Afbeelding
Foto: GCT-Stefano Grasso

‘Global Champions League en Nations Cups bijten elkaar niet’

Springen
Advertisement
Achttien teams zullen hun opwachting maken in het Global Champions League seizoen van 2017, tijdens de vijftien edities. Op zijn Tops International Arena in Valkenswaard verwelkomden Jan Tops (voorzitter en mede-eigenaar van de Longines Global Champions Tour en mede-oprichter van de Global Champons League) en Frank McCourt (mede-eigenaar van de Longines Global Champions tour en mede-oprichter van de Global Champions League) de media voor een open discussie over de onlangs door de FEI gegeven goedkeuring voor de GCL-wedstrijden, over de groei van de springsport en de mogelijkheden voor de ruiters. Dit duo werd vergezeld door de voorzitter van de FEI, Ingmar De Vos, die aanwezig was om vragen van de media te beantwoorden vanuit het perspectief van de FEI.

Wereldwijd platform

Jan Tops: ‘Vorig jaar gingen we van start met twaalf teams in de GCL en we willen innovatief zijn, ook voor de ruiters. We brengen verschillende landen samen, creëren een groter wereldwijd platform, niet alleen op nationaal niveau. Wij willen de sport bij meer fans en bij een groter publiek onder de aandacht brengen. Dat is onze drive.’ De belangstelling van team-eigenaren groeit; we gingen van twaalf naar achttien teams dit jaar. En dat is fantastisch en biedt veel ruiters de kans om deel te nemen aan deze competitie.’

‘Net een voetbalmatch’

Over het nieuwe GCL format, dat goedgekeurd is door de FEI, legoede Tops uit: ‘Elke editie is net een kampioenschap. We hebben de beste ruiters en slechts twee ruiters van ieder team hoeven aan de League deel te nemen. Dat maakt dat er minder druk ligt op de paarden en de ruiters. De paarden zullen niet worden overvraagd. We hebben hiermee een goed werkend format gevonden voor de paarden.’ Aan iedere wedstrijd nemen drie ruiters (per team) deel, waarvan er maar twee hoeven te worden ingezet. Je kunt dus een ruiter wisselen, net als in een voetbalwedstrijd. Een ruiter op zijn beurt, kan van paard wisselen. Het brengt meer spanning in de wedstrijd; de ene dag kan een compleet ander verloop hebben dan de andere.’

Kansen voor jonge ruiters

Tops sprak over het belang van het doorontwikkelen van de springsport in de moderne wereld. ‘Topruiters hebben de mogelijkheid om in GCL teams deel te nemen, punten te verdienen én flink wat prijzengeld zoals dat ook in andere sporten het geval is. Kansen voor jonge ruiters is ook iets waar de GCL haar focus op heeft. In de GCL is 30% van de deelnemers jonger dan 25 jaar en dat is een hele goede zaak. Daar hebben we heel goed over nagedacht.’ FEI-voorzitter Ingmar De Vos noemde eveneens een verdergaande groei van de sport wereldwijd, met inmiddels rond de 1500 evenementen op de kalender. ‘Ik heb er vertrouwen in dat als we allemaal samenwerken, de nationale federaties, de organisaties, de ruiters en de eigenaren, we de sport nog sterker kunnen maken dan die nu al is.’ Jan Tops stemde daarmee in: ‘We doen wat het beste is voor de sport en ik weet zeker dat de toekomoest er rooskleurig uitziet. Ik ben er heel blij mee dat de FEI ingestemd heeft met onze visie en 99% van de ruiters die ik spreek is hier heel gelukkig mee.’ De GCL competitie biedt kansen aan de volgende generatie van springtalenten en bijna 50% van de honderd beste ruiters van de wereld zullen komend seizoen deelnemen aan de competitie.

‘Geen concurrentie voor Nations Cups’

Jan benadrukt dat ruiters altijd de vrijheid hebben om deel te nemen aan evenementen van hun keuze, ook als er een botsing is met het schema van de Nations Cups. ‘Dat is waarom we de regel hebben gemaakt dat op ieder moment de chef d'equipe de ruiters kan inzetten. Ik zie geen problemen.’ Ingmar de Vos sprak over de inzet van de FEI om de sport te laten groeien en dat voor meer succes samenwerking met organisaties gewenst is. ‘Er is een mededingingswetgeving en die moeten we respecteren.’ Over de overeenkomoest tussen de GCL en de FEI, volledig doorspekt met FEI-regels en afspraken zei hij: ‘We zijn een bestuursorgaan en we moeten open staan voor en luisteren naar de vragen van onze aandeelhouders.’ De Amerikaanse ondernemer Frank McCourt, GCL mede-oprichter, benadrukte het belang om te blijven moderniseren. Over de afspraken tussen de FEI en de GCL zei hij: ‘Gelukkig zijn we tot een overeenkomoest gekomen. We willen zeker weten dat de veranderingen die we doorvoeren positief en constructief zijn zodat de sport vooruit kan. Ik heb nog nooit een grote verandering gezien waarbij iedereen meteen happy is. Het vraagt wat aanpassingstijd.’

Belang van digitale media

McCourt sprak verder over de technische ontwikkelingen en de digitale media die steeds belangrijker worden in de communicatie met het publiek en over de plannen die er zijn om die ontwikkelingen te gebruiken om meer publiek te trekken. En met de groei van de sport komen er meer kansen voor iedereen, met nieuwe investeerders, meer prijzengeld, meer return on investment voor alle aandeelhouders. Verder gaf Ingmar de Vos aan dat gesponsorde teams helemaal niets nieuws zijn en al jaren bestaan. Maikel van der Vleuten, die in 2016 deelnam in het GCL-team Monaco Aces, is het er mee eens: ‘Ik heb in het afgelopen jaar in de hele serie meegedaan en had echt het gevoel dat de ruiters plezier hebben in dit nieuwe format. Ik ben er trots op dat ik in het komende seizoen weer in een team zit. Mijn prioriteit ligt nu bij het deelnemen aan de GCT, de GCL én de Nations Cup. We zijn vrij om daarin onze eigen keuzes te maken.’ Met vijftien evenementen in aantocht op unieke bestemmingen in de wereld waaronder Miami Beach, Londen, Berlijn, Rome, Shanghai, Parijs en Doha ligt er een boeiend seizoen in het verschiet. Meer informatie over de GCL deelnemers volgt binnenkort. Bron: Persbericht Global Champions League Foto: GCT-Stefano Grasso