Petra bekijkt de combinatie ook altijd even van achteren en/of van voren om een goed beeld te krijgen.
Petra bekijkt de combinatie ook altijd even van achteren en/of van voren om een goed beeld te krijgen. Foto: Sanne Wiering

Slimme slangenvolte

Advertisement

Petra observeert de combinatie goed en bekijkt deze ook eens van voren of achteren. "Van opzij zie je lang niet alles. Vandaar dat ik er ook even voor of achter ga staan. Je ziet dat de merrie wel zo gebouwd is dat ze het achterbeen eronder kan zetten, maar het liefst loopt ze iets met de achterbenen naar de staart, dus stuwend. Ze duwt dan wat in Linda's hand. Daarbij mag ze zichzelf iets meer dragen met haar buik omhoog." Linda knikt: "Het voelt vaak alsof ze onder me vandaan wil lopen." "Oké, draaf maar eens een slangenvolte. In iedere wending om je binnenbeen en aan je buitenteugel. Je ziet bij het omstellen dat ze vanzelf al wat afremt, dan activeer jij het binnenachterbeen met je binnenbeen. Houd dus hetzelfde ritme in de hele slangenvolte. Dan activeer je om en om het binnenachterbeen, zonder dat ze heel veel sterker wordt, omdat de wending haar afremt. Ja, beter. Volg eens de hoefslag en wissel het doorzitten en lichtrijden af. Als je door gaat zitten, komt ze vanzelf al wat terug. Activeer haar dan weer met je been, zodat je in het lichtrijden en het doorzitten hetzelfde tempo houdt. En als ze versnelt bij het lichrijden, ga dan weer langzamer lichtrijden, alsof je gaat doorzitten. Zo kun je met je zit opvangen. Zorg dat je bij een loperig paard met je been tot drijven kunt komen. Blijf er dus niet vanaf."

Het omstellen in de slangevolte en dan activeren van het binnenachterbeen verbetert de balans.