Afbeelding

Schijf van vijf voor paarden

Welzijn Opvallend

Over correct paarden voeren valt veel te leren en lezen, in boeken, tijdschriften en op websites. Zowel merkgebonden websites van bijvoorbeeld voederfabrikanten en -leveranciers als onafhankelijke websites spreken elkaar nog wel eens tegen. Hoe weet je nu als paardeneigenaar of je een goede maaltijd voor je paard hebt samengesteld? De schijf van vijf helpt, ook bij paarden. 

Advertisement

Ingeburgerd

Om mensen te helpen voor gezonde voeding te kiezen ontwikkelde het Voedingscentrum meer dan zestig jaar geleden de schijf van vijf. Inmiddels is die zo ingeburgerd dat jong en oud bekend is met de vijf voedingsgroepen. 

Het Paarden Kennis Centrum heeft om dezelfde reden een hulpmiddel voor paardeneigenaren ontwikkeld: de vijf voervoorwaarden. Hiermee zie je als paardeneigenaar in één oogopslag hoe je je paard gezond kunt laten eten. De vijf lagen vertegenwoordigen belangrijke voedingsbronnen, noodzakelijk om het lichaam van je paard gezond te houden. 

De grootte van de lagen geven een indicatie hoeveel je paard dagelijks uit die laag moet eten. Bij de vijf voervoorwaarden horen vijf regels die aangeven waar je extra op moet letten bij het kiezen en doseren van voeding. Net als voor mensen is gezonde voeding voor het paard ook van belang om gezond te blijven. Veel voorkomende en soms dodelijke aandoeningen bij het paard komen voort uit voedingsproblemen, te denken valt aan koliek, maagzweren, spierstijfheid en hoefbevangenheid.

Hooi, voordroog en stro

De eerste laag is die van vezelrijke producten als hooi, voordroog en stro. Zij voorzien je paard van onmisbare voedingsstoffen, zoals energie, eiwitten, vezels en mineralen. 

Door voldoende vezels te voeren houd je de darmflora in balans en produceert die verschillende vitamines (B en K) en vrije vetzuren (VVZ). Dankzij vezels wordt voedsel met de juiste snelheid door het maag-darmkanaal heen getransporteerd. Zo kunnen alle voedingsstoffen goed worden opgenomen. Er bestaat onder paardeneigenaren veel verwarring over de termen kuil en voordroog.

Als het om paardenvoeding gaat, is het belangrijk dat het product goed droog is, veel vezels bevat (grofstengelig), niet stoffig of beschimmeld is en een constante kwaliteit heeft. Stro bevat wel veel vezels, maar is niet geschikt om in grote hoeveelheden aan je paard te voeren.

Water

Water is van levensbelang. Het is noodzakelijk om de vochtbalans op peil te houden, om voedingsstoffen te transporteren en de lichaamoestemperatuur te regelen. Het paard verliest dagelijks veel vocht door urine en zweet. 

Dit verlies moet aangevuld worden met schoon drinkwater. De hoeveelheid water die een paard per dag drinkt is afhankelijk van veel factoren. Een paard waarvan het rantsoen voor een groot deel bestaat uit droge producten zoals hooi, stro en krachtvoer, drinkt meer dan een paard dat voornamelijk gras eet (gras bestaat voor 80% uit water). Ook de buitentemperatuur, de luchtvochtigheid en de hoeveelheid arbeid die het paard moet leveren, bepalen hoeveel het paard drinkt. Een paard heeft voor onderhoud 5 liter en met behoorlijke arbeid 10 liter water per 100 kg nodig. Dit betekent dat een paard van 500 kilo 25 tot 50 liter water per dag drinkt.

Groenvoer

Deze laag omvat gras, luzerne en andere groene planten. Deze planten leveren een onmisbare voedingsstof: eiwitten. Eiwitten zijn nodig als bouwstof in de cellen en voor de aanmaak van (spier)weefsel in het lichaam. 

Eiwitten zijn vaak ten onrechte aangewezen als veroorzaker van diverse aandoeningen, maar diverse onderzoeken hebben aangetoond dat eiwitten geen negatieve invloed hebben op het paard en zelfs van levensbelang zijn. Eiwitten zijn opgebouwd uit essentiële en niet-essentiële aminozuren. Essentiële aminozuren kan een paard niet zelf aanmaken en moeten in het voer zitten, voor niet-essentiële aminozuren is dat van minder belang. Vooral luzerne bevat veel essentiële aminozuren, gemiddeld hooi en stro doen dat doorgaans niet.

Vet en olie

Deze laag bevat voedingsmiddelen die rijk zijn aan vet, zoals lijnzaad, maïs en plantaardige oliën. Vet is een belangrijke en goede leverancier van energie en is daarbij nodig voor de opname van vetoplosbare vitaminen. 

Het huidige dieet van het paard is vaak arm aan vet. Dit is jammer omdat het paardenlichaam goed kan omgaan met vet en er veel energie uit haalt. Vooral paarden die actief zijn in duursporten (bijvoorbeeld endurance) of erg druk van karakter zijn, kunnen gebaat zijn bij een vetrijk dieet. Ook voor schrale paarden is een vetrijk rantsoen goed.

Aanvullende voeding

Deze laag omvat aanvullende voedingsbronnen zoals krachtvoer (granen, biks en muesli) en supplementen. Deze producten worden gebruikt om eventuele tekorten in energie, vitaminen en mineralen aan te vullen. Voor een recreatiepaard dat een gemiddelde hoeveelheid arbeid levert, is wat energie betreft maar een minimale aanvulling op een ruwvoerdieet noodzakelijk. Wel zijn de vitaminen en mineralen belangrijk om het lichaam gezond te houden. Het komt geregeld voor dat alleen ruwvoer dan niet voldoende is.   

Vijf basisregels

Bij de schijf van vijf horen vijf basisregels. 

  1. De basis is vezelrijk
  2. Geef voldoende vers water
  3. Geef voeding en beweging in balans
  4. Geef verdeeld over de dag eten
  5. Voer veilig

1. Vezels zijn de basis

Vezels zijn de basis van het dieet van het paard. Het paard is een steppedier dat in de natuur leeft van grassen, kruiden en takken. Hierop is het spijsverteringsstelsel afgestemd; ruim tweederde van het spijsverteringskanaal houdt zich bezig met de vertering van vezels. Deze vertering gebeurt voornamelijk in de blinde- en dikke darm en door bacteriën. 

Vooral hooi en stro zijn vezelrijk, maar ook voordroog en luzerne leveren vezels. Gras doet dit nauwelijks. Voldoende vezels en niet te veel variatie in de samenstelling van het dieet houden de darmflora in een optimale conditie. Wanneer het paardenlichaam plotseling minder vezels,  bedorven of suiker- en/of zetmeelrijk voedsel krijgt, raakt de darmflora verstoord en kunnen de bacteriën niet meer hun werk doen. Ook een antibioticakuur heeft een negatieve werking op de darmflora.

 Voer veranderingen in het rantsoen langzaam door om de darmflora te laten wennen en houdt als basis van het rantsoen een vezelrijke voedingsbron met een laag energiegehalte en voldoende vitaminen en mineralen. Om te berekenen hoeveel ruwvoer je paard of pony moet krijgen heb je het lichaamsgewicht van je paard nodig en het droge stof (DS-)gehalte van het voedingsmiddel.

Dit verschilt per voedingsmiddel, zo is hooi droger dan voordroog. Gebruik de volgende vuistregel: 2% van het lichaamsgewicht aan ruwvoer in DS. Voor een paard van 500 kilo is dit 12 kg hooi of 15 kg voordroog. Een paard haalt hier voldoende energie uit voor het leveren van één uur beweging met een gemiddelde intensiteit.

2. Geef voldoende vers water

Voldoende water is van levensbelang. Paarden moeten onbeperkt toegang hebben tot voldoende, schoon drinkwater. Wanneer paarden leven op een grasdieet, halen ze een aanzienlijke hoeveelheid water uit gras, maar daarnaast moeten ze toegang hebben tot schoon drinkwater. In de winter bevriezen drinkbakken vaak, maar juist in de winter heeft het paard extra vocht nodig. 

Het rantsoen bestaat dan vaak uit hooi, voordroog en/of stro en de vertering van deze voedingsmiddelen levert warmte. Het lichaam heeft vocht nodig om de lichaamoestemperatuur te reguleren. Houd drinkbakken schoon en vorstvrij. Buitendrinkbakken kunnen eventueel vorstvrij gehouden worden door wat stro boven op de drinkbak te leggen of een rubber bal in het water te leggen.

3. Geef voeding en beweging in balans

Meer dan de helft van de paarden in Nederland is te dik. Dit heeft verschillende oorzaken. Het hooi en gras in Nederland zijn zeer energierijk en veel paarden krijgen in verhouding tot de hoeveelheid energie in hun eten te weinig beweging. 

Wanneer een paard meer energie binnenkrijgt dan het lichaam verbrandt, komt het aan. Voeding en bewegen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Geef je paard een rantsoen dat past bij de hoeveelheid en intensiteit van de beweging die het krijgt. Een paard dat één uur per dag recreatief wordt gereden heeft bij voldoende ruwvoer nauwelijks een verhoogoede energiebehoefte. Extra krachtvoer is in de regel dus niet nodig.

4. Kleine porties de hele dag

Het paard is een vluchtdier. Het paardenlichaam is erop ingesteld de hele dag door kleine porties te eten, zo blijft de spijsvertering in beweging. Bij voorkeur eet het paard zo’n 16 uur per dag met niet langere tussenpozen van twee uur waarin het niet eet. Blijft de maag langer leeg, dan produceert de maag te veel maagzuur en kan het paard last krijgen van maagzweren. 

Maagzweren zijn pijnlijk en verminderen op den duur de weerstand en algemene conditie van je paard. Het is een uitdaging om een paard voldoende tijd te laten eten zonder dat het te dik wordt. Het paard moet een afgepaste hoeveelheid ruwvoer krijgen en hier wel 12 tot 16 uur over doen. Dit is te realiseren door het paard kleine porties ruwvoer verspreid over de dag te geven (minimaal 4 keer gelijk verdeeld over 24 uur) of gebruik te maken van een slowfeeder. Slowfeeders zijn zo ontworpen dat een paard een afgepaste hoeveelheid ruwvoer tot zich neemt, maar dan langzamer dan het zou doen als het los zou worden gevoerd.

5. Voer veilig

Jaarlijks worden veel paarden ziek door voedsel van slechte kwaliteit. Op gras kunnen diverse schimmelsporen (mycotoxinen) leven waarvan het paard ziek wordt en in de weide bevinden zich geregeld giftige planten, zoals jakobskruiskruid. Controleer de weide regelmatig. Op hooi leven diverse schimmels waarvoor paarden gevoelig zijn. Voordroog schimmelt alleen als het wordt geopend.

 Pas daarom op met pakken die beschadigd folie hebben. Wanneer een baal eenmaal geopend is, moet deze binnen een week op zijn. Van de aanvullende voedingsmiddelen staan vooral wortelen bekend om hun bederf, maar ook granen, muesli’s en brokken die in een afgesloten ton op een warme plaats bewaard worden zijn een risico.

 Dit geldt ook voor silo’s waarin door condensvorming schimmel kan ontstaan. Bewaar aanvullende voedingsmiddelen altijd donker en droog op een koele plaats. 

Tekst: Annette van Weezel Errens