Afbeelding

Objectief, wetenschappelijk onderzoek: paardensport heeft er baat bij

Welzijn

Tijdens The Dutch Masters dit jaar is het Hippische Sectorfonds in het leven geroepen om onafhankelijk, wetenschappelijk onderzoek te financieren vanuit de sector en de uitkomsten uit te dragen naar de bredere maatschappij. Minister Piet Adema liet eerder al weten onderzoek te doen naar hulpmiddelen in de paardensport. Op deze manier kan er onderbouwd worden wat wel en niet diervriendelijk is in de paardensport.

Advertisement

Het Hippisch Sectorfonds doet zelf geen onderzoek, maar werft geld in de sector voor het faciliteren van onderzoek. Onderzoeken op het gebied van paardenwelzijn worden op dit moment vooral uitgevoerd door universiteiten en HBO’s, zoals het lectoraat van Kathalijne Visser bij Aeres Hogeschool Dronten en het lectoraat van Inga Wolframm bij Van Hall Larenstein. Het Hippisch Sectorfonds heeft nog geen onderzoeken gefinancierd, omdat ze net van start zijn gegaan. Maar ze willen de onafhankelijkheid en objectiviteit zoveel mogelijk waarborgen volgens projectleider van het Hippisch Sectorfonds, Mirella van Leeuwen. Daarbij vindt ze het welzijn van het paard belangrijk en hoopt ze op basis van de wetenschap beter te kunnen beargumenteren wat wel en niet goed is voor het dier.

Objectief kijken naar welzijn

“We moeten objectief kijken naar het paardenwelzijn. Er zijn nu vele opvattingen en meningen, maar wat brengt daadwerkelijk schaadt toe aan het paard? Wat zorgt voor een verminderd paardenwelzijn in de sport en fokkerij? Op basis van feiten en wetenschappelijk onderzoek moeten we als sector actie ondernemen”, vertelt KWPN-directeur Bastiaan Meerburg. Volgens hem is het goed dat er gekeken wordt naar de inwerking bij correct en incorrect gebruik van hulpmiddelen, maar dat is maar een kleine factor die meespeelt bij het welzijn. “Als uit de uitkomsten blijkt dat de inwerking van bijvoorbeeld stang en trens te groot is, zelfs bij correct gebruik dan kan dat er voor zorgen dat we in de toekomst hier niet meer mee rijden. Maar niet alleen hulpmiddelen spelen een rol in het welzijn van het paard.” Het is daarom belangrijk dat er meer onafhankelijk, wetenschappelijk onderzoek gedaan wordt om te onderbouwen wat zorgt voor een beter paardenwelzijn op elk vlak, dus ook huisvesting.

Discussie

Monique van Hal van Sectorraad Paarden beamt dit. “Daar kunnen we van leren en naar handelen. Al is geen enkele paardeneigenaar het eens als je zegt dat je een zweep gebruikt als dwangmiddel. Het is niet om mee te straffen en zo mag het ook niet gebruikt worden.” Zonder wetenschappelijk onderzoek zorgen verschillende meningen en perspectieven soms voor een uitdaging. De KNHS stelde namelijk dat opzetteugels bij het mennen niet meer waren toegestaan. Volgens het KWPN kwam dat besluit te snel, omdat er geen bewijs is dat het daadwerkelijk slecht is voor het paard. “Het is niet altijd direct voor en tegen. We moeten ook niet te snel overal een beslissing in willen maken. Als sector moeten we daarin beter communiceren”, zegt Meerburg.

Het is niet zwart-wit

Eigenaresse van Horse & Health Instituut Gisella Bartels en eigenaresse van Lelymare Fenna Elzinga vinden het goed dat de discussie er is. Toch is het lastig een juist beeld te krijgen, want welzijn is een groot begrip waar veel factoren een rol in spelen volgens hen. Bij hulpmiddelen is het belangrijk hoe je ermee omgaat. “Hulpmiddelen hoeven een paard geen kwaad te doen. Als het goed gebruikt wordt, kunnen sommige hulpmiddelen zelfs de combinatie helpen om de juiste richting op te gaan. Alles valt en staat met hoe het gebruikt wordt”, vertelt Bartels. Overigens is het belangrijk om per hulpmiddel te bepalen of het doorgaans goed of kwaad doet, daarin zijn natuurlijk ook per hulpmiddelen grote verschillen. Als de sector iets verbiedt dan kan het nooit meer misbruikt worden. Maar dan kan het ook nooit meer op de juiste manier gebruikt worden. “Auto’s botsen zo nu en dan ook met soms een dodelijke aanrijding tot gevolg. Daarbij valt en staat ook alles met hoe je in de auto zit, hoe geconcentreerd je bent, of je niet te hard rijdt en of je bijvoorbeeld je telefoon gebruikt. Het is te zwart-wit om te zeggen dat het altijd negatief is.” Volgens Elzinga en Bartels moeten we kritisch blijven op de sport, maar ze zeggen ook dat verbieden makkelijker is dan per situatie te beoordelen of er sprake is van misbruik. Bij een verbod ontstaan er geen discussies meer. “Als hulpmiddelen verboden worden dan zal dat lastig zijn, maar het dwingt ons ook om andere oplossingen te zoeken. Het is dan wel de vraag of die oplossingen altijd beter zijn. Het is dus een zeer moeilijke discussie.”

Moet en kan het niet anders?

Ze zijn het er allemaal mee eens dat er maatregelen genomen moeten worden om het welzijn van het paard en de publieke opinie over de sport te verbeteren. Soms levert dat discussie op, maar kan het ook een stap in de juiste richting zijn. “Er mag nog best veel, maar als een leek je ziet rijden met twee bitten en een hackamore constructie dan is het op een gegeven moment ook niet meer te verantwoorden. Moet en kan het inderdaad niet anders? Misschien moeten er dan inderdaad bepaalde constructies en bitten afgeschaft worden”, aldus Bartels. Wetenschap zal een grotere rol spelen, zodat het geen discussie meer is wat wel en niet goed is voor het paard. Als verbeteringen worden onderbouwd kan dit ook beter verantwoord worden naar de samenleving vanuit de sector vinden ze.

Bron: De Hoefslag, overname niet toegestaan!

Tekst: Rianne de Bruin voor De Hoefslag