Diarree bij veulens

Biest

Voor de opname van antistoffen/afweerstoffen tegen ziekteverwekkers is het veulen geheel afhankelijk van de opname van biest, de eerste melk van de merrie. Diarree kan onschuldig zijn. Dunne ontlasting of diarree komt vaak voor bij veulens, onder andere door bijvoorbeeld de natuurlijk e ontwikkeling van de darm, veranderingen in voeding en /of opname van zand. Maar ook veel ziekteverwekkers als parasieten, bacteriën en virussen spelen een belangrijke rol bij diarree. Zeker bij jonge veulens kan de diarree samen gaan met levensbedreigende situaties. Afhankelijk van de ernst , oorzaken en/of complicaties zijn er veel behandelingen mogelijk.

Wat is diarree precies?

Bij diarree bevat de ontlasting van het dier teveel vocht en is het te dun. Afhankelijk van de oorzaak en ernst kan het veel dunner zijn, een andere kleur krijgen en gaan stinken. Het veulen verlies bij diarree vocht, waardoor uitdroging kan ontstaan, maar ook glucose en elektrolyten (Natrium, Chloor, Kalium). Hierdoor wordt het veulen sloom en slap en zal minder gaan drinken, waardoor het in een negatieve spiraal kan komen. Als de darmoppervlakte beschadigd raakt door langdurige diarree en/of ziekteverwekkers dan kunnen ook eiwitten en zelfs bloed door de darmwand lekken en zo in de ontlasting komen. Complicaties als uitdroging en bloedvergiftiging kunnen ontstaan, zeker bij jonge veulens.

Symptomen

Symptomen die bij veulens met diarree die vaak voorkomen zijn:

• Afwijkende ontlasting
• Uitdroging en slapte
• Koorts, bloedvergiftiging en ontstekingen elders
• Koliek (als de dunne ontlasting bijvoorbeeld niet direct wordt uitgescheiden, ontstaat er een grote ophoping van vocht in de darmen, waardoor het veulen koliek krijgt
• Oedeem (een vochtophoping onder de buik)
• Kale achterhand (door irritatie van de huid, kunnen haren uitvallen en kunnen er soms oppervlakkige wonden ontstaan die pijnlijk zijn)
• ‘Slijten’(het veulen vermagert, groeit onvoldoende en/of krijgt lange beharing)

Diagnose & behandeling

De paardenarts zal het veulen klinisch onderzoeken en in gesprek met de eigenaar proberen een indicatie te krijgen van de toestand van het veulen en de ernst van de diarree. Aansluitend kan er mestonderzoek (o.a. naar wormeieren en de aanwezigheid van virussen en bacteriën) en bloedonderzoek (o.a. voor bepalen van mate van uitdroging en aanwezigheid van ontstekingscellen) in het laboratorium worden gedaan. Tevens kan er gekozen worden om verdere beeldvorming te verkrijgen door middel van echo en röntgen. Voor het bepalen van de behandeling is het heel belangrijk om de oorzaak van de diarree bij het veulen te achterhalen en dit is niet altijd eenvoudig. Er zijn immers vele oorzaken, van diarree door zand tot diarree veroorzaakt door veulenworm. 

Soms geen antibiotica

Bij sommige oorzaken is bijvoorbeeld het geven van antibiotica helemaal niet nodig. Bij een verlies van teveel vocht en elektrolyten wordt er bijvoorbeeld gekozen voor aanvulling hiervan doormiddel van een maagsonde of infuus. Blijkt uit het bloedonderzoek dat het veulen veel eiwitten heeft verloren, dan kan een hyperimuunplasma infuus met plasma en veel antistoffen en eiwitten. Een veulen dat slecht drinkt waardoor sneller maagzweren ontstaan, kan middelen krijgen om de maagwand te beschermen. 

Goed opletten

Het is goed om te weten waar je op moet letten als je veulen diarree heeft. Als het veulen fit is, goed drinkt en geen korts heeft, hoeft er in eerste instantie niet (intensief) behandeld te worden en zal de diarree vaak vanzelf weer verdwijnen. Houdt het veulen wel goed in de gaten en grijp op tijd in wanneer er andere symptomen ontstaan en/of als de diarree lager dan een paar dagen aanhoudt. Let erop dat het veulen attent blijft, voldoende drinkt en speelt en neem regelmatig de temperatuur van het veulen op. Omdat jonge veulens nog maar een matig ontwikkeld afweersysteem hebben, kunnen ze zo van het ene op het andere moment erg ziek worden. Schakel daarom altijd tijdig je dierenarts in, en laat deze liever een keer extra controleren. 

Bron: De Hoefslag

Foto: Remco Veurink