De bitfitter “Niet alleen voor de professionele ruiters”

Meer dan alleen het bit.

“Vanaf mijn vierde jaar rijd ik al paard”, vertelt Ymke. “Ik heb op verschillende stallen gewerkt. Hoofdzakelijk binnen de springsport, maar af en toe heb ik ook een uitstapje gemaakt naar de dressuur. Het opleiden van jonge paarden vind ik leuk. De paarden zo opleiden dat een ander ook weer lekker wegrijdt met een paard. In 2016 was ik bij een introductieweekend over bitfitten en ik was meteen enthousiast. Daar wilde ik meer mee gaan doen. Bij de IEEBF heb ik de opleiding tot Professional Bitfitter gevolgd . Hier leer je uiteraard alles over bitten, maar ook tandheelkunde en anatomie van het paard komt aan bod. Ik heb alle vijf de modules gevolgd en ik mag me Professional Bitfitter noemen.”

Veel zaken zijn belangrijk voor je bit keuze.

“Als ik bij een klant kom kijk ik eerst naar het gebit. Ik kijk of dit in orde is, dat er geen wondjes, wolfstanden of andere zaken mis zijn. Daarna kijk ik of het hoofdstel goed past. Of alle gevoelige delen van het hoofd vrij zijn. Vervolgens gaat de ruiter rijden met zijn eigen bit en hoofdstel en bekijk ik hoe de ruiter zit en beweegt en hoe het paard beweegt en in welke mate hij het bit aanneemt. Het totaal plaatje is belangrijk”, vervolgt Groenendijk. “Hoe reageert een paard. Heeft hij zijn mond open, is de hand van de ruiter stabiel of juist wat onrustig. Hoe is het paard gebouwd en wat is je doel. Al deze zaken zijn belangrijk in de keuze van een bit.”

“Soms al na een paar passen”

Hoe lang heb je nodig, voordat je weet, dit is het juiste bit? “Daar verbaas je jezelf steeds weer over!” zegt Ymke enthousiast. “Dat gaat echt binnen een paar minuten. Soms al na een paar passen. Een paard geeft zo goed aan wat hij fijn vindt of juist onprettig vindt. Je ziet dat hij zichzelf direct minder opkrult, of juist wat losser is. De ruiter voelt het ook echt meteen. En het paard wordt losser in zijn beweging. Dat is zo mooi om te zien.”

Enkel gebroken bit is je laatste keuze. 

“Je hebt voor iedere mond een ander bit, maar ook voor iedere ruiter. Zo kan bijvoorbeeld een ruiter met een mooie stille hand, heel goed rijden met een watertrens. Terwijl een wat onrustige ruiter meer kan hebben aan een bit met vaste ringen, zoals bijvoorbeeld bij een bustrens. Daar loopt de beweging wat vloeiender weg”, legt Ymke uit. “Een enkel gebroken bit is wel vaak mijn laatste keuze. Een dubbel gebroken ligt meestal wat beter in de mond, omdat het twee scharnieren heeft en mooier over de tong ligt. Het grote nadeel van een enkel gebroken bit, is dat beide zijdes niet even lang zijn”, vervolgt Groenendijk. “Uiteindelijk willen we toch dat een paard aan beide kanten gelijk is. Dan moet ook het bit aan beide kanten gelijk zijn. Als een dubbel gebroken trens niet goed ligt, kijk ik eerst naar een ongebroken bit.”

“Hoe meer kennis je hebt, hoe beter je wordt”

Jij hebt je opleiding gevolgd bij de IEEBF? “Ja, dit is een Nederlandse opleiding, waar je diverse modules kan volgen. Voor mij hoeft het vak bitfitter niet echt een keuze richting te zijn bij de huidige mbo of hbo-opleidingen. Wel is het goed, om de leerlingen al wat te leren over de diverse bitten. Hoe deze werken en wat doen ze in de mond. Dit kan prima tijdens een workshop of gastles. Naast mijn opleiding tot bitfitter, heb ik ook Bewegingswetenschappen gestudeerd. Het is heel belangrijk om te weten hoe een paard beweegt en waarom hij zo beweegt. Blijven bijscholen is altijd goed. Hoe meer kennis je hebt, hoe beter je wordt”, sluit Ymke af.

Bron: Hoefslag, overname zonder bronvermelding én schriftelijke toestemming via webredactie@mediaprimair.nl is niet toegestaan 

Foto: Christina de Boer