Afbeelding

Blog Liz Barclay: Paardensport en de individualistische mens

Algemeen
Advertisement
Vorige week belde mijn vriendin Elze uit Wichmond om te vertellen hoe leuk hun paardenkamp was geweest. Het weer was slecht maar de sfeer was super en zo hoort het ook. Paardenmensen moeten tegen een beetje weer kunnen, tenminste, zo was het altijd wel. Vroeger...tja, vroeger, ik merk dat ik dat woord helaas telkens vaker gebruik, hadden niet alle verenigingen een binnenbak en degenen die zich er prive eentje konden veroorloven, die waren op een hand te tellen. We reden bijna altijd buiten, behalve als het vroor dat het kraakte. En toen, in de zeventiger en tachtiger jaren vlogen overal de binnenbakken als paddestoelen uit de grond. De indoor wedstrijden kwamen van de grond en in de fokwereld werd het dressuur- en springgefokte paard geintroduceerd; langzaam maar zeker raakte het veelzijdigheidspaard uit de mode.

Waterdicht

Maar, er is nog steeds een select groepje mensen dat nog een beetje €˜waterdicht' is en het leuk vindt om zo nu en dan eens met de trailer ergens heen te rijden om op een mooie plek met stallen, een rijbaan en heerlijke lange zandpaden een weekendje te toeven. Zo ook een aantal weken geleden landelijke rijvereniging €˜De Bosruiters'. Mijn vriendin Elze vertelde me hoeveel lol ze samen met z'n twaalven hadden gehad, dat er iemand met een jong paard bij was die voor de eerste keer zo'n uitje meemaakte en hoeveel die wel niet geleerd had. De foto's die ze me later mailde spraken boekdelen. Allemaal weer even tien jaar oud en gewoon, overdag met je paard en 's avonds met een neutje, lekker ontspannen.

Groepsgevoel

Dat groepsgevoel begon al bij de ponyclub. Ik zat op de €˜Viersprong' in Toldijk. Op zaterdag haalden we elkaar op en spraken vaak op andere dagen nog weer af om samen buiten te gaan rijden of nog wat te €˜oefenen'. Kortom, het droeg aan alle kanten bij aan het in een groep kunnen functioneren. En dat is best belangrijk voor de paardenmens. De paardenmens is namelijk vaak nogal een beetje een €˜einzelganger'. Welk kind wil er nou na school, in plaats van naar z'n vriendjes, eeuwig een pony poetsen, hoefjes schoonmaken, stal opstrooien, een ritje maken en dat allemaal zovaak mogelijk herhalen. Wij, de paardemensen! En het liefst ons hele leven lang.

Sociaal zijn

Ooit, toen ik net in Cornwall woonde, kwam een goeie vriendin regelmatig haar dochtertje van een jaar of vier bij mij afzetten. Jos en ik reden dan samen naar de buren (drie kilometer verderop), waar een oud ponietje stond. Jos had dit beestje haar eigenbedachte naam gegeven, Sunshine Georgia, geen idee waar een vierjarig kind dat vandaan haalt. Wij liepen dan met z'n drieen eindeloos langs de kleine weggetjes, Jos honderduit vertellend en Sunshine Georgia ondertussen zo nu en dan geniepig in mijn arm bijtend. Ik genoot enorm van hun plezier maar helaas kwam daar na een jaartje of zo een eind aan. Haar moeder vond dat ze in een socialere situatie, met kinderen van haar eigen leeftijd, met ponies bezig moest zijn en dus ging Jos naar een manege. Hoe jammer ook, ik kon niet anders dan het helemaal met mijn vriendin eens zijn.

Op de grond

In die tijd begon ik ook als instructrice bij de plaatselijke North Cornwall ponyclub. Mijn vuurdoop was het zomerkamp wat ieder jaar op dezelfde oude boerderij plaatsvond. Toen ik de eerste ochtend aan kwam rijden zag ik tot mijn grote verbazing een heel weiland vol bokkende ponies met kinderen die er nog opzaten, er half naast hingen of al op de grond lagen. De voorzitster stond er genietend naar te kijken. €˜Zo, kunnen ze vanmiddag tenminste lekker rustig naar hun lessen.' Zo ging dat hier toen. De kinderen sliepen in de stalletjes waar de koeiestrond van de winter nog lekker uitgedroogd in lag, overal liepen honden en alle moeders kookten. Het was een prachtcombinatie van lekker wild en avontuurlijk rondrauschen en lessen, met aan het einde van de week een samengestelde wedstrijd, aangepast aan het niveau van ieder en dus de hele kleintjes deden het aan een touwtje, terwijl alle helpers zich uit de naad renden.

Country moeders

Geen idee hoe het er in Nederland voorstaat met de ponyclubs, maar hier heeft het individualisme hardhandig toegeslagen. Ook ik geef priveles aan vrij jonge kinderen. Gelukkig zijn het hele leuke en zitten ze in teams waardoor ze daardoor wel weer leren om niet alleen voor zichzelf te zorgen maar ook voor hun teamgenootjes. Helaas zie ik op de wedstrijden ook die andere kant, het kind dat volledig op zichzelf gericht is, vaak al met een jasje met de naam erop, meestal ook nog op een superpony, of al -paard, zit en in staat is om iedereen eraf te rijden. Vooral hier in Engeland kan dat al heel jong beginnen in de €˜leading rein' showrubrieken. Vroeger vond ik dat nog wel koddig, zo'n uitgedoste €˜country-moeder' met superblozend kindje in het kleinste maatje cremekleurige broekje, zonder vlekjes, met die schattige mini jodphurlaarsjes. Inmiddels heb ik het van dichtbij meegemaakt...niet leuk.

Andere tijden

De tijden zijn veranderd en daar zitten ook hele goede kanten aan. Het is geweldig dat we al vroeg de zeer getalenteerde jongeren die het helemaal in zich hebben om door te stoten, en daar ook dag en nacht van dromen, op tijd kunnen helpen om dit waar te maken. Dat is goed voor hen, goed voor de sport en goed voor het land als er hoog gescoord kan worden op de internationale wedstrijden. Maar toch... de helft van het woord paardensport is: sport; en sport is weer deel van het woord sportief. Sportief betekend niet alleen graag fysiek bezig willen zijn en een sport beoefenen, maar ook tegen je verlies kunnen, aardig zijn voor je medesporters, een helpende hand toesteken, zelfs als diegene die altijd van jou wint per ongeluk z'n sporen vergeten heeft en er graag even een paar wil lenen. Losrijden met je ogen open en als je ziet dat er iemand die een probleempje heeft en een beetje ruimte nodig heeft, die ook te geven. Niet met je paard een appuyement afmaken als je daarmee een wat minder ervaren ruiter en paard klem tegen de muur rijdt. Praten met elkaar, gewoon omdat dat sociaal is en het er een stuk gezelliger op maakt.

Steentje bijdragen

Het begint al jong en de ouders hebben daar ook duidelijk een stuk verantwoording. Voor ieder kind dat van een ponietje droomt is dat het allermooiste geschenk van de wereld, of het nou geleend of gekocht is. Maar dat kind zal echt een betere toekomoest krijgen, emotioneel en professioneel, als het blijft leren zich goed te voelen in groepsverband. Als instructeurs kunnen wij daar in onze adviserende posititie ook zeker ons steentje aan bijdragen. Hoofdfoto: DigiShots
Afbeelding
Afbeelding