Hygiëne helpt droes voorkomen en genezen

Levenslange bescherming?

Paarden van alle leeftijden kunnen droes krijgen, maar jonge paarden en paarden die frequent in contact komen met andere paarden lopen een groter risico. Het doormaken van droes geeft een paard helaas geen levenslange bescherming. De ziekte geeft veel ongemak en heeft een sterk negatief effect op het welzijn van het paard.

Drager

Droes wordt via direct contact (van paard op paard) of indirect contact (via handen, emmers of waterbakken) overgebracht. Een goede stalhygiëne is dus erg belangrijk om de kans op infecties te voorkomen. Van de paarden die droes hebben gehad, blijft ongeveer één op de tien drager van de bacterie. Daarbij blijven resten opgedroogde pus, vol met bacteriën, aanwezig in de luchtzakken. Deze dragerdieren vertonen doorgaans weinig of geen symptomen, maar scheiden de bacterie wel met tussenpozen uit en kunnen dus gezonde paarden besmetten zonder dat het zichtbaar is.

Symptomen

De symptomen van droes zijn koorts, een gebrek aan eetlust, zwelling van de lymfeknoppen, geel snot uit de neus, verhoogde ademhalingsfrequentie en benauwdheid. Droes komt het hele jaar voor. Het wordt iets vaker geconstateerd in de herfst en de wintermaanden, omdat paarden tijdens de stalperiode vaker dichter op elkaar staan. Het komt vooral voor wanneer wordt deelgenomen aan evenementen en daardoor ‘vreemde’ paarden met elkaar in contact komen.

Diagnose en behandeling

De dierenarts kan de diagnose doorgaans stellen aan de hand van de ziekteverschijnselen. Eventueel kan de dierenarts een test doen op monstermateriaal zoals neusswab. Ook abcesinhoud kan op deze manier onderzocht worden. De behandeling van droes is lastig. Isoleer besmette paarden meteen en zorg voor zacht krachtvoer, ruwvoer en voldoende vers water. Laat de abcessen rijpen zodat deze doorbreken of geopend kunnen worden. Soms moeten deze dagelijks worden gespoeld. Pus en het spoelsel bevatten zeer veel bacteriën en zijn dus erg besmettelijk voor paarden.

Hygiëne

Zorgvuldige hygiëne kan veel voorkomen: was je handen tussen contactmomenten met verschillende paarden, zorg voor eigen poetsspullen en harnachement, dekens en zadeldekjes, etc. Laat vreemde paarden niet met elkaar neuzen. Optimaliseer de afweer van je paard door hem in een goede algemene conditie te houden. Paarden vaccineren tegen droes is ook mogelijk. Isoleer bij een uitbraak de paarden met verdenking van droes, het liefst zes weken na het herstel van de laatste patiënt. Neem contact op met de dierenarts en sluit het bedrijf, om verspreiding te voorkomen.

Aangifteplichtig

Droes is in Nederland geen aangifteplichtige ziekte. Van een paardeneigenaar wordt wel verwacht dat hij zijn verantwoordelijkheid neemt om te voorkomen dat de ziekte zich verder verspreidt. Wanneer er op een stal droes heerst laat paarden dan niet op wedstrijd of naar een andere stal gaan. Laat ook geen paarden op een bedrijf komen als een van de paarden ziek is. 

Bron: KWPN