Afbeelding
HVPhotography

Wáárom houden we eigenlijk (van) paarden?

Algemeen Opvallend

Het is een vraag die weinig gesteld wordt en waar we eigenlijk geen goed antwoord op hebben. De meeste ruiters kunnen vaak nog wel uitleggen wat ze doen met hun paarden. De betere ruiters kunnen uitleggen hoe ze hun paarden houden en trainen. Bijvoorbeeld aan de hand van een principe of een trainingsmethode. Maar heel weinig ruiters kunnen uitleggen wáárom ze (van) hun paard houden. Terwijl het antwoord op die vraag juist essentieel is.

Advertisement

Het wáárom gaat niet over trainen of presteren

Het antwoord op het ‘wáárom’ lijkt heel voor de hand liggend. Voor iedereen die dagelijks met paarden omgaat zelf zo vanzelfsprekend, dat we er nooit meer bij stil staan. Wanneer je de vraag stelt, krijg je meestal een antwoord in de trant van ‘De dressuur is er voor het paard’ of ‘Als we het paard correct trainen, dan kan hij zijn werk beter voor ons doen’. Maar dat is nog steeds geen antwoord op de ‘wáárom-vraag’. Het ‘wáárom’ gaat niet over trainen of presteren. Het gaat ook niet over of je je paard klassiek, natural of met R+ traint. Het ‘wáárom’ gaat over je waarden en je bedoeling waarmee je een relatie met het paard bent aangegaan. 

Dat wij kunnen uitleggen waarom we (van) paarden houden is actueler dan ooit. Op individueel niveau dwingt de vraag ons tot zelfreflectie. En zelfreflectie is zo ongeveer de belangrijkste eigenschap om je te kunnen ontwikkelen tot een goede en bewuste ruiter. Op collectief niveau is het ook belangrijk dat we die vraag goed kunnen beantwoorden. De paardensport ligt onder een vergrootglas. De verdeeldheid binnen de paardenwereld en de steeds kritischere publieke opinie vormen een reële bedreiging voor het algehele bestaansrecht van het partnerschap tussen paard en mens. 

Maatschappelijk draagvlak is een gezamenlijke verantwoordelijkheid

Als we niet meer kunnen rekenen op het maatschappelijke draagvlak voor onze relatie met het paard, worden we straks weggezet als een barbaarse praktijk zoals stierenvechten. Maar de relatie met ons paard is zoveel meer dan sport en entertainment. Voor de meeste van ons is het paard onlosmakelijk met ons leven verbonden. Het is onze verantwoordelijkheid dat we de buitenwereld laten zien dat dat wat wij met onze paarden doen maatschappelijk, duurzaam en ethisch verantwoord is. 

In de afgelopen decennia is er veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar paarden en paardenwelzijn. Maar ook wetenschappelijk onderzoek geeft geen antwoord op de vraag wat de bedoeling en de betekenis is van onze relatie met paarden. De wetenschap onderzoekt namelijk alleen het ‘wat’ en ‘hoe’. Dat heeft vooral inzichten opgeleverd op het gebied van paardengedrag, training, verzorging en paardenhouderij. Allemaal heel waardevol, maar het zegt nog steeds niets over onze bedoeling. 

Terug naar de bedoeling 

Om te voorkomen dat we weer verzanden in allerlei discussies en dogmatische tegenstellingen, is het belangrijk dat we stilstaan bij de bedoeling. Wáárom houden we nu eigenlijk (van) paarden? In 1950, aan het begin van de grote wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog, toen de rol van het paard verschoof van oorlog/werkdier naar sport en recreatie leek er meer aandacht te zijn voor de bedoeling: 

“De inspanning, welke is vereist om te komen tot een volmaakt samengaan van mens en paard, tot in de kleinste beweging, heeft een grote opvoedende werking, terwijl het geheel opgaan in een zo inspirerend onderwerp als het paard tegelijkertijd een diepe vreugde schenkt.” - Prins Bernard (1950) Voorwoord Handleiding t.b.v. Nederlandse Ruiters en hun Instructeurs 

Van vreugde naar flow

In 1950 sprak men over diepe vreugde. Tegenwoordig wordt dat ook wel vertaald als een staat van ‘flow’. Flow is een staat van optimale ervaring en een proces van totale betrokkenheid bij het leven, waarbij we boven onszelf uitstijgen. Mensen met paarden herkennen die staat wanneer zij helemaal opgaan in datgene wat zij doen met hun paard en zij zich niet meer bewust zijn van omstanders. Ze hebben geen besef meer van tijd, ze voelen zich één met hun paard en alles lijkt ineens vanzelf te gaan. 

Je kunt een staat van flow in bijzijn van paarden beleven, maar het ultieme is de staat van flow samen mét het paard beleven. Ook bij paarden is een staat van flow te herkennen. In de dressuur wordt die staat omschreven als een staat van harmonie, wanneer er sprake is van losgelatenheid of durchlassigkeit. Het paard is attent en er is een juiste balans tussen fysieke aanspanning en mentale ontspanning. 

Een staat van flow laat zich niet afdwingen, het wordt alleen bereikt door los te laten. Een echte staat van flow met het paard wordt bereikt wanneer gedachten worden losgelaten over wat je moet zijn om succesvol of goed genoeg te zijn in de ogen van een jury, betrokkenen of omstanders. Flow ontstaat wanneer je niet wordt gedreven door emoties, verwachtingen of externe druk. Aan de basis ligt een diepe intrinsieke motivatie en verlangen naar een connectie met het paard. 

In een staat van flow balanceren paard en ruiter op de grens van te veel en te weinig uitdaging. Veel topprestaties in de paardensport vinden plaats in een staat van flow. Maar ook doorbraken in de training of tijdens een heerlijke buitenrit. De staat van flow is niet voorbehouden aan de meest ervaren ruiters. Een staat van flow staat ook niet gelijk aan een perfecte rijtechnische uitvoering. Flow wordt niet pas ervaren wanneer er niets meer te verbeteren valt, maar wanneer er niets meer los te laten valt. Iedereen kan die staat op ieder niveau ervaren, want waar de grens tussen te veel en te weinig uitdaging ligt is voor iedereen anders.

Het paard schenkt ons diepe vreugde. De reden waarom we (van) paarden houden is net zo simpel als complex. Het hebben van plezier met het paard betekent namelijk niet dat alle handelingen die het plezier van de ruiter vergroten goed en gerechtvaardigd zijn. Zo werden er in 1950 duidelijk voorwaarden gesteld aan het voorrecht om diepe vreugde te mogen beleven met het paard; 

“De paardensport kweekt zelfstandigheid en doortastendheid bij de ruiter zodanig aan, dat ik daarom eenieder, hiertoe maar enigszins in de gelegenheid, wil aanraden deze sport te beoefenen; op één voorwaarde; namelijk dat hij zich van meet af aan voorneemt van het rijden ook een grondige studie te maken. Want slechts dan geeft de inderdaad vereiste grote inspanning bevrediging en zal men met volle teugen kunnen genieten van hetgeen het paard en de rijkunst de mens bieden.” - Prins Bernard (1950) Voorwoord Handleiding t.b.v. Nederlandse Ruiters en hun Instructeurs 

Horsemanship in de 21ste eeuw; terug naar oude waarden met de inzichten van nu 

De hippische sector heeft zich sinds de jaren ‘50 enorm ontwikkeld. Er zijn allerlei stromingen en disciplines bijgekomen. Anno 2021 zijn er heel veel manieren waarop mensen genieten van hetgeen paarden ons te bieden hebben. Dit vraagt om ruimte voor diversiteit. Om boven de verdeeldheid uit te kunnen stijgen, moeten we terug naar oude waarden, maar dan met de inzichten van nu. (Lees ook de blog over paardrijlessen uit 1950) Door minder vanuit traditie, starre idealen en regelgeving te denken. En meer vanuit de bedoeling, variatie, waarden en principes. 

De huidige uitdagingen rondom het sociaal draagvlak en het welzijn van paarden lossen zich niet op met de tunnelvisie van de vele huidige trainers, activisten en experts. Met mensen die vooral hun eigen ego willen laten gelden of idealen willen doordrukken. Dat kan alleen als we collectieve kennis en expertise bundelen door samenwerking en bereid zijn te zoeken naar gemeenschappelijke waarden en uitgangspunten. Wanneer we met elkaar onderdeel van de oplossing willen zijn, in plaats van het probleem. 

Een mooiere paardenwereld begint bij jezelf 

In plaats van paardenwelzijn af te dwingen door het opleggen van nog meer regels, zouden we ons in de eerste plaats zelf verantwoordelijk moeten voelen voor het paard en de legitimering van onze relatie met het paard. Iedere verandering begint bij jezelf. Wat betekent het voor jou om ‘succesvol’ te zijn met je paard? Stel dat vast en handel daarnaar. Maak van het paard en zijn welzijn ‘een grondige studie’, in plaats van een grondige studie te maken van de fouten van ‘de ander’. Weeg constant af of je verwachtingen van je paard nog reëel zijn, en onderzoek regelmatig je opvattingen.

Welzijn van paarden en mensen is met elkaar verbonden 

Terwijl er vooral wordt gediscussieerd over het welzijn van paarden, loopt onze samenleving tegen hetzelfde vraagstuk aan als het gaat om mensenwelzijn. Onze maatschappij en de organisaties waar mensen voor werken worden steeds ingericht volgens bepaalde principes, waarbij systematisch vrijheden van mensen worden beperkt en weggenomen. Om deze intensieve manier van werken en leven te beschrijven bestaat een voor de hand liggende metafoor; de intensieve menshouderij (J. Peters, J. Pauw (2004), Intensieve Menshouderij. Hoe kwaliteit oplost in rationaliteit. Scriptum Books). 

Zoals paarden niet floreren wanneer zij de hele dag in een box staan, zo hebben onnatuurlijke omgevingen als kantoortuinen en fabrieken een negatieve invloed op ons eigen welzijn. Onze hele maatschappij is ingericht op groei, consumptie en productie. Het paard is een statussymbool en een businessmodel geworden. Maar wij zijn als mens ook een dienaar geworden van de economie. Daar betalen we een hoge prijs voor, in de zin van onze gezondheid. Het verklaart waarom er zoveel mensen rondlopen met lichamelijke klachten, overgewicht, depressies en burnouts. Tegelijkertijd lopen er ook ontzettend veel paarden rond die lijden aan stress, blessures, obesitas en aangeleerde hulpeloosheid. Dat is niet zo heel gek als je bedenkt dat de hippische sector ook is ingericht op groei, consumptie en productie.

Paarden worden al op een jonge leeftijd klaargestoomd voor een carrière in de sport. Ruiters wordt geleerd hoe ze optimaal kunnen presteren en sociale media sporen ons aan om altijd in een matching outfit voor de dag te komen. Misschien is het daarom wel dat het er in welzijnsdiscussies zo fel aan toe gaat; we identificeren ons met onze paarden. We willen voor paarden een ‘leven waard om geleefd te worden’, maar we verlangen daar zelf ook naar. We willen dat de natuurlijke behoeften van onze paarden worden vervuld, maar ondertussen we zijn zelf helemaal afgedwaald van onze eigen natuur. 

Paarden brengen ons terug bij wie we zijn 

Door de stress van alledag kunnen wij ons moeilijker openstellen voor een staat van flow met het paard. Terwijl we die connectie en het gevoel van heelheid hard nodig hebben om weer terug te komen bij wie we eigenlijk zijn. De staat van flow brengt ons terug naar onze eigen natuur. Paard en mens samen in een staat van flow beleven een intens gevoel van verbondenheid. In een staat van flow ervaren we heelheid, raken we stress kwijt, verdwijnt ons ego naar de achtergrond en ontstaat er een bewustzijn van een groter geheel. 

Paarden houden daarin ons een spiegel voor. Zij staan alleen een echte connectie toe wanneer wij ons hart openstellen. En om dat te kunnen moeten we eerst de connectie met onszelf terugvinden. Als alles met elkaar verbonden is dan kunnen we het welzijn van paarden en dat van mensen en niet los van elkaar zien. Van paarden kunnen we leren en ervaren dat we onderdeel zijn van een groter geheel, en juist dat besef hebben we hard nodig om met elkaar de uitdagingen van de 21ste eeuw aan te gaan. 

Van paarden kunnen we leren over leiderschap, zorgzaamheid verantwoordelijkheid, communicatie en partnership. Het paard laat ons zien en ervaren dat er méér is. Paarden kunnen ons helpen bij het overwinnen van angst of in het helen ons eigen trauma. De omgang met paarden kan ons leren over onze eigen (gedrags)patronen en (beperkende) overtuigingen. Allemaal vaardigheden die ons helpen om naast de paarden ook een betekenisvol leven te leiden. Juist door deze kenmerken hebben wij het paard nog steeds nodig in onze maatschappij. Hij schenkt ons niet alleen vreugde, maar helpt ons als mens ook weer vooruit in een steeds veranderende wereld. Zoals hij dat al eeuwen doet. 

“Op de rug van je paard, je eerlijkste vrind, 

Met de zon in je hart en je neus in de wind, 

In de vrije natuur en zo blij als een kind, 

Daar ligt toch een geluk, dat je zelden maar vindt.”

C.C. Hasselman (1963), Voorwoord Handleiding t.b.v. Nederlandse Ruiters en hun Instructeurs

Tekst: Jasmijn de Bruijn

Foto: HVPhotography