Horse Skeletal System Anatomical Model Right View 3d illustration 3d render
Horse Skeletal System Anatomical Model Right View 3d illustration 3d render Getty Images/iStockphoto

"Draagt bij aan
snel herstel"

Helaas komen in onze sport, blessures met regelmaat voor. Gewrichts- en peesproblemen voeren daarin veruit de boventoon. Er wordt hard gewerkt aan nieuwe behandelingen op basis van stamcellen. Dierenarts Cedric Bocqué, van paardenkliniek Via Nova in het Belgische Bree, is nauw betrokken bij de ontwikkeling van deze revolutionaire methode.

Advertisement

Tekst: Yvonne Buis-Franken | Foto's: Istock/ Rodinde Hoogenraad

Paarden zijn behoorlijk blessuregevoelig. In 80% van de gevallen betreft het blessures aan de gewrichten of de pezen en banden. Structuren die lastig te behandelen zijn en waarbij de schade vaak onomkeerbaar is. Orthopeed Cedric Bocqué schetst de huidige stand van zaken. “Op nummer één van veterinaire problemen bij paarden, staan kreupelheden waarbij de pees- en gewrichtsproblemen veruit de belangrijksten zijn. Dat is de reden dat stamcelonderzoek bij paarden zich in eerste instantie op deze problemen heeft gericht. Qua gezondheid van het paard valt hier de meeste winst te behalen.”

Cortisone meest gebruikt

“Historisch gezien worden gewrichten symptomatisch behandeld. De symptomen werden behandeld in de vorm van pijnbestrijding met cortisone. Deze behandeling is echter niet gericht op herstel. Cortisone is een pijnstiller en ontstekingsremmer, maar dat is ook in veel gevallen het enige goede dat het doet. Het kan namelijk schadelijk en toxisch zijn voor het kraakbeen. Nadat het pijnstillende effect is uitgewerkt, blijft het gewricht in een slechtere toestand achter dan voor die tijd. Mensen denken vaak dat een gewrichtsinjectie slechts enkele keren kan worden herhaald en dat de werking van de cortisone steeds afneemt, maar dat is niet zo. In werkelijkheid wordt het gewricht zelf steeds slechter, waardoor het pijnstillend effect niet meer toereikend is. De cortisonen tasten het kraakbeen meer en meer aan, het wordt steeds dunner en de injecties moeten elkaar sneller opvolgen totdat het niet meer behandelbaar is. Deze behandelmethode wordt nog altijd gebruikt, maar op de lange termijn is deze behandeling dus eigenlijk schadelijk.”

Alternatieve therapieën

Daarom is er veel onderzoek gedaan naar alternatieve therapieën. Er werd daarbij vooral gekeken naar biologische alternatieven, met biologische stoffen van het paard zelf. Bocqué: “De PRP-methode, waarbij bloedplaatjes van het paard zelf in het gewricht of de pees worden gespoten, is meer op groeifactoren gericht. Deze methode kan weefselgroei bevorderen en de ontsteking licht remmen. Daarnaast kennen we nog IRAP, waarbij lichaamseigen eiwitten een ontstekingsremmende werking kunnen hebben. Het eigen lichaam heeft alles voorhanden; ontstekingsmediatoren, afweerstoffen, weefselherstellende stoffen, enzovoort. Als jij een beperkte blessure hebt en je neemt vier maanden volledige rust, dan kun je vanzelf herstellen. Dat geldt ook voor paarden, maar bij een ernstige beschadiging is het herstel soms niet volledig, duurt lang of er wordt een minderwaardige weefselkwaliteit gevormd. Om het herstel te bevorderen en in te korten, kun je lokaal een hogere concentratie van deze lichaamseigen stoffen inspuiten. Dat doe je dus bij PRP en IRAP, maar beide methodes zijn symptomatisch, korte termijn en vaak onvoldoende herstellend. In pezen versnelt PRP doorgaans de opvulling van het letsel, maar verbetert niet de weefselkwaliteit. Studies tonen aan dat het herstelweefsel minder elastisch is dan wat een pees nodig heeft om zijn functie goed uit te kunnen oefenen. Recent werd aangetoond dat met de juiste stamcelbehandeling de peeskwaliteit dicht aanleunt tegen gezonde peesvezels en het herstel gemiddeld met tien weken wordt versneld.”

Wat zijn stamcellen?

Bocqué legt uit: “Stamcellen ontstaan in de allereerste fase van het leven. Na de bevruchting van de eicel ontstaan er stamcellen die zich steeds verder gaan delen. In eerste instantie kunnen deze cellen nog iedere soort nieuw weefsel vormen. Naarmate ze zich verder delen, worden die mogelijkheden beperkter waarna ze na enkele celdelingen alleen nog maar bepaalde types weefsel kunnen vormen. Dat zou dus een darmweefselcel, een hersencel, maar ook een spiercel of peesweefselcel kunnen zijn. Alle soorten cellen die je maar in het lichaam kunt bedenken. Wij zijn betrokken bij de ontwikkeling van een nieuw product gebaseerd op stamcellen. De producent is erin geslaagd om die stamcellen makkelijk te verzamelen, te zuiveren en te concentreren en heeft een manier gevonden om die stamcellen als 't ware te ‘programmeren’ om zo al het type weefsel van die stamcel te bepalen. Door een hele vroege stamcel al in contact te brengen met het weefsel dat het moet gaan worden, ontstaat een cel die al één stap verder is in zijn ontwikkeling naar een bepaald type weefsel, bijvoorbeeld richting kraakbeencel of peesweefselcel. Het unieke hieraan is dat die stamcel al is voorbestemd om het juiste weefsel te gaan maken. Ook zet hij de omgevende cellen aan om hetzelfde te doen. Zo zorg je niet alleen voor een verhoogde aanmaak van het aangetaste weefsel, maar verhinder je ook de aanmaak van allerlei soorten weefsel die minder gewenst zijn, zoals littekenweefsel of peesverkalkingen. Dit is met name bij de genezing van banden en pezen belangrijk. Ondanks gepaste behandeling is niet te voorkomen dat bij de genezing van pezen littekenweefsel ontstaat. Dit weefsel is van mindere kwaliteit dan het oorspronkelijk peesweefsel. Dit komt omdat er bindweefsel in zit dat minder elastisch is. Dit is sterker, maar door het verminderen van de elasticiteit van de totale pees is de kans op herhaald letsel toch groter. Als we dit probleem met stamcellen behandelen, die dus enkel en alleen peesweefsel kunnen maken, dan zien we dat er minder littekenweefsel wordt gevormd en dat we een grotere kans hebben op een kwalitatief sterkere en meer elastische pees. Deze elasticiteit hebben we nodig om weerstand te kunnen bieden tegen de hoge rekbaarheid die nodig is voor de huidige sportpaarden.”

Artrose

“Stamcellen gebruiken we ook bij artrose. Artrose ontstaat wanneer het gewricht ziek wordt waardoor het kraakbeen beschadigt en verdunt. Als het kraakbeen is aangetast, ontstaat een ontsteking die op zijn beurt het gewrichtskraakbeen weer verder aantast en zo takelt het langzamerhand af. Dit proces kan worden versneld door diverse factoren. Een hele belangrijke, is verkeerde of te vroege belasting. Hierdoor zie je bij sportpaarden al artrose op jongere leeftijd. Als je het stamcelpreparaat toedient op de beschadigde plek, kunnen de kraakbeendefecten opvullen en stabiliseren. Hoe sneller je erbij bent, hoe beter dit werkt. Bekijk je dit microscopisch, dan zie je nieuwe cellen zich vasthechten aan de binnenkant van het defect en de defecten langzamerhand opvullen. Lokale cellen vormen meer kraakbeenmatrix waardoor lichaamseigen herstelmechanismen in gang gezet worden met lange termijnwerking. Zeker wanneer de aantastingen nog niet heel groot zijn in het gewricht, kunnen deze cellen de gehele beschadiging opvullen en na een tijdje kraakbeen vormen. Zijn de aantastingen al heel groot en diep, dan zal dit niet volledig kunnen worden hersteld, maar zie je wel verbetering van het oppervlak. Dit geldt ook voor peesproblemen. Hoe minder groot het letsel, hoe groter de kans op een grote mate van herstel.

Waar komen de stamcellen vandaan?

Stamcellen zitten in verschillende weefsels; in beenmerg, vetweefsel, spierweefsel, in de navelstreng bij pasgeborenen en in bloed. Om stamcellen te kunnen verzamelen, kun je dus op verschillende manieren te werk gaan, maar niet alle methodes zijn even eenvoudig. Bocque: “Het verkrijgen van beenmerg is bijvoorbeeld heel invasief en pijnlijk, dat doe je echt niet zomaar. Spier- en vetweefsel is iets makkelijker, maar nog steeds een ingreep, moeilijk en tijdrovend. Je hebt er veel weefsel voor nodig, wat belastend is voor het donordier. Stamcellen uit de navelstreng zijn nauwelijks voorhanden, dan moet er eerst een veulen worden geboren, en alleen uit perifeer bloed levert een goed werkbare verzamelmethode op. In bloed is de concentratie stamcellen lager, maar bloedafname is relatief makkelijk en niet traumatisch voor het paard. Daarom is het toch de moeite waard om het bloed te zuiveren en concentreren zodat hier bruikbare stamcellen uit gefilterd kunnen worden. Aan slechts vier bloedbuisjes heb je al genoeg om stamcellen uit het bloed te halen. Je kunt stamcellen verkrijgen van het paard zelf of van een donorpaard. Van het aangetaste paard zelf zou een prima optie zijn, maar het proces van bloedafname, verwerking, opsturen en verkrijgen van de stamcellen kost veel tijd. Zeker bij een paard met een peesblessure wil je direct actie ondernemen. Daarom is het beter om de stamcellen gereed te hebben van een ander paard na de nodige kwaliteitscontroles. Je kunt niet zo maar ieder paard gebruiken om stamcellen van te verzamelen, in sommige gevallen zal er sprake zijn van afstoting. Er is echter een methode gevonden om donorpaarden voorafgaand aan de bloedafname te testen op afstotingsenzymen. Heeft het betreffende paard deze niet, dan kan hij veilig worden ingezet als stamceldonor. Uiteraard zijn deze paarden verder ook helemaal getest en gezond verklaard volgens Europese geneesmiddelen regelgeving.”

Transplantatie

Er is aangetoond dat de cellen van een vreemd paard net zo goed werken als de stamcellen van het eigen lichaam. “Stamcellen inbrengen, is een soort transplantatie en sommige mensen hebben daar toch wat schrik van. Met de huidige testmethodes kunnen we volledig veilig stamcellen van vreemde paarden inspuiten. Het is zelfs zo dat we deze paardenstamcellen kunnen gebruiken bij honden en dat de werkzaamheid daar beter is dan wanneer je eigen stamcellen zou toedienen. Heel interessant, wellicht ook voor de humane geneeskunde. Bij paarden gebruiken we op dit moment alleen stamcellen van andere paarden, niet van een andere diersoort.” Er zijn dus drie natuurlijke behandelmethodes voor gewrichts- en peesproblemen. Hoe weet je welke de meest geschikte is? Bocqué: "We kijken eerst naar de ernst van het probleem. Heb je bijvoorbeeld een gewrichtsprobleem zonder duidelijk artrose, dan kun je kiezen voor een biologisch product. Zie je op de foto al veranderingen en is er duidelijk sprake van artrose, dan is het mogelijk verstandiger om het artroseproces tot rust te brengen en tot stamceltherapie over te gaan. Ondanks dat IRAP en PRP geen schade toebrengen, zijn het symptomatische behandelingen. Ze werken vaak pijnstillend en ontstekingsremmend, het brengt het gewricht tot rust, maar het artroseproces zelf wordt niet stopgezet. Stamceltherapie levert echt een bijdrage aan het herstel. Als je te maken hebt met een ontstoken gewricht, dan kunnen aanwezige ontstekingscellen licht toxisch zijn, wat de stamcellen zal aantasten. In dat geval kun je bijvoorbeeld eerst IRAP gebruiken en pas daarna overgaan op stamceltherapie. Corticosteroïden geven wij hier niet. Ze brengen weliswaar directe verlichting, maar wij beperken het gebruik tot een absoluut minimum en denken aan de lange termijn. Wij streven naar een zo natuurlijk mogelijke behandeling om langdurig gebruik en herstel van het paard te waarborgen. Daar past het gebruik van cortisonen eigenlijk niet meer bij."

Behandeling

Als een paard een pees- en gewrichtsprobleem heeft, wordt de behandeling met stamcellen ingezet. Ze worden direct in het gewricht of in de pees of band geïnjecteerd. “Stamcellen hebben zelf ook een vrij sterke ontstekingsremmende en dus pijnstillende werking. Het totale herstelproces duurt enkele weken tot maanden, afhankelijk van het probleem. Het directe effect zie je heel snel. Al na een paar dagen is het paard minder kreupel en heeft minder pijn. Dat bevordert ook het welzijn van het paard. Na behandeling is het afhankelijk van de gradatie van het letsel hoe lang er rust moet volgen. Dit verschilt van een week waarna het werk weer heel voorzichtig kan worden opgepakt bij lichte artrose, tot enkele maanden bij peesletsel. Bij peesletsel kun je echografisch in beeld brengen hoe het herstel verloopt. Daarna zal de mate van beweging worden bepaald. In principe wordt deze behandeling enkel herhaald bij zeer grote letsels die moeilijk helen. Stamceltherapie kan een hele nuttige behandeling zijn, maar ook deze behandeling heeft de juiste patiënt en indicatie nodig. We kunnen heel positief zijn over deze ontwikkeling, maar wondermiddelen bestaan niet. Het belangrijkste blijft om blessures te voorkomen met goed management."

Afbeelding