Lange lijnen
"Door te werken aan de lange lijnen, de dubbele longe, kun je het jonge paard voorbereiden en zijn lichaam al ontwikkelen, zodat het klaar is om bereden te worden. Wanneer je dan begint te rijden, kun je de hulpen die je als ruiter geeft fijn afstellen. De meeste mensen longeren de paarden drie keer bij het zadelmak maken en denken dan dat ze er wel op kunnen en vinden dat hij verder alles onder het zadel moet leren. Op die manier werken we bij mij niet. Een paard moet eerst vanaf de grond begrijpen wat je van hem wilt. Als je het paard eerst aan een dubbele longe traint, zal het de hulpen via de stem kennen, wat ook een voordeel is. Verder is hij al bekend met verschillende hulpen, snapt hij de druk van het bit en is hij al bekend met stelling en buiging. Als je het op deze manier opbouwt, zal het jonge paard genoeg kracht ontwikkelen om daadwerkelijk bereden te kunnen worden en begrijpt hij wat er van hem gevraagd wordt. Dat laatste is goed voor de gemoedstoestand van het paard. Wij zijn de manager van het paard en het paard moet leren om ons te vertrouwen en met ons mee te gaan."
