Afbeelding
Getty Images

Dierenarts Gerrit Kampman: “Ethische dilemma’s”

Achtergrond

Gerrit Kampman is dierenarts bij dierenkliniek Den Ham. In de kliniek komt hij in aanraking met uiteenlopende situaties. Deze belicht hij graag in De Hoefslag. Dit keer over ethische dilemma’s van dierenartsen.

Advertisement

Tekst: Ageeth van der Lee | Foto’s: Fotolavie Ineke/ Istock

Gerrit: “Net als mijn collega’s ben ik dierenarts geworden, omdat ik dieren beter wil maken. Bij zieke dieren horen bezorgde eigenaren en in de praktijk blijkt dat je als dierenarts net zo vaak bezig bent de mensen te helpen de juiste beslissing te nemen voor het dier. Ruim twintig jaar geleden studeerde ik af als dierenarts. Na aanvankelijk met rundvee en paarden te hebben gewerkt, heb ik me inmiddels volledig gericht op de paardenpraktijk. In die twintig jaar heb ik het vak zien veranderen; er is technisch veel meer mogelijk en eigenaren zijn emotioneel meer betrokken bij hun paard. Die combinatie levert ethisch gezien soms dilemma’s op. ‘Je moet niet willen denken voor de klant’ leer ik vaak op nascholingen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan als je als dierenarts paard en eigenaar wilt behoeden voor onrealistische verwachtingen. Als een oud paard pijnlijke gewrichten heeft door artrose, wanneer is dan het juiste moment om afscheid te nemen? Ik zou graag het moment dat het dier niet meer op kan staan willen voorkomen, maar eigenaren zien hun paard nog rondscharrelen en stellen het onvermijdelijke nog even uit. Hoe lang blijf je dokteren met een veulen dat met extreem afwijkende beenstanden is geboren, voordat je erkent dat het diertje geen paardwaardig bestaan zal hebben? Wat als een paard zich heel plotseling ernstig verwondt, met dusdanig heftige bloedingen, dat er geen redden meer aan is, maar de eigenaar totaal in shock is waardoor hij niet meer rationeel kan nadenken en niet de beslissing neemt om hem te laten gaan?”

Fataal

“Eén geval in het begin van mijn carrière heeft lang door mijn hoofd gespookt en slapeloze nachten opgeleverd. Ik werd tijdens mijn weekend spoeddienst gebeld door een eigenaar of ik even wilde komen kijken bij het paard van zijn dochter. Het paard stond wat te sloom in de box en had zijn voer niet opgegeten. Bij aankomst zie ik een grote ruin stil in de box staan, hoofd wat naar beneden en een behoorlijk opgetrokken buik. Ik constateer een sterk verhoogde hartslag van 100 per minuut, de afwezigheid van darmgeluiden en slijmvliezen die rood-bruin zijn gekleurd waarbij de ruin ook fikse koorts heeft. Bij rectaal onderzoek vermoed ik een liggingsverandering van de dikke darm, een aandoening die fataal zal aflopen voor de ruin. Alle alarmbellen rinkelen op volle sterkte en ik realiseer me dat ik vader en dochter verdrietig nieuws moet brengen. Zij zien echter alleen dat de ruin wat sloom is en vinden het moeilijk te geloven dat hun grote vriend doodziek is. Ik kan als dierenarts in het gesprek alleen aangeven dat de situatie echt heel ernstig is. Ik kan zelf vinden dat inslapen het beste is voor een dier, veel eigenaren zijn daar, zeker als de beslissing plotseling moet worden genomen, niet aan toe. Het is heel begrijpelijk en menselijk dat eigenaren naar elke strohalm grijpen, in de hoop dat hun paard nog te genezen is. De vraag is echter in hoeverre je daar, in het belang van het paard, in mee moet gaan. Ik probeerde aan de vader en dochter duidelijk te maken dat naar mijn mening een operatie niet meer reddend zal zijn. De vader wilde voor zijn ontroostbare dochter meer onderbouwing hebben om de ruin in te laten slapen, dus in onderling overleg besloten we het paard toch naar een kliniek te vervoeren om daar aanvullende informatie te laten verzamelen. Ik verwachtte dat de dierenarts in de kliniek mijn diagnose zou bevestigen en ik hoopte dat de eigenaren hiermee de beslissing zouden nemen om de ruin niet langer te laten lijden. Na enkele uren werd ik gebeld door de dierenarts van de kliniek.  Hij bevestigde dat de prognose zeer slecht was en kans van slagen na operatie nihil.”

Operatie

“Na het gesprek met de dierenarts in de kliniek ging ik ervan uit, wel wat opgelucht, dat de ruin zou worden geëuthanaseerd. Twee dagen later kreeg ik opnieuw een telefoontje van de kliniek met de mededeling dat de ruin, met een overlevingskans van vijf tot tien procent, op verzoek van de eigenaren toch op operatietafel was gekomen. Ook als twee dierenartsen aangeven dat een paard uitbehandeld is, ligt de uiteindelijke beslissing bij de eigenaar. Het ging na de operatie niet goed met de ruin en na twee dagen moest het dier alsnog worden ingeslapen. Had ik meer mijn best moeten doen de eigenaren te overtuigen om het paard ter plekke in te laten slapen? Had de dierenarts van de kliniek moeten weigeren om het dier nog te opereren? Dit zijn ethische dilemma’s waar dierenartsen regelmatig mee geconfronteerd worden en dit geeft stof tot, nachtelijke, overpeinzingen.”

Deze column staat ook in de  nieuwste Hoefslag nummer 5. Ben je nog geen abonnee? Dat kan via deze link. Wist je dat je als abonnee ook kans maak op heel veel cadeautjes, boeken, tickets en andere weggeef acties?

Afbeelding