Afbeelding
Arnd bronkhorst/www.arnd.nl

Hogeschool

Als beginnende leerling op een traditionele Duitse dressuurstal kreeg ik “Waiduk” te rijden. Waiduk was een oud wedstrijdpaard dat alle oefeningen kende, maar die ook een meester was in het onttrekken aan het werk. Als beginnend leerling kon je soms wanhopig op hem worden. Pas als je liet zien dat je de Waiduk-fase kon afsluiten, kreeg je de sportpaarden te rijden. Maar jonge paarden rijden was voorbehouden aan de zeer ervaren ruiters…daar mochten wij als leerlingen alleen maar van dromen.

Advertisement

Tekst: Henk Jan vroom | Foto's: Ellen Pitlo/ Arnd Bronkhorst

Het rijden van jonge paarden na het zadelmak maken is de belangrijkste fase in de opleiding van een paard. Als in deze periode niet zorgvuldig wordt gehandeld kan er heel veel misgaan. De schade die een paard in deze inprentingsfase kan oplopen is moeilijk te herstellen. Angst en spanning kan je niet zomaar meer ongedaan maken en een vluchtend paard zijn vertrouwen herwinnen is een hele opgave. Vaak wordt het rijden van jonge paarden afgedaan als simpelweg 'kilometers maken'. In werkelijkheid is het een ingewikkeld leerproces. De ruiter leert het paard om zijn balans te vinden. Dan kan het paard op ontspannen wijze de hand van de ruiter volgen en aanleuning zoeken. De hulpen zijn jouw communicatiemiddel met je paard, maar die taal moet nog geleerd worden. Veel ruiters maken hun paard bang voor de drijvende hulp, zodat die bij de minste aanwijzing wegvlucht. Ze lijken dan wel voorwaarts, maar ze zijn op de vlucht. Ze versnellen in plaats van te verruimen. Je kunt je paard ook met vertrouwen en beloning leren om voor je been- en zithulp actiever te worden en daardoor te verruimen, of juist te verzamelen. Ook lengtebuiging is nieuw voor een jong paard en vereist ontspanning en vertrouwen. Met geduld kan je deze fase goed afsluiten en een begin maken aan een mooie carrière. Laat je niet verleiden om je jonge paard direct op wedstrijden uit te brengen als die daar nog niet aan toe is. Jullie tijd komt nog wel! Zelf nemen we onze jonge paarden vaak mee naar oefenwedstrijden, waar de druk veel lager is. Pas als de wedstrijdspanning onder controle is, mogen ze hun kunsten aan het publiek laten zien.

Lastig paard

Ik zie vaak onervaren ruiters die vanuit budgetoverwegingen een driejarig paard kopen in de hoop dat zij dit paard zelf een degelijke opleiding kunnen gaan geven. Ook zijn er paardeneigenaren die de investering in een professionele ruiter niet zien zitten en dan maar hun buurjongen of -meisje vragen om deze gevaarlijke klus uit te voeren. Soms gaat het goed, maar heel vaak worden fijne paarden in deze fase ongeschikt voor een verdere carrière en eindigen ze als ‘lastig paard'. Het inschakelen van een professional in deze belangrijke fase is een serieuze investering. Dat is ook de reden dat goed beleerde jonge paarden zo duur zijn. Ook is een ervaren wedstrijdruiter op hoog niveau nog geen jongepaardenruiter. De manier van opleiden van jonge paarden vereist andere skills en het is lastig om te schakelen van je volwassen wedstrijdpaard naar de kleuterklas. Vaak zie je hele goede ruiters die alleen jonge paarden rijden en geen ambitie hebben om op een hoger niveau te rijden. Hoewel deze ruiters niet schitteren in de ring kijk ik daar met minstens zoveel bewondering naar. Daarom zou ik ervoor willen pleiten om na het zadelmak maken te blijven investeren in een ervaren 'jongepaardenruiter', die het paard gedurende een langere periode met geduld de rijkunstige beginselen bijbrengt. Deze investering gaat je gedurende de hele verdere carrière van je paard veel plezier opleveren en wie weet word je zelf ooit ook een 'jonge paarden hogeschool-ruiter'.

Afbeelding