Van Silfhout Alex, Van Baalen Coby
Olympic Games Tokyo 2021
© Hippo Foto - Dirk Caremans
21/07/2021
Van Silfhout Alex, Van Baalen Coby Olympic Games Tokyo 2021 © Hippo Foto - Dirk Caremans 21/07/2021 Foto: Dirk Caremans

#Tokio | Alex van Silfhout: ‘Tegen die mensen zeg ik: het kán niet!’

Algemeen

Bondscoach Alex van Silfhout maakt zich op voor de grootste wedstrijd in zijn carrière als chef d’equipe van de Nederlandse dressuurruiters. Dinsdag is de landenwedstrijd op de Olympische Spelen in Tokio. Kan Nederland daar een medaille gaan halen? Onze verslaggever ter plaatse sprak na afloop van de avondtraining in de Japanse schemering met Alex van Silfhout.

Advertisement

Alex, jullie hebben net getraind. Hoe zijn de paarden eraan toe?

“Goed, ze zijn topfit. Alle vier. Ze liepen ook allemaal heel fijn. Dus voor nu zie ik het positief in. Ik heb er zeer zeker vertrouwen in. Het moet natuurlijk eerst nog gebeuren, maar ze zijn fit en het lijkt goed zo.”

Waar moesten jullie nog de puntjes op de i zetten?

“Nou, Marlies had natuurlijk niet haar beste rit. Dat was erg jammer. We hebben eens goed nagedacht waarom het minder ging dan Go Legend normaal doet. En we zijn tot de conclusie gekomen dat we ‘m scherper aan moesten hebben en dat we minder tijd moeten nemen voor het losrijden. Nu in de training ging het heel goed, dus ik reken erop dat het morgen ook lukt.”

Hoe merk je zoiets dan? Is dat filmpjes terugkijken, met elkaar praten?

“Je merkt het in het losrijden al. Dat je zoiets hebt van: het is net te veel. Hij heeft dan net het scherpe eraf, dat energieke is dan net kwijt. Dan weet je dat het met vermoeidheid te maken kan hebben. Dat hij toch de belangstelling kwijt raakt, bij wijze van spreken.”

Heb je nog een arm op de schouder van Marlies gelegd en wat bemoedigende woorden toegesproken?

“We hebben het er wel even goed over gehad, waarom het minder ging. Uiteindelijk ging het minder, maar als je die dikke fouten in de eners ziet - waar je al anderhalf procent mee weggooit - en nog wat slordigheden, dan is het nog helemaal zo gek niet. Maar je moet het wel allemaal kloppend houden. Marlies is ervaren genoeg om te weten dat als er iets gebeurt je het helemaal gaat uitpluizen waarom dat gebeurt en hoe je het anders moet doen. En dan moet je dat ook doen.”

Hoe is het voor jou om hier als bondscoach op een Olympische Spelen te zijn?

“Het is natuurlijk een heel uitzonderlijke situatie, met al die regels. Dinja van Liere en ik werden ook nog eens gedeeltelijk in quarantaine gezet. We mochten nog wel trainen. Een paar dagen na aankomst kwamen ze naar ons toe dat we bij iemand in het vliegtuig hadden gezeten die corona bleek te hebben. Dan gaan ze de mensen die eromheen gezeten hebben isoleren. Het was niet dat vliegtuig waar al die positieve gevallen in zaten. Wij kwamen een dag eerder. Toen werden we meteen apart gezet.”

Schrok je toen?

“Ja! Uiteindelijk konden we nog wel ons ding doen, maar bijvoorbeeld in de eetzaal eten kon niet. Anderen moesten ons eten komen brengen. Allerlei dingen waar het heel onhandig van wordt. Je moet echt uit de buurt blijven van anderen, omdat ze bang zijn dan het dan misgaat. Dat is wel echt een handicap moet ik zeggen. Momenteel mag ik in het olympisch dorp nog niet de eetzaal in. Op het Equestrian Park hebben ze toestemming gegeven dat we in de eetzaal mogen en een soort van vrij rond mogen lopen. We worden iedere dag getest en we zijn de hele week negatief.”

Nemen jullie dat ook mee de wedstrijden in? Al die rompslomp en dat gedoe.

“Nee, op zich niet. Uiteindelijk zijn we hier om zo goed mogelijk te rijden en om te scoren. Daar focussen we ons op. Ik moet zeggen dat niemand daar een uitzondering in is. Het is alleen makkelijk om straks een smoesje te verzinnen als het niet goed ging, haha!”

In de Grand Prix eindigde Nederland als 5de. Wat zegt jou dat?

“Nog lang niet alles. Ik vond dat Edward Gal en Hans Peter Minderhoud allebei een heel fijne proef neerzetten. Bij Total US zie je dat hij telkens steeds meer bevestigd raakt. Je ziet nog schoonheidsfoutjes, maar daarvoor is het nog een jong paard. Het positieve daarin is, is dat er nog veel rek in zit. En Dreamboy, ja, die is zo bevestigd en zo fijn voor elkaar. Hans Peter laat de laatste tijd echt mooie proeven zijn. Rijdt geen fouten. Dus daar waren we heel blij mee.”

Denk je dat er een medaille in kan zitten?

“Nouja, uhm. Als het echt loopt en het goed gaat, is het best wel een uitdaging. Het is niet onmogelijk. We hebben natuurlijk wel met wat fikse concurrenten te maken. Maar we hebben het eerder meegemaakt: de strijd is pas gestreden als de wedstrijd afgelopen is. Het EK in Rotterdam is daar inderdaad een mooi voorbeeld van.”

Er zijn wat mensen die zeggen: Alex moet Dinja van Liere gewoon de kans geven in de landenwedstrijd. Wat zeg je tegen die mensen?

“Dat het niet kán. Dat kan alleen om veterinaire redenen. (Lees ook dit artikel hierover). Als er een ander paard echt niet in orde is, is dat een mogelijkheid. Maar buiten dat is dat niet van toepassing. Het kan helemaal niet.”

Begrijp je die tendens wel?

“Uh, pff. Het is zo makkelijk. Ze zitten allemaal thuis een ideetje te hebben. En misschien zijn er mensen die Dinja heel aardig vinden, of weet ik wat. Dan beginnen ze allemaal te roepen wat er anders moet. Het is een beetje hetzelfde als met voetballen. We hebben 17 miljoen bondscoaches. En dat is bij ons precies hetzelfde. Alleen dan misschien iets mindere aantallen. Dus uiteindelijk is mijn doel om zo goed mogelijk hieruit te komen. En ik laat echt niks onbenut om het zo te laten gebeuren. Ik zal altijd gaan voor het hoogst mogelijke. Maar het moet wel kunnen.”

Het gaat nog niet zo lekker met de Nederlandse medailles op de Olympische Spelen. Krijg je daar wat van mee?

“Ja hier en daar wel. Vanmiddag Mathieu van der Poel die onderuit ging. Zo zie je maar weer: een wedstrijd blijft een wedstrijd. Je moet het geluk op je hand hebben, je moet de flow hebben, het moet allemaal lopen. En dat is iedere wedstrijd weer een verrassing.”

Het wordt spannend morgen, zin in?

“Ja.” Hij grijnst. 

Door: Robert Hüsken