstoffen zijn verwerkt. De besmetting daarvan kan al voldoende zijn om een reactie in de darmen te geven. Dat geldt dus ook voor haver. In principe is dit gluten vrij, maar het mag niet in contact zijn geweest met gluten houdende grondstoffen.