Afbeelding
Ellen Pitlo

Column dressuurtrainer Henk Jan Vroom | “Knettervast”

Dressuur

Voordat de training begint, vraag ik mijn leerlingen altijd hoe het met het rijden gaat. Waar kan ik ze deze keer mee helpen? Vaak volgt er dan een diepe zucht en komt het hoge woord eruit: “Mijn paard zit knéttervast op rechts. Hoe hard ik ook trek, hij wil maar niet loslaten. Ik heb inmiddels pijn in mijn nek en schouders, maar hij blijft terugtrekken. Ik heb al een dunner bit geprobeerd en een slofteugel, maar ik kan mijn linker teugel net zo goed op Marktplaats zetten, want daar wil hij geen druk op nemen.”

Advertisement

Tekst: Henk Jan Vroom | Foto’s: Ellen Pitlo

“Dat ‘vastzitten’ op één kant is een veel gehoord probleem. Sterker nog, bijna ieder paard heeft een Schokoladenseite, de kant waar hij het liefst buigt, en een buiging die hij moeilijker vindt. Dat verschil is aangeboren, maar wordt versterkt als je er niet mee aan de slag gaat in de training. Onze taak als ruiter is om het paard door gymnastiseren aan beide zijden even sterk te maken, ook wel rechtrichten genoemd. Rechtrichten heeft overigens niets te maken met de rechtheid als die van een spoorbiels. Met rijkunstige rechtgerichtheid wordt symmetrie bedoeld in de ontwikkeling van de spieren en de lenigheid van een paard.”

Moeilijke zijde vermijden

“Als je paard een sterke voorkeur heeft, zal hij druk uitoefenen op de teugel om de buiging naar de moeilijke zijde te vermijden. Het is een logisch reflex van de ruiter om dan terug te trekken. Dit in de hoop dat het paard stopt met trekken. Ruiters hebben vaak het idee dat die kant van de mond ‘hard’ is en dat je met kneden, trekken of rukjes geven de harde mond weer zacht kan maken. ‘Hij heeft een bek van beton’, hoor je dan zeggen. Het probleem lijkt zich voor te doen in de mond van het paard en het lijkt logisch om daar ook naar de oplossing te gaan zoeken. Om dat symptoom te bestrijden, zijn er veel hulpmiddelen beschikbaar. De bittenwinkel staat je graag terzijde met dure en vooral scherpere bitten, kneveltrensen en pelhambitten. Het ijzerwerk voor lastige pony’s wordt zelfs aangeprezen met zinnen als ‘dit ponybit werkt voornamelijk in op de lagen, de zijkant van de tong en kan ook in het verhemelte inwerken’. Niet echt vriendelijk dus. En dan heb ik het nog niet eens over de ‘gewone’ stang en trens die vaak misbruikt wordt om meer kracht te kunnen zetten, in plaats van de hulpen fijner te doseren.”

Niet het bit afkauwen

“Vind je het gek dat je paard dan geen aanleuning meer durft te nemen? Dat hij de mond open houdt en de tong eruit gooit!? Met mondboter en appelsmaak wordt het gebrek aan schuimen verdoezeld, maar het paard gaat er niet van afkauwen als teken dat hij het bit accepteert. Ik denk niet dat de ruiters hun paard bewust willen pijnigen. Het inroepen van deze ‘hulpmiddelen’ is meestal ontstaan uit wanhoop en onmacht. Daarom is het goed om regelmatig instructie te krijgen van een ervaren trainer die je kan vertellen dat de oorzaak van het mondprobleem te vinden is bij de ontwikkeling van achterhand.”

De muziek van achteren

“Denk altijd van achteren naar voren: de muziek van achteren, voel je terug in een fijne verbinding met de mond, het meest delicate orgaan van je paard. Dit bedoelt jouw instructeur met ‘rijd naar de hand toe’. Daarom is een mondprobleem alleen van achteren op te lossen. Veel ruiters nemen liever zo af en toe les voor wat snelle tips en trucs, maar komen van een koude kermis thuis. De aanwijzingen van een symptoombestrijder die aan de bakrand zit en die aanwijzingen geeft als ‘Tik hem maar omhoog!’ zullen je op de lange termijn niet helpen. Net zomin als degene die jou aanraadt om er eens een scherper bit in te hangen. Dat lijkt een tijdje te werken, maar de problemen worden er alleen maar groter van. Gelukkig zijn er ook ervaren instructeurs met een langetermijnvisie die jou willen helpen om nog jaren plezier te hebben met je paard. Maak daar gebruik van, neem veel les en zie hoe je samen kan groeien! En dat dunne bit? Zet dat maar op Marktplaats!”

Afbeelding