Bianca Schoenmakers - Daylight
Jumping Indoor Maastricht 2017
© DigiShots
Bianca Schoenmakers - Daylight Jumping Indoor Maastricht 2017 © DigiShots

Bianca Schoenmakers: “Nageeflijkheid is het gevolg van goed paardrijden, geen doel op zich”

Springen

Naar aanleiding van een protocol dat een van haar leerlingen mee naar huis kreeg, plaatste Bianca Schoenmakers een bericht op Instagram. Schoenmakers pleit ervoor om in de basissport minder te letten op nageeflijkheid en meer op correctheid. “Doordat er zo de nadruk op nageeflijkheid ligt, gaan ruiters alleen maar harder aan de teugels trekken en bereik je het tegenovergestelde”, vertelt ze aan Hoefslag.

Advertisement

Zes keer ‘ronder’

De leerling van Schoenmakers had met haar pony een B-dressuurproef gereden. Daar stond wel zes keer op dat de pony ronder moest blijven tijdens verschillende oefeningen. “Ik schrok daar wel een beetje van”, stelt de amazone. “Ik weet hoe dit meisje rijdt en ze kan haar pony gewoon nog niet nageeflijk rijden. Daarom hoefde ze ook echt geen hoge punten te rijden, want dat zat er gewoon nog niet in. Maar als er wel zes keer op het protocol staat dat haar pony ronder moet lopen, moet ik als instructeur praten als Brugman om te zorgen dat zij haar paard niet in de krul trekt.”

Meer ruggebruik

Ter vergelijking noemt Schoenmakers hetgeen dat op het tweede protocol van de jonge amazone stond. “Helemaal aan het einde, bij het overzicht van punt 26, stond er dat de pony meer ruggebruik mocht tonen. Dat is prima, want dan gaat mijn leerling denken vanuit de rug en niet vanuit het ronder houden en aan het hoofd trekken. Aan de hand van de reacties die onder mijn bericht komen merk ik dat meer mensen dit tegenkomen. Ik ben heel actief op social media en de meest gestelde vraag is: ‘Heb je tips voor het aan de teugel rijden?’. Maar misschien zijn deze mensen daar nog helemaal niet aan toe. Er wordt te veel op dat krulletje in de nek gefocust.”

Correct nageeflijk rijden is moeilijk

Waar moet er dan op worden gelet? “Ik vind dat er op houding, zit en balans moet worden gejureerd. Ik heb een video van het proefje gezien en de dingen die ik zou zeggen, hadden daarmee te maken. Ellebogen naar binnen houden, schouders mooi naar achter en benen wat stiller. Hier en daar was er wat activiteitsverlies. Maar het is B dressuur. We hebben het hier over een B-proef. Dat hele nageeflijk rijden en de houding aan de voorkant, dat is voor mij iets waar je aan werkt als je verder bent. Correct nageeflijk rijden is een van de moeilijkste dingen in het paardrijden. In de krul trekken niet. En daar kan veel in fout gaan.”

Eigen fouten

Schoenmakers geeft toe dat ook zij fouten heeft gemaakt in het verleden. “Toen ik nog 8-10 paarden per dag reed, deed ik er ook wel eens een slof aan. Maar ja, dat doet niets meer dan die kop naar beneden trekken met twee keer zoveel kracht dan je in je handen hebt. Uiteindelijk bereik je er niets mee. Ergens voelde ik wel dat het niet goed was wat ik deed, maar ik wist ook niet goed hoe ik er uit kon komen. Sinds 1,5 jaar rijd ik minder paarden en sindsdien heb ik er geen slof meer aan gehad. Ik merk dat ik bij de paarden die ik rijd veel meer voor elkaar krijg dan dat ik ooit deed, omdat ze nu correct lopen.”

Kop in de krul

Waarom rijden we eigenlijk nageeflijk? “Omdat het paard ons dan makkelijker kan dragen. We zorgen dat het bekken kantelt, waardoor het achterbeen onder kan treden. Daardoor spant het paard de buikspieren aan en ontspant hij zijn rug, waardoor wij makkelijker kunnen zitten. Het gevolg daarvan is dat het paard ook de hals laat vallen. Wat ik nu vaak zie is dat eerst de kop in de krul wordt getrokken omdat ze denken dat het goed is, maar dat doet niks. Je komt het helaas op alle niveaus nog tegen.”

Afstraffen niet nodig

Toch begint het volgens Schoenmakers in de basissport. “Als er vanaf het begin meer naar losgelatenheid en activiteit gekeken wordt, leren ruiters dat de hals niet het belangrijkste is. Eigenlijk vind ik dat er in de B en L dressuur nog niet naar nageeflijkheid moet worden gekeken. Als een ruiter een proef rijdt, en het paard komt iets tegen de hand in, maar het is verder een goed beeld, waarom moet dat dan afgestraft worden? Ik heb het dan niet over een paard dat het bit vastpakt en gaat lopen, maar een paard dat iets zijn neusje eruit heeft. Als verder ontspannen en in balans is, dan hoeft dat geen 5 te zijn. Dat kan in mijn ogen nog steeds een 6 of een 7 zijn.”

Ze sluit haar verhaal af: “Natuurlijk moet er vanaf het M dressuur echt wel een vorm van aanspanning zijn. Toch denk ik dat je het ruiters veel makkelijker maakt door de focus niet zo op de hals te leggen. Het levert minder frustraties op en ze leren beter rijden. Als je de basisvoorwaarden van houding, zit en balans goed voor elkaar hebt, dan komt het nageeflijk rijden vanzelf.”

Tekst: Femke Verbeek

Bron: Hoefslag / Overname zonder bronvermelding en schriftelijke toestemming via webredactie@mediaprimair.nl is niet toegestaan.

Foto: © DigiShots