Veulens in de opfok
Veulens in de opfok

Gedrag van je afgespeende veulen: Hoe ga je om met bijten?

Fokkerij

Het is de periode dat de dit jaar geboren veulens van de moeder gescheiden worden: ze worden afgespeend en staan vanaf nu op eigen benen. Veel veulens gaan samen met soortgenoten in de opfok (foto). Daar corrigeren ze elkaars gedrag en voeden ze elkaar op. Besluit je om je veulen, in elk geval samen met andere paarden, zelf aan huis te houden, dan kun je het zelf veel leren. In feite kent het nog helemaal niks! Heb dus geen hoge verwachtingen van het gedrag van je veulen. Straf het veulen bijvoorbeeld niet bruusk af als het bijt. Kijk naar de natuurlijk e behoeften, gedragingen en lichaamstaal van het jonge veulen.

Advertisement

Abnormaal gedrag meteen na het spenen

De natuurlijk e speenleeftijd bij paarden in de vrije natuur ligt rond de tien maanden. Op een leeftijd van anderhalf tot drie jaar verlaat een jong paard zijn of haar (familie)groep. In de paardenhouderij worden de meeste veulens echter al eerder, als ze vier tot zes maanden oud zijn, gespeend. Uit onderzoek blijkt dat bijna alle veulens in de eerste periode na het spenen abnormaal gedrag vertonen.

Geleidelijk afspenen

Langer bij de moeder blijven samen met geleidelijker afspenen verminderen op korte en langere termijn gedragsproblemen. Onderzoek laat ook zien dat veulens, om uit te groeien tot stabiele, sociaal vaardige paarden, de steun en opvoeding van volwassen soortgenoten nodig hebben. Een grote rol speelt daarbij de verhouding tussen veulens en volwassen paarden in de groep. Zijn er te weinig volwassen dieren, dus zijn de veulens in de meerderheid, dan luisteren ze minder goed.

Minder sociaal

Er is ook aangetoond dat een slechte opvoeding van veulens de kans groter maakt dat de dieren op latere leeftijd onder elkaar afwijkend gedrag vertonen. Ze zijn minder sociaal vaardig met soortgenoten en is er geen reden waarom dit niet ook geldt in het contact met de mens.

Bijten tijdens spel

Er is geen eenduidige formule hoe je moet omgaan met een bijtend veulen. De oplossing heeft alles te maken met de context, dat wil zeggen de omstandigheden, samen met het waarom van het ongewenste gedrag. Veulens kunnen bijten om meerdere redenen: als spel, om steun te zoeken, als exploratie (onderzoekend gedrag) of als agressie. Onderzoek laat zien dat hengst- en merrieveulens al op de leeftijd van één maand verschillend spelgedrag uitvoeren: hengstveulens spelen €˜agressievere’ spelletjes en bijten meer dan merrieveulens. Ze bijten elkaar vooral in de hals en benen; duwen; steigeren en proberen elkaar uit balans te brengen.

natuurlijk e behoefte

Maar er zijn bovendien individuele verschillen veroorzaakt door afstamming, sociale omstandigheden en conditionering. Het advies om bijtende veulens gelijk af te straffen met een klap, ruk aan het halster of andere onaangename handeling is helaas nog altijd gemeengoed in de paardenwereld. Hiermee wordt voorbijgaan aan de natuurlijk e behoeften van een dier en aan het gegeven dat orale gedragingen zelfbelonend zijn. Dat wil zeggen dat zodra het veulen het bijtgedrag al heeft uitgevoerd een correctie geen effect meer heeft.

Straffen

Straffen na een (zelf)beloning werkt immers nooit. Het straffen heeft echter wel degelijk schadelijke gevolgen: het veulen verliest zijn vertrouwen in mensen en gaat anticiperen, dat wil zeggen dat het gedrag gaat vertonen om de klap of andere straf te ontwijken. Omdat dezelfde handen die slaan ook de handen zijn die een halster en hoofdstel aanbrengen volgt heel vaak generalisatie; het veulen gaat angst ontwikkelen voor mensenhanden die iets rond of aan het hoofd willen doen. In extreme gevallen ontwikkelt een veulen zelfs angst voor mensen in het algemeen.

Steun en onderdanigheid

Een veulen dat bij zijn moeder loopt en plotseling schrikt of geconfronteerd wordt met een nieuwe situatie zoekt de nabijheid van moeder of soortgenoten. Afhankelijk van leeftijd en karakter zal het steun zoeken door te drinken en fysiek contact te maken. Het dier heeft op dat moment geen behoefte aan melk, maar aan het geruststellende gevoel van zuigen. Net afgespeende veulens kunnen in voor hen stressvolle situaties deze steun ook zoeken bij mensen. Bij dit steunzoekende ‘bijten’, of sabbelen op kledingstukken helpt corrigeren uiteraard ook niet. Door alert te zijn kunnen we het gedrag voorkomen. Als we daarnaast het veulen tijdens het opgroeien de juiste omstandigheden en een rustige begeleiding bieden dan verdwijnt deze vorm van bijten vanzelf. Tot die tijd is het beter om een onzeker veulen een alternatief te bieden door hem een touwtje, vastgemaakt aan het halster aan te bieden of een speelgoedje of een pluk hooi voor zijn mond te houden.

Veulenhappen

Ook bestaat ‘veulenhappen’ in de vorm van de karakteristieke bewegingen die een veulen met zijn mond maakt als hij in de nabijheid komt van een volwassen paard of soms ook mens. Er is de heel duidelijke vorm waarbij het veulen de lippen wat uit elkaar brengt en klapperende bewegingen maakt, maar het kan ook subtieler. Dan heeft het iets weg van een vis die op het droge naar lucht hapt. Als het veulen wordt afgestraft is de basis voor nog meer misverstanden gelegd. 

Hoefslag/Debbie Rijnders 

Foto: DigiShots