Travers: werken aan de buiging
AlgemeenDe M2-klasse wordt soms als een heus struikelblok ervaren. In het voorportaal van de zwaarste basissportklassen wordt een aantal lastige, nieuwe oefeningen gevraagd. Dressuuramazone Danielle Houtvast legt alles uit over de travers.
Mooie voorbereiding
‘Ik rijd met de jonge paarden best veel travers’, legt de Puthse amazone uit als we vragen in welk stadium van de training zij met travers begint. ‘Dat doe ik om ze sterker te maken in het achterbeen en om de buiging in het gehele lichaam te verbeteren. Travers is een goede oefening om aan de buiging in het hele lichaam te werken. Ik begin daar mee als paarden ongeveer op M-niveau lopen, dat is rond hun vierde of vijfde levensjaar. Met mijn Grand Prix-paarden rijd ik deze oefening vrijwel nooit, maar met jongere paarden is travers op de volte in galop ook een mooie voorbereiding voor de pirouettes. Mijn ervaring is dat paarden daar sterker van worden.’
[caption id=”attachment_67962” align=”aligncenter” width=”1200”] Danielle Houtvast - Utah
© DigiShots[/caption]
© DigiShots[/caption]
Aanleerfase
Volgens Houtvast kun je travers het beste introduceren op de grote volte. ‘Of ik dat in draf of galop doe hangt af van het paard. Sommige paarden vinden het in galop makkelijker. Ik begin altijd met enkele passen, als dat goed gaat rijd ik weer verder op de volte. Ik leer mijn paarden travers aan door met mijn buitenbeen de achterhand naar binnen te duwen. In het begin vraag ik niet zoveel stelling, dan gaat het erom dat mijn paard met de achterhand naar binnen gaat. Later vraag ik met mijn binnenhand lichte stelling, mijn buitenhand begrenst de schouder en het tempo.’Bron: Steef Roest voor Hoefslag, overname zonder schriftelijke toestemming en bronvermelding niet toegestaan.
Foto: Sabine Timman / Leanjo de Koster - Digishots
[adrotate banner=”502”]