Afbeelding

"Een paard mag niet hoesten!"

De luchtwegen van paarden zijn een veelomvattend vakgebied in de diergeneeskunde. Erkende paardendierenarts Thibault Frippiat rondt momenteel zijn promotieonderzoek hierover af aan de Universiteit van Luik in België. Hij gaat dieper in op de verschillende soorten hoest, de oorzaken, de behandeling én het voorkomen.

Advertisement

Tekst: Gemma Jansen | Foto’s: Arnd Bronkhorst/ iStock

Thibault: “Iedere hoest is belangrijk om te onderzoeken, dus ik onderschrijf de titel met een dikke ‘ja’. Bij een acute hoest van bijvoorbeeld twee dagen, zonder andere verschijnselen, kun je nog even wachten, maar bij een iets langer aanhoudende hoest moet je zeker contact opnemen met je dierenarts. Sommige paarden kuchen standaard aan het begin van hun arbeid. Een kuchje aan het begin van een inspanning, is een hoest. Dat kuchje komt door een kriebel ergens in de luchtwegen, meestal wat slijm in de luchtpijp. Bij mensen, die rechtop lopen, liggen de luchtwegen verticaal. Door de zwaartekracht zakt het daarin aanwezige slijm naar beneden. Dat is vooral een probleem bij oude mensen, maar iedereen kent ook wel de kuchjes en de rochels om na bijvoorbeeld enige tijd op bed gelegen te hebben de longen weer schoon te krijgen. Paarden daarentegen lopen op vier benen en de luchtwegen liggen nagenoeg horizontaal. Kuchen om dezelfde redenen als mensen is dus een verkeerde veronderstelling.”

Wat maakt een aandoening aan de luchtwegen ernstig?

“Als je de luchtstroomruimte door twee deelt, dan is de inspanning die het paard moet leveren om dezelfde hoeveelheid lucht binnen te krijgen zestien keer hoger. De conditie van onder andere spieren, het hart en bloed kan door training worden opgebouwd en verbeterd, maar de longcapaciteit kun je amper trainen. Paarden hebben een longinhoud van meer dan 50 liter, waarvan zes liter gebruikt wordt in rust en tot zo’n 30 liter tijdens zware inspanning. Deze inhoud kun je niet vergroten door training. De longen kunnen daardoor bij een prestatie van een paard, ook al is deze gezond, snel de limiterende factor vormen. Als een paard een ontsteking in de luchtwegen krijgt, dan ga je er zeker de koers niet mee winnen.”

Wat zijn de meest voorkomende redenen van hoesten?

“Hoesten is bijna altijd een uiting van luchtwegproblemen, maar dit kan verschillende oorzaken hebben. Er is ook onderscheid in hoesten. Zo heb je een chronische hoest; deze is voor je hem zo noemt, al vier weken aan de gang. En je hebt de acute hoest, die korter aanwezig is dan twee weken. Acute hoest kan eventueel met of zonder koorts aanwezig zijn. De acute hoest zonder koorts wordt meestal veroorzaakt door een blokkade of obstructie in de voorste luchtwegen, dat kan bijvoorbeeld een keelontsteking zijn. De lucht komt met turbulentie naar binnen, dat veroorzaakt een kriebel en als reactie hierop gaat het paard hoesten. In een zeldzaam geval kan acute hoest zonder koorts ook veroorzaakt worden door hartfalen, waarbij zich vocht achter de longen ophoopt.” 

Wat is de oorzaak van koorts bij hoesten?

“Kuchen met koorts betekent meestal dat een virus of bacterie de luchtwegen is binnengedrongen. Deze dringt maar zelden diep door vanwege de gunstige ligging van de longen. Een boosaardige bacterie moet dus een hele lange weg afleggen voordat hij achterin is. Het komt bij volwassen paarden dan ook maar sporadisch voor, meestal als de immuniteit van het betreffende paard al wat laag is. Een uitzondering hierop is de droesbacterie, die zelfs bij een gezond paard verschijnselen veroorzaakt. Een virus komen we vaker tegen dan een bacterie. Het gevaar bij een acute hoest is dat een eigenaar het nog even aankijkt voordat hij de dierenarts erbij haalt. De koorts in het geval van een virus, komt in een piek en als je de temperatuur niet snel genoeg opneemt dan ga je de koorts dus missen. Bij vervelende virussen zoals influenza of rhinopneumonie, zijn dan al vaak andere paarden besmet voordat er een dierenarts bijgehaald wordt. Terwijl juist door in het beginstadium maatregelen te treffen, je de verspreiding kunt indammen. Een algemeen advies is om altijd de temperatuur van paarden met acute hoest op te meten, idealiter twee keer per dag.”

Naast acute hoest heb je dus een chronische hoest. Wat houdt dat in?

“Het lichaam van een paard vecht normaliter binnen enkele dagen of weken tegen bacteriën of virussen, al dan niet met de hulp van door de dierenarts toegediende diergeneesmiddelen. Als we praten over een chronische hoest dan is deze op zijn minst al vier weken aanwezig. Als dierenarts denk je dan al snel aan paardenastma. Dat komt best veel voor. Het is de laatste jaren niet per definitie meer geworden, maar het heeft meer aandacht gekregen. De dierenartsen weten er meer over en paardeneigenaren trekken eerder aan de bel. Dit jaar zie ik wel meer gevallen. Misschien sturen collega-dierenartsen de paarden sneller naar mij door of heeft het te maken met weersinvloeden. Een van de oorzaken van paardenastma is de omgeving van het paard, met name de kwaliteit van het ruwvoer. In een uiterst zeldzaam geval kan een tumor of de aanwezigheid van parasieten ook het hoesten veroorzaken.”

Hoe onderzoek je problemen in de luchtwegen?

“Tijdens een klinisch onderzoek kan de dierenarts onder andere waarnemen of en waar slijm aanwezig is. Het meest gebruikelijke aanvullende onderzoek is de endoscopie, dus met een speciaal daarvoor bestemde camera in de luchtwegen van het paard kijken. Dit geeft meestal al snel informatie over bijvoorbeeld een aanwezige ontsteking. De endoscoop kan verder de luchtpijp in tot aan het begin van de longen. Als er niet iets structureel afwijkends wordt waargenomen, dan kunnen we een longspoeling doen. Hierbij halen we wat vloeistof uit de longen en kijken we naar de ontstekingscellen. Wanneer een bacterie of virus vermoed wordt, kan een monster afgenomen worden en verder onderzocht door middel van een kweek of een PCR-test. In zeldzame gevallen is medische beeldvorming in de vorm van röntgenopnames of een scan nodig om een diagnose te stellen. Verder kan een functietest worden uitgevoerd. Hiermee wordt, zoals de naam het al zegt, de functie van de longen beoordeeld. Het vertelt ons iets over bijvoorbeeld een obstructie in de bronchiën. Deze test wordt gewoonlijk echter met name voor wetenschappelijke onderzoeken gebruikt.”

Welke behandeling pas je toe?

“Dat is uiteraard afhankelijk van het probleem. Ieder probleem kent zijn eigen behandeling, bijvoorbeeld met een diergeneesmiddel. Meestal zijn dit ontstekingsremmers, maar bijvoorbeeld slijmverdunners, luchtwegverwijders en antibiotica kunnen ook worden toegediend. Zelf werk ik heel graag met aerosoltherapie, bij mensen kennen we dat als de zogenaamde ‘pufjes’. Als je een diergeneesmiddel inspuit, dan komt het eerst in het bloed en via die route in de longen. Met aerosoltherapie behandel je lokaal en komt het diergeneesmiddel meteen op de goede plek.
Bij paarden gebruiken we naast pufjes ook vernevelaars, waarmee de diergeneesmiddelen via een masker in de luchtwegen van een paard worden verneveld.”

Heb je nog goede tips?

“Zowel voor paarden met luchtwegproblemen, maar ook preventief voor gezonde paarden is het belangrijk om de omgeving onder een vergrootglas te houden. Als we praten over paardenastma is juist de omgeving bij de behandeling heel belangrijk. Stof inademen, is niet gewenst. Door het hooi nat te maken, blijven de stofdeeltjes aan het ruwvoer plakken. Maar hooi nat maken, is niet de enige maatregel die je moet nemen. Stel je voor dat je behoorlijk beschimmeld hooi hebt, dan helpt natmaken niet. Dat moet je zeker niet opvoeren, maar juist weggooien. Nog een voorwaarde voor gezonde luchtwegen is zorgen voor een goede ventilatie. Ik zie nog te veel stallen zonder een open nok. Lucht gaat binnen een gebouw van A naar B via de kortste route en maakt geen rondje via dezelfde deur. Het is dus belangrijk dat aan beide kanten van de stal een deur of raam is, die altijd openstaat. Altijd! Paarden kunnen goed tegen kou, maar niet tegen een benauwde en bedompte lucht. Het hebben van dichte deuren, is vragen om problemen.”

Hoe zit het met de bodembedekking?

“Ammoniak in een stal is niet gewenst. Die stof hecht aan de bodembedekking en is dus meestal aanwezig in vieze stallen. Mijn ervaring is dat er vrij weinig vieze stallen in Nederland bestaan. Staleigenaren doen het dus goed, maar bij de wisseling van bodembedekking komt stof vrij in de lucht. Om stof te verminderen zou je het stro kunnen vervangen door zaagsel of vlas, waarbij de eerste het minste stof geeft. Ook moet goed worden gekeken naar de activiteit op stal; als er opgestrooid wordt dan moeten de paarden uit de stallen zijn. Nog tot twee uur na het strooien, zweven de stofdeeltjes door de stal. Voeren veroorzaakt vaak veel activiteit op stal; door schrapende of rondjes draaiende paarden. Ook hierbij komt veel stof vrij. Gevoelige paarden kunnen dan beter nog even buiten blijven. Een geveegde stal mag dan een mooi gezicht zijn, maar ook hierdoor dwarrelen de stofdeeltjes heel lang rond. Indien je toch wilt vegen, doe dat als de paarden er niet zijn en maak bij voorkeur eerst de gang nat. Iedere bladblazer op een paardenbedrijf moet wat mij betreft naar de stort, want dat is een stofmaker in het kwadraat!”

In hooi en stro zitten veel kleine stofdeeltjes.