Goede wil
“Draaf maar aan op de linkerhand”, gaat Teddy verder. Vancouver draaft aan, maar niet direct. “Hij is een beetje traag voor het been.” “Ja”, geeft Niek toe. “Hij is eigenlijk een beetje lui.” Teddy grinnikt: “Dan moet jij hem toch een beetje minder lui maken. Maak maar een paar keer een overgang van stap naar draf en andersom. Bij het aandraven moet hij bij de eerste keer been, meteen wegdraven. Daarna moet je oppassen dat je hem niet elke pas been blijft geven. De overgang naar de draf duurt nu net te lang. Wees maar een keer duidelijk met je been als hij niet reageert. Zo ja, dat is beter. Zodra je weer stapt, draaf je alweer aan. Het is niet erg dat hij nu aangaloppeert. Dat is de goede wil van je paard. De volgende keer moet je de hulp meer doseren. Denk er weer om als je in de draf zit; één keer been en weer geen been. Je moet hem voorwaarts houden, maar doe dat even streng met een korte beenhulp en wacht vervolgens af met je been. Dat wordt beter, maar hier mag je in het losrijden nog consequenter op zijn.”