Afbeelding

Waarom is mijn paard te mager?

Verzorging Opvallend

Iedereen roept nog steeds hard dat zoveel paarden en pony’s in Nederland te dik zijn, en artikel na artikel wordt gewijd aan het voorkomen, de oorzaken en het bestrijden van overgewicht. Er zijn weliswaar minder paarden die te mager zijn, maar die paarden verdienen ook zeker extra aandacht. Vaak ligt de oorzaak namelijk bij een onderliggend medisch probleem. 

Advertisement

Onderliggend medisch probleem

Dierenartsen raden aan om een mager paard door een specialist (internist) binnenstebuiten te laten keren, voordat er wordt begonnen met ‘dokteren’ met voer. Vaak is een medisch probleem de oorzaak van vermagering en hoe later zo’n probleem wordt ontdekt, hoe moeilijker het wordt om nog te genezen. 

Te weinig ruwvoer 

Ruwvoer is voor een paard de belangrijkste bron van energie. Bij een rantsoen met veel krachtvoer en weinig ruwvoer is de kans op vermagering bij ieder paard aanwezig, ook al zou dit rantsoen voldoende energie bevatten. Vermagering treedt dan op door verzuring van het spijsverteringsstelsel (en de rest van het lichaam), verminderde absorptie van voedingsstoffen en eventuele insulineresistentie. 

Stress 

Stress is één van de belangrijkste oorzaken van maag- en darmzweren, die de eetlust en de absorptie van voedingsstoffen verminderen. Bovendien lijdt chronische stress tot verzuring en een lichaam dat in constante staat van paraatheid is (fight or flight). Dit heeft een negatief effect op de bloedtoevoer naar het spijsverteringsstelsel en een gestresst lichaam vraagt per definitie meer energie dan een ontspannen lijf. Nerveuze en/of temperamentvolle paarden kunnen daardoor ook wat lastig op gewicht te houden zijn. De oplossingen tegen vermagering zijn, mits de oorzaak bekend is, af te leiden uit bovenstaande oorzaken: een onderliggend medisch probleem uitsluiten dan wel behandelen, voldoende ruwvoer (minimaal 1,5 kg droge stof per 100 kg lichaamsgewicht) en voorkom stress door een goede huisvesting, veel vrije beweging en contact met soortgenoten. 

Bron: De Hoefslag