Afbeelding

Voeding bij de ziekte van Cushing (PPID)

Verzorging Opvallend

Cushing is een aandoening die voornamelijk voorkomt bij oudere paarden. Een tumor in de hersenen zorgt voor een compleet verstoorde (suiker-) stofwisseling. Symptomen zijn o.a. veel drinken en plassen, (chronische) hoefbevangenheid, insulineresistentie, plaatselijke vetophopingen, een ‘vierkante’ buik en een typische, gekrulde vacht. Paarden die lijden aan de ziekte van Cushing zijn gevoelig voor suikers en zetmeel in de voeding en hebben daarom een aangepast rantsoen nodig. 

Advertisement

Geen, weinig of speciaal krachtvoer 

Het suiker- en zetmeelgehalte in het dagrantsoen moet zo laag mogelijk zijn. Aangezien krachtvoer vaak veel van deze stoffen bevat, is het bij de ziekte van Cushing belangrijk om zeer spaarzaam om te gaan met regulier krachtvoer, of te kiezen voor een suiker- en zetmeelarm krachtvoer. Graanvrije voeders zijn soms een goede optie. 

Geschikt ruwvoer

Hooi kan soms veel suiker bevatten (vooral hooi van onbemeste grond), wat het ongeschikt kan maken voor paarden met Cushing. Kuilgras is erg wisselend van samenstelling en daardoor minder geschikt. Weken of stomen kan het suikergehalte in het ruwvoer verlagen. Een ruwvoeranalyse van iedere nieuwe batch is zeker aan te raden! Stro kan met mate worden bijgevoerd. 

Extra aanvullingen 

Bij paarden met Cushing is de suikerstofwisseling verstoord, waardoor suikers en zetmeel een probleem kunnen vormen. Ook worden ze uiteindelijk meestal mager. Een vetrijk rantsoen kan een uitkomoest bieden, bijvoorbeeld door toevoeging van plantaardige olie. Verder zijn er supplementen beschikbaar speciaal voor paarden met een verstoord suikermetabolisme. Andere aanvullingen kunnen worden gezocht in bijvoorbeeld omega-3 vetzuren (visolie/algen), en andere producten die ontstekingsremmend werken. Gelukkig zijn er veel wandelende voorbeelden van paarden met Cushing die nog lang en gelukkig leven op medicijnen en een goed rantsoen!

Bron: De Hoefslag