Gebit
Gebit Foto: Remco Veurink

Gebitsproblemen bij oudere paarden

Welzijn Opvallend

Gebitsproblemen kunnen bij ieder paard voorkomen, maar vooral bij oudere paarden (+20 jaar). Gevolg is dat het aangeboden voer slechter wordt opgenomen (door veel knoeien, proppen draaien), minder goed wordt verteerd (door weinig kauwen) en daardoor minder voedingsstoffen levert. Bij een ouder paard is de spijsvertering ook nog eens minder efficiënt, waardoor gebitsproblemen in relatief korte tijd tot sterke vermagering kunnen leiden.

Advertisement

Seniorenvoer

Tegenwoordig zijn er verschillende seniorenvoeders in de handel. De betere producten hebben een hoog ruwe celstofgehalte (eventueel door bietenpulp) en een wat lager zetmeelgehalte. 

Sommige van deze voeders kunnen zowel krachtvoer als ruwvoer vervangen, maar het blijft raadzaam om onbeperkt langstengelig ruwvoer te verstrekken, zodat er altijd wat geknabbeld kan worden. De speekselaanmaak die ontstaat bij het bewegen van de kaken is belangrijk voor het voorkomen van maagzweren!

Gehakseld ruwvoer

Wanneer een paard geen of weinig kiezen meer heeft, ontstaan er problemen met het eten van langstengelig ruwvoer. Er worden proppen van gedraaid, die niet worden doorgeslikt en die je later rondom de eetplaats terugvindt. Gehakseld ruwvoer (gras, hooi, luzerne) en geweekte grasbrok kunnen een mooie aanvulling zijn op een seniorenvoer.

Bietenpulp met zemelen

Omdat de enzymproductie in de oudere paarden trager loopt, worden voedingsstoffen zoals vetten en zetmeel minder goed verteerd. 

Dit verhoogt het risico op verteringsproblemen, vooral bij rantsoenen met veel zetmeel (granen/regulier krachtvoer). Voor oudere paarden met gebitsproblemen is een combinatie van geweekte bietenpulp en tarwezemelen (of haverschillen) in verhouding 4 op 1 veel beter geschikt om extra energie te leveren. 

Een oud paard is net als andere paarden gebaat bij een regelmatige controle en eventuele behandeling door de tandarts, ook wanneer er nog maar weinig tanden en kiezen in de mond zitten! 

Bron: De Hoefslag