Iris Hoppel met Jeanne D'Arc. Foto: SA-dyo ShotsIris Hoppel met een van de jachtpaarden tijdens een training. Foto: SA-dyo Shots
Iris Hoppel met Jeanne D'Arc. Foto: SA-dyo ShotsIris Hoppel met een van de jachtpaarden tijdens een training. Foto: SA-dyo Shots

Iris Hoppel: “Je wordt nog eens gek van die eeuwige rondjes in de baan”

Dressuur
Advertisement
Na haar opleiding in Deurne kwam Iris Hoppel bij een slipjachtruiter terecht, waar ze de Ierse sportpaarden traint. Daarnaast leidt ze haar eigen dressuurpaard Jeanne D’Arc (v. Negro) op, die ondertussen klaar is voor het ZZ-licht. “Sinds ik de jachtpaarden rijd ben ik zelf veel handiger geworden als dressuurruiter”, vertelt ze.

Dressuurmens

Momenteel heeft Hoppel zes paarden te rijden. Ze licht toe: “Dat is het dressuurpaard van mijzelf, één paard voor een klant en de vier Ierse jachtpaarden. De paarden die ik voor de jacht trainen zijn vaak wisselend. Het ligt er een beetje aan welke paarden het vooral nodig hebben. De gehele week ben ik verantwoordelijk voor de verzorging van alle paarden. De twee andere paarden staan dan ook bij de Ieren op stal. Zelf ben ik echt een dressuurmens. Ten minste, dat was ik. Toen ik de jachtpaarden begon te rijden veranderde dat wel een beetje. Het zijn fijne paarden met veel power, maar ze zijn wel koel in het hoofd. De laatste jaren ben ik zelf ook veel gegroeid in mijn rijden door het rijden van deze paarden. Daar zit voor mij een goede balans in.” “De Ierse paarden en honden worden niet gebruikt om op levende dieren te schieten en te jagen”, benadrukt Hoppel. “Mijn werkgever rijdt slipjachten. Daarbij wordt een slip getrokken. Dat betekent dat er een kunstmatig vossenspoor van enkele kilometers wordt gemaakt. Het gaat echt om het spel tussen de paarden en de honden.”

Niet gedacht

[caption id=”attachment_188716” align=”alignright” width=”300”] Iris Hoppel met één van de jachtpaarden tijdens een training. Foto: SA-dyo Shots[/caption] “De jachtsport is niet een hele bekende tak van sport”, vertelt ze over de discipline. “Zelf ga ik niet mee jagen, maar wel mee trainen. Het spel met de paarden en de honden is heel leuk om te zien. Veel jachtruiters hebben iemand in dienst om de paarden te rijden. Ze rijden voornamelijk wanneer ze jagen en verder eigenlijk niet veel. Voor de jacht moetende paarden natuurlijk wel goed in conditie zijn. Ze moeten in de tussentijd wel wat doen, anders krijg je veel blessureleed. Ik ben er zelf via-via ingerold en had eigenlijk niet gedacht dat het iets voor me zou zijn. Toch doe ik het ondertussen al vier jaar”, lacht ze. “Het bevalt goed.”

Afwisseling

“Het is voor mij een leuke afwisselende baan met afwisselende paarden. Ik doe ook alles zelf. Ik voer de paarden, sleep de bak en train ze. Die afwisseling maakt dat het eigenlijk niet verveelt. Ik heb tijdens mijn opleiding ook wel eens ergens stage gelopen waar ik tien paarden op een dag reed. Dat is lichamelijk eigenlijk bijna niet te doen. Dan heb je natuurlijk ook weinig feeling met een paard. Ik heb nu vier jachtpaarden, mijn dressuurpaard en een paard van een eigenaar onder mijn hoede. Dat is precies genoeg om ze allemaal zelf in handen te hebben. Zo weet ik bij ieder paard hoe hij of zij erbij staat.”

Werklust en power

Hoppels eigen paard Jeanne D’Arc staat gestald bij haar werkgever. De amazone heeft haar zelf gefokt en vervolgens ook helemaal zelf opgeleid. De combinatie is nu klaar voor het ZZ-licht. “Als jong paard had ze al heel veel werklust en power. Zie dat dan allemaal maar in goede banen te leiden”, vertelt de amazone over haar merrie. “Ze was dus niet vervelend omdat ze niet wilde werken, maar het was wel veel paard om te handelen. Afgelopen zomer reden we hele goede punten in het Z2. Ik ben heel blij met haar, ze is wel mijn toekomoest. Dat is misschien een groot woord, maar dit is wel waar ik de focus op heb in de sport.”

Uitbreiden

Jeanne D’Arc is voor Hoppel niet het eerste paard dat ze opleidt naar hoger niveau. “Het vorige paard dat ik voor een eigenaar reed heb ik net als Sjaan zelf zadelmak gemaakt en naar de Lichte Tour gereden. Ik vond het wel een moeilijk niveau. Het is een nieuw stukje met nieuwe oefeningen. Op een gegeven moment was het toch moeilijk om het allemaal tot stand te krijgen. Met Jeanne D’Arc hoop ik toch de Lichte Tour weer te halen en dat verder uit te breiden. Ze loopt nu op jonge leeftijd al heel erg fijn: ze is pas 6 en loopt haar series al. De Lichte Tour is dus wel het doel, maar we gaan zien waar het schip strandt. Je kan van alles willen, maar je moet er uiteindelijk toch rustig naartoe werken en kijken wat er gebeurt”, stelt ze nuchter.

Gas erop

De combinatie van de jachtpaarden en dressuurpaarden bevalt Hoppel goed. “Ik ben er echt een betere amazone van geworden. Toen ik alleen nog dressuurpaarden reed kon ik wel een beetje miepen, zoals dressuurruiters dat kunnen. Een beetje te veel terug blijven rijden of te lang blijven hangen in oefeningen. Met de Ieren is het makkelijker. Wat nou vervelend? Hop, gewoon gas erop! En dat is natuurlijk eigenlijk wel de oplossing voor alles. Er komen wel eens vriendinnen rijden als we conditietraining rijden met de paarden. Die Ieren zijn misschien wat simpel, maar ze zeggen allemaal: ze zijn wel recht op twee teugels en goed door het lijf. Ze doen wat ze moeten doen en meer hoeven ze niet. Als ik dat ook implementeer in mijn dressuurtrainingen houdt het elkaar goed in evenwicht.”

Veel afwisseling

“Als je paard een beetje fris en snel is, heb je al gauw de neiging om aan de rem te trekken. We weten natuurlijk allemaal dat het niets oplost, maar we doen het toch. Kom ik ergens niet helemaal uit met Jeanne D’Arc, dan rijd ik haar eerst weer voorwaarts naar twee teugels en daarna pakken we het weer op. Met haar rijd ik ook veel buiten. Dat doe ik om haar veel te laten zien en om wat conditie op te bouwen. Ook heb ik altijd met al mijn dressuurpaarden een sprongetje gemaakt. Ieder paard kan dat gewoon. Niet heel hoog of heel spannend, maar wel om even wat anders te doen dan die eeuwige rondjes te rijden in de baan. Daar wordt mijn paard gek van, en ikzelf eigenlijk ook”, klinkt het vrolijk.

Bijzonder

Voor nu traint Hoppel lekker verder. “De jachtpaarden hebben ieder jaar een vast schema. In de zomer rijd ik ze dressuurmatig door, om ze vervolgens op tijd weg te zetten. Aan het eind van de zomer pak ik de conditietraining op en gaan we het jachtseizoen in. Tussen de jachten door focus ik me vooral op het behoud van hun lijf. Met deze paarden heb ik geen sportdoel, maar blijf ik gewoon lekker aan de gang. Met Jeanne D’Arc werk ik rustig verder richting de Lichte Tour. Het is toch wel heel bijzonder dat ik haar zelf gefokt heb en op heb zien groeien. Het is fijn om te merken wat voor fijn paard ze is geworden en ik ben benieuwd naar wat de toekomoest brengt.” Tekst: Femke Verbeek Bron: Hoefslag / Overname zonder bronvermelding én schriftelijke toestemming via webredactie@mediaprimair.nl is niet toegestaan. Foto’s: SA-dyo Shots
Iris Hoppel met Jeanne D'Arc. Foto: SA-dyo ShotsIris Hoppel met een van de jachtpaarden tijdens een training. Foto: SA-dyo Shots