Denise van der Lee: “Ook de Lichte Tour-paarden hebben bij ons een uitloopstal en een maatje”

Kleinshalige stal

Tien jaar geleden begon Denise haar pensionstal. “Het is vrij kleinschalig, we hebben plek voor 20 à 25 paarden. Sinds een jaar of vijf doe ik het samen met Nick. Vanaf dat moment zijn we via Van Delft & Van der Lee Horses actiever in de handel van met name springpaarden. Nick sprong namelijk lange tijd internationaal. Hij neemt de paarden mee de ring in, ik school ze thuis dressuurmatig bij. Daarnaast geven we ook lessen en clinics. Dit doen we apart van elkaar maar ook vaak samen. Dan pak ik het dressuurmatige deel op, en Nick het springen.”

Nieuw Lichte Tour-paard?

Denise vervolgt haar verhaal: “Ongeveer drie jaar geleden verkocht ik mijn Lichte Tour-paard en sindsdien hebben we ons vooral op de handel gericht. Laatst kreeg ik een fantastische kans om weer een Lichte Tour paard mee te nemen op wedstrijd. Dat ging super goed en was heel erg leuk. Het paard staat echter in de actieve verkoop en daarom is hij nu weer terug naar de eigenaar. Voor nu is het dus een beetje uitkijken naar de volgende, want ik wil wel weer heel graag actief zijn op Lichte Tour-niveau. De drie paarden die ik thuis heb staan zijn nog jong en lopen maximaal Z2. Voorlopig zijn zij ook nog niet op dat niveau.”

Geschrokken reacties

De paarden van Denise en Nick krijgen veel beweging, doordat ze 24/7 zelf kunnen kiezen wat ze doen. “Wij werken met een vrije uitloop-systeem. Zowel onze eigen paarden als de trainingspaarden hebben ruime boxen met een ruime uitloop. Daaraanvast zit nog een paddock van 150m2 en ze hebben allemaal in koppels een eigen weiland. Ook onze sportpaarden houden we op deze manier. Ik merk dat we in onze omgeving wel uniek in zijn. Mensen reageren ook wel eens geschrokken als ze zien hoe ik mijn paarden gestald heb. ‘Ook de sportpaarden?’ vragen ze dan. Ja, juist de sportpaarden. Naar mijn idee gaan ze zo veel minder snel ‘kapot’ dan wanneer je ze op stal houdt.”

Bekroning op je werk

De amazone geeft aan dat ze meer een trainer dan een wedstrijdruiter is. “Ik ga welke week op les bij Rieky Young. Daarnaast les ik vooral proefgericht bij Anouk Hansen. Ik vind het echt geweldig en ben altijd bezig met de basis verbeteren. Maar ik vind wedstrijden rijden ook heerlijk om te doen. Het showen van een knallende serie op wedstrijd is toch wel een bekroning op je werk. Dan is het een soort van af. Maar ja, het opleiden is ook heel leuk. De jonge paarden die ik nu rijd zijn tussen de drie en de zes. Daar ga ik echt niet elke dag op zitten. Ik ben namelijk meer van het langetermijndenken.”

Geen stress

Ze legt uit: “Ik doe het in de training heel rustig aan en het gaat op het tempo van het paard. Alles gaat met harmonie. Ik wil geen stress bij de paarden en houd niet van afdwingen. Op die tour ga ik rustig verder met de jonge paarden. Als ze een jaar of negen zijn kunnen ze rustig aan doorstromen naar het hogere niveau. Ik streef er naar dat ze het op hun achttiende nog kunnen. Hier heb ik nog steeds een paard van negentien staan, die ik morgen zo mee zou kunnen nemen. Dat is wat ik wil.”

Versimpelen

De afwisseling tussen het trainen van spring- en dressuurpaarden bevalt Denise goed. “Bij de springpaarden moet het allemaal vooral heel simpel en los zijn. Ik krijg vaak te horen dat de paarden die ik heb opgeleid heel goed na te rijden zijn voor iedereen. Dat is het grootste compliment dat je kunt krijgen. Ik denk dat ik veel dingen versimpel, waardoor het relaxter wordt. Als ik foto’s van wedstrijden terugkijk zie ik mijzelf ook alleen maar lachend op een paard zitten. Ook al lees ik daarna het commentaar en weet ik dat het beter kan, het blijft altijd heel leuk.”

Naar de Grand Prix

“Ik geniet echt elke dag van alles wat ik hier doe en ik denk mijn paarden ook”, stelt ze. “Dat is hier het allerbelangrijkste. Als ik naar de toekomst kijk wil ik nog heel graag Grand Prix rijden. Met mijn vorige Lichte Tour-paard was ik heel dichtbij, maar toen kwam er een aanbod op ons pad dat we niet konden afslaan. Natuurlijk heb ik wat goede paarden in de pijplijn, maar uiteindelijk zijn we een handelsstal. Ik weet dus niet zeker of zij lang genoeg blijven. Ik hoop dus dat er een paard op mijn pad komt waarmee ik wél door kan. Als er zich nu een kans aanbiedt, dan zou ik het gelijk doen. Absoluut”, besluit ze.

Bron: Hoefslag, overname zonder bronvermelding én schriftelijke toestemming via webredactie@mediaprimair.nl is niet toegestaan.

Foto: Matthew van Veen