Rien van der Schaft
Rien van der Schaft

Meer over aanleuning met Rien van der Schaft (1): De ruiterhand

Instructie Opvallend

Grand Prix-ruiter, trainer en voormalig bondscoach Rien van der Schaft legt uit hoe je op een correcte manier een mooie aanleuning krijgt. Deze keer deel 1, de ruiterhand. In de volgende afleveringen gaan we in op de voorkeurshouding en de oefeningen om de aanleuning te verbeteren.

Advertisement

Hand vertrouwen

‘De meeste ruiters leggen te veel de nadruk op de aanleuning, de hoofd-halshouding’, vertelt hij. €˜Een juiste aanleuning krijg je alleen wanneer het paard de hand van de ruiter vertrouwt. Hij moet het prettig vinden, het contact met de hand. Je krijgt het dus never nooit niet voor elkaar door te gaan trekken. Elk paard gaat, als je de hand stil houdt, op een gegeven moment die hand vertrouwen en volgen. Bij de een duurt het tien minuten, bij de ander drie maanden.’

Van achter naar voren

‘Het is een kwestie van niet trekken’, vertelt Rien. ‘Ook niet als je paard te hard gaat. Het gewicht in de ruiterhand bedraagt maar een paar ons, minder nog dan het zweepje dat ik hier heb.’ De houding waarin het paard die ruiterhand opzoekt, mag hij zelf bepalen; hij mag zijn ‘voorkeurshouding’ aannemen. De hand blijft hetzelfde. 

‘Om het met de woorden van mijn oude instructeur Piet Oothout te zeggen: “Je rijdt het lichaam van het paard naar het hoofd.” Je ziet tegenwoordig vaak een knik in de hals, met de derde wervel als hoogste punt. Dat is geen correcte hoofd-halshouding.’

Rien van der Schaft