Welke hulpen geef je?
Janine mag van Leunus schouderbinnenwaarts inzetten. Voordat ze dat doet, vraagt Leunus naar de hulpen voor deze oefening. Janine geeft aan dat ze haar binnenbeen gebruikt en aan de buitenkant begrenst. “Dat is misschien wel correct”, geeft Leunus aan. “Maar dat is niet genoeg om een schouderbinnenwaarts te rijden. Wat doe je met dat binnenbeen? Daar drijf je mee om het binnenachterbeen er meer onder te krijgen, toch? Maar als je dat doet, heb je nog geen schouderbinnenwaarts. Begin je met je hulpen aan de voorkant of de achterkant?” Janine zegt dat ze achter begint. Dat vindt Leunus gek. “Schouderbinnenwaarts en dan begin je aan de achterkant? Nee. Je doet de binnenhand van de hals, de buitenhand tegen de hals en je binnenbeen laat je op zijn plek bijdrijven. Geef je hulpen correct en in de juiste volgorde. Je hulp is een handeling die je verricht om het paard iets te laten doen. Begrenzen in de buitenteugel zegt mij bijvoorbeeld niks. Wat doe je daar dan mee?”