Bij mijn oma zaliger hing vroeger een plateel gebakken tegeltje in het toilet. Daar stond op: ‘Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat’. Ik vond dat wel een geruststellende gedachte; dat je maar gewoon wat van het leven moest maken zoals het op je pad kwam.
Na haar overlijden verdween oma’s tegeltje in een doos voor de kringloop, maar ik moest er laatst aan denken toen eerst vader IJsbrand Chardon en vervolgens zoon Bram in de media hun zorg uitten over het WK vierspan dat in oktober in Valkenswaard verreden zal worden.
Dat WK vindt namelijk plaats op de terreinen van de Australiër Boyd Exell, de man van vijf individuele gouden plakken, die nu al tien jaar de vierspansport domineert. Datzelfde WK was aanvankelijk gepland voor september in het Limburgse Kronenberg, maar die organisatie moest vanwege de corona-crisis de stekker uit de voorbereidingen trekken en was ook niet bij machte de wedstrijd naar een andere datum te verplaatsen.
Alleen Exell bleek in staat in korte tijd een financieel en organisatorisch gefundeerd WK uit de grond te kunnen stampen. ‘Onverteerbaar’, liet IJsbrand in de Telegraaf optekenen, ‘een WK in de achtertuin van de grootste concurrent.’
Wat er nou zo onverteerbaar aan was liet het artikel in het midden. IJsbrand beargumenteerde dat het WK misschien niet door zou kunnen gaan vanwege de situatie rondom het coronavirus. Dat lijkt me vooral een potentieel (financieel) probleem voor de organisator — Exell dus— en niet voor een reguliere deelnemer als IJsbrand. De voorbereidingstijd zou te kort zijn, maar dat geldt voor alle deelnemers. Er zou een uitgedund en zwakker deelnemersveld zijn, omdat rijders uit bijvoorbeeld Amerika door de corona-restricties niet over kunnen komen. Dat zou een min of meer valide punt zijn geweest, ware het niet dat het vorige WK in Tryon (2018) ook is verreden met slechts 19 deelnemers uit 9 landen —zonder medaillekandidaat Hongarije— en dit toen kennelijk niet als probleem werd gezien. Ter vergelijking: op het WK in Breda 2016 verschenen 57 aanspanningen uit 19 landen.
Natúúrlijk had een ieder liever een volledig wedstrijdseizoen verreden, met als kers op de taart een WK in Kronenberg. Maar heel soms in het leven gaat het niet zoals het moet…en dan moet het maar zoals het gaat.
Met een spontaan WK in de achtertuin van de grootste concurrent van de heren Chardon.
Exells eventuele thuisvoordeel is moeilijk aan te tonen, want mocht de Australiër straks zijn zesde wereldtitel opeisen, dan past dat in de lijn der verwachting. De man zegeviert sinds 2010 namelijk op alle WK’s, waar ook ter wereld. Alleen als hij níet wint kan thuisvoordeel worden uitgesloten.
Desalniettemin geven de beide heren Chardon aan liever niet mee te doen aan het WK en laten ze hun deelname afhangen van de wens van hun sponsoren. Ik betreur dat beide heren geen positievere blik hebben op datgene dat wordt aangeboden. Ik vind het fantastisch dat Boyd Exell zijn nek uitsteekt om de mensport in dit verloren seizoen toch nog iets te bieden. Het Nederlandse team is topfavoriet voor het landengoud en ook de individuele rijders behoren tot de medaillekandidaten.
In dit verloren jaar biedt dit last-minute WK onverwachte kansen.
Dus heren Chardon: schuif jullie twijfel aan de kant, raap die handschoen op en máák er wat van! Voor Nederland en de mensport!
Tekst: Albertine Nannings
Foto: Digishots