Afbeelding

Gebitsproblemen bij paarden: Goed kunnen kauwen van levensbelang

Algemeen Opvallend Veterinair

Vroeger hoefden paarden niet naar de tandarts. Zij hadden zelden of nooit gebitsproblemen. Paarden die slecht wilden eten en/of vermagerden werden vroegtijdig opgeruimd. 

Advertisement

Tegenwoordig weten we wel beter en roepen we regelmatig de hulp in van de tandarts. Bij de ontwikkeling van de kiezen en het uitbotten gaat het niet altijd goed. 

Hierdoor sluiten de kiezen soms niet goed tegen elkaar aan en kan er aan met name de tandvleeszijde ruimte ontstaan waar ruwvoer in gepropt wordt (diastasen). Dit gaat rotten en levert tandvleesontsteking op (periodontitis), wat zeer pijnlijk kan zijn.

Scherpe randen

Het paard gaat meer en meer op één kant kauwen en de snijtanden slijten scheef af. Ook kunnen kiezen scheef of uit de rij staan, waardoor ze niet normaal slijten en er haken en scherpe randen ontstaan. De tanden van een paard zijn totaal anders dan die van een mens. Mensen hebben net als vleeseters brachydonte tanden met een lage kroon en een glazuurkap. Het kauwoppervlak is veelal puntig, geschikt om de prooi vast te houden en te verscheuren. Paarden hebben net als herkauwers hypsodonte tanden met een hoge kroon en enamellen die instulpen. Daartussen ligt het dentine en cement, zodat je een ruw kauwoppervlak hebt met harde lamellen en iets minder harde dentine opvulling: een soort molensteen, uitermate geschikt voor het malen van ruwvoer.

Kieswortelontsteking

Mensen kunnen gaatjes krijgen door aantasting van de glazuurkap (suikerresten, het ontstaan van tandplaque en verkeerde bacteriegroei.). Paarden krijgen niet zo snel gaatjes. Toch kunnen de kiezen aangetast worden, bijvoorbeeld wanneer de instulpingen van de lamellen (infundibulae) heel diep zijn en er voedsel in blijft zitten rotten. Of wanneer door een steentje een stuk afbreekt en een pulpaholte bloot komt te liggen.  

Kieswortelontsteking komt nogal eens voor, alhoewel het meestal niet duidelijk is hoe de bacteriën ter hoogte van de wortel komen. Dit wordt in een iets gevorderd stadium meestal wel duidelijk in de vorm van een pijnlijke dikte van de kaak. Soms zijn ze hier behoorlijk ziek van met hoge koorts.

Kies eruit

Een kieswortelontsteking van de derde, vierde of vijfde kies in de bovenkaak kan ook nog eens een kaakboezemontsteking geven met pus in de kaakholte en uit de neus drainerend. Deze kiezen zijn veelal niet te redden. In een vroeg stadium red je het soms met antibiotica, maar meestal moet de kies eruit. 

 Wanneer op een röntgenfoto duidelijke afwijkingen te zien zijn of er is een duidelijke zwelling ter hoogte van de slechte kies is de diagnose rond. Vaak geeft het klinisch en radiografisch onderzoek onvoldoende zekerheid over welke kieswortel aangetast is, of het slechts één kies betreft etcetera. Dan kan een CT-scan van het hoofd uitsluitsel geven. Dit kan tegenwoordig bij het staande gesedeerde paard.


Routine onderhoud

Tegenwoordig worden kiezen ook meer en meer bij het staande gesedeerde paard getrokken. De belangrijkste redenen om kiezen te verwijderen zijn kieswortelontsteking en ‘losse’ (uitgegroeide of scheef groeiende) kiezen bij oudere paarden. Dit vereist wel enige ervaring. Vroeger werden deze onder algehele narcose ‘gestempeld’. Hierbij heb je echter veel bijkomende schade, doordat je door de schedel en door de bodem van de tandkas heen timmert. 

Dit kan nog steeds nodig zijn bij jonge paarden met lange kiezen die achterin zitten, maar meestal lukt het ze via de mond te verwijderen. Routinematig onderhoud helpt een normale stand behouden en bevordert gelijkmatig afslijten. Het kaakgewricht, de kiezencassettes en de snijtanden moeten alle drie normaal op elkaar afgestemd zijn. Dit kan worden verstoord door een abnormale stand van de snijtanden (over/onderbeet) of haken op de eerste/laatste kiezen of abnormale golfvorming in de kiezencassette. 

Ook de hellingshoek in de snijtanden en de zijdelingse hoek van de kiezen (normaal 10-15 graden) moeten binnen normaalwaarden vallen. Is de mond op alle punten in balans, dan kan het paard goed kauwen en zijn de krachten die op de verschillende onderdelen worden uitgeoefend binnen proporties. Dit voorkomt dat tanden of kiezen verkeerd of overbelast worden, overmatig slijten en dat hun opponenten teveel doorgroeien.


Goed kauwen

Daar komt nog een belangrijk aspect bij. Goed kunnen kauwen is natuurlijk van het grootste belang voor een goede spijsvertering en daarmee de algehele gezondheid. Maar het gaat nog verder wanneer een paard een hoofdstel met bit in de mond moet en allerlei veeleisende inspanningen moet verrichten waarbij de sturing in de mond en de hoofd/halshouding van het grootste belang zijn.

Pijn in de mond is funest voor het goed kunnen functioneren van je sportpaard. Hiervan kan al snel sprake zijn door scherpe enamelranden die in de wang of in de tong prikken.

Of dominante kiezen of zelfs haken die het voor/achterwaarts bewegen van de kiezencassettes onmogelijk maken wanneer het paard nageeflijk moet zijn. Wolfskiezen moeten sowieso op correcte wijze verwijderd worden en vaak is een (kleine) bitseat een hulp voor een comfortabel zittend bit.

Preventieve zorg

Kortom, natuurlijk moeten alle paarden minimaal één keer per jaar naar een goede gecertificeerde gebitsverzorger of indien nodig naar een gespecialiseerde KNO dierenarts. Net als de hoefsmid, ontworming, de zadelpasser etcetera, behoort dit tot standaard preventieve gezondheidszorg in de 21e eeuw. 

Tekst en foto’s: Marco de Bruijn en Cathérine Delesalle  

Afbeelding
Afbeelding