Foto: Marcel Knaapen
Foto: Marcel Knaapen

Blog Liz Barclay: Atjan Hop, een bescheiden paardenman

Algemeen

Hé, weer een like-je van Atjan Hop. Wie is dat? Maar eens even googlen. Oh, wauw, cool. Hij werkt met Lipizzaners. Ff Maarten Appen. “Hoi, ken jij Atjan Hop?” “Jaa, Heul goed!” “Ik wou hem benaderen voor een blog, wat denk je?” “Vindt ie vast leuk.” 

Advertisement

Berichtje naar Atjan: “Goeiemorgen, Atjan, ik blog voor de Hoefslag. Zou ik je mogen bezoeken voor een gesprek?’ Berichtje terug. “Tsjonge...blush.” “Ik vind je keuze om met Lipizzaners te werken zo bijzonder en daar zou ik graag over willen schrijven.” “Tsjonge...blush-part2.” Er volgt een ontspannen en enthousiaste uitwisseling op messenger, wat sfeerbepalend is voor ons gesprek dat twee weken later plaatsvindt.

Energiek en gepassioneerd

De laatste dag voordat ik weer terug vlieg naar Engeland sta ik buiten het station in Leiden met al m’n bagage te zoeken naar een man in rijbroek. Dat is het enige herkenningspunt dat ik heb. En ja hoor, daar komt hij energiek aanlopen. Een vrij gedrongen man met een open gezicht en warme glimlach. In de auto op zoek naar een tentje voor ons gesprek is een vraagje voldoende om Atjan aan de praat te krijgen. Hij weet waarvoor ik kom en zijn passie en enthousiasme zorgen ervoor dat iets waar we zo’n tweeenhalf uur voor hadden uitgetrokken, grandioos uitloopt zonder dat we er erg in hebben.

Drang om te leren

Bij een kopje koffie in een sfeervol koffiehuisje vlakbij vervolgt Atjan zijn verhaal wat in eerste instantie klinkt zoals m’n eigen jeugd. Hoe hij, zonder dat er nou iemand in de familie echt paardengek was, zo heel graag pony wilde rijden en zijn weg vond naar de plaatselijke manege. Hij kon daar uren zitten luisteren naar de inspirerende vrouw die er de lessen gaf. Gek genoeg vertelde deze vrouw hem pas veel later dat ze nooit had begrepen hoe diep zijn verlangen was om een goed paardenman te worden. Ik vraag aan Atjan: “Dus, ook al kom je zo enthousiast en extrovert over, als je naast je ‘meerdere’ zit, om het zo te zeggen, dan word je zomaar introvert vanuit die enorme drang om te leren?” “Ja...eigenlijk wel, ja.” Verbeeld ik het me of zie ik haast een soort verlegenheid over zijn gezicht trekken?

Twee ansichtkaarten uit Wenen

Toen Atjan een jaar of vijf was bracht zijn tante twee ansichtkaarten voor hem mee uit Wenen van de Spaanse Rijschool. “Ik heb ze nog steeds, ik vond ze zo prachtig.” Misschien is zijn liefde voor dit bijzondere stoere paardje, de Lipizzaner, toen begonnen. Alhoewel zijn ouders weinig van zijn paardenliefde begrepen, hebben zij hem wel altijd gesteund en zoveel mogelijk geholpen. 

Naast zijn lessen op de manege verraste zijn vader hem bijvoorbeeld zomaar met een reisje naar Wenen om het sprookje van de Lipizzaners met eigen ogen te aanschouwen. Atjan was toen een jaar of 17. “Zo gauw we naar binnen konden, zat ik daar dagen achtereen op het balkon van de rijzaal naar de training te kijken. Op de laatste dag reden er twee ruiters die mij daar weer zagen zitten. Een van hen was Oberbereiter Hans Riegler. Op een gegeven moment keek hij mij aan en knikte. Er was echt oogcontact. Dat is me altijd bijgebleven. Zo’n moment is een juweeltje.”

Met de zilveren rand

Toen Atjan een paar jaar eerder op Jumping Amsterdam bij de boekenstand van meneer Boogaard het boek met zilveren rand over de Lipizzaners zag liggen, gebeurde er ook zoiets. Naast meneer Boogaard stond de befaamde Lipizzanerman Jacques Pieterse over wie Atjan wel gehoord had en hij zag vanuit zijn ooghoek hoe meneer Boogaard meneer Pieterse een stoot met zijn elleboog gaf. Zo van: ‘moet je dat jong nou eens kijken”. “Ik zag dat als jochie en het is me altijd bijgebleven. Jacques werd uiteindelijk mijn inspirator en een dierbare vriend.” Iedere keer als Atjan zoiets vertelt, zie ik weer die haast vertederende verlegenheid. Hij wordt dan weer dat jongetje dat zo heel graag iets wilde, maar nog niet wist hoe.

Studie rechten

Atjan komt uit een familie waar het gewoon is om naar de universiteit te gaan en omdat hij het gymnasium doorvloog, vond vooral zijn moeder het een goed idee dat hij rechten ging studeren. “Tja, ik ben een gesjeesde student. Ik was er bijna en toen was ik opgebrand, het paste gewoon niet bij me. Achteraf gezien had ik geschiedenis moeten studeren, maar dan zei m’n moeder weer dat lesgeven toch niet echt wat was om je brood mee te verdienen.” Hij kwam in de financiele wereld terecht, terwijl alle vrije uurtjes met trainen en lesgeven werden doorgebracht, maar besloot een aantal jaren geleden de knoop door te hakken en verdient sindsdien zijn brood als professioneel paardenman.

Trainen in Lipica

Weer terug naar zijn studententijd. Atjan wist in z’n vrije tijd voldoende bij te verdienen om twee of drie keer in het jaar voor een paar weken in Lipica te trainen waar hij zich de fijne kneepjes van de klassieke dressuur, zoals die met de Lipizzaners beoefend wordt, heeft eigen gemaakt. Dit onder toeziend oog van Ladi Fabris, destijds internationaal dressuurruiter en later FEI-jurylid en bondscoach voor de jeugd. Vervolgens kreeg hij in Nederland les van Arie Schram, die hem onder andere punctueel leerde rijden. Van de Portugese leermeester Pedro de Almeida leerde hij de verfijning in de zwaardere oefeningen.

Een levenswerk

Zijn liefde voor de Lipizzaner bleef groeien, niet alleen als paardenman, maar ook als onderzoeker. Hoe langer hij met ze werkte, hoe meer hij over het verleden van dit paardenras wilde weten. Hij kocht alles aan boeken wat los en vast zat. Hij spitte langzaam maar zeker de hele geschiedenis, ook de geschiedenis van de fokkerij, door, wat hem langzaam maar zeker een specialist op dat gebied maakte. Zelfs in Piber was er enorme waardering voor wat je haast een levenswerk zou kunnen noemen. De plek waar het belangrijkste deel van de fokkerij van de Lipizzaner zich heeft voltrokken, maar ook helaas door de Tweede wereldoorlog enorm veel verloor, heeft met de hulp van Atjan het fokprogramma voor de Lipizzaner weer in ere kunnen herstellen.

Secretaris van de fokcommissie

Achttien jaar lang was Atjan secretaris van de fokcommissie van de Internationale Lipizzanerfederatie (LIF). Ridder in de Orde van Oranje-Nassau Uiteindelijk bracht hij de hele geschiedenis van de Lipizzanerfokkerij in kaart heeft daarmee de schade wat betreft zijn interesse in geschiedenis wel ingelopen. In 2012 is Atjan benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau voor zijn onderzoek in en inzet voor de fokkerij, fokkerijgeschiedenis en stamboekvoering van de Lipizzaner. 

Lees later deze week het vervolg van het gesprek dat ik had met Atjan Hop. 

Liz Barclay

Foto: Marcel Knaapen
Foto: Marcel Knaapen
Foto: Marcel Knaapen
Foto: Marcel Knaapen