"Veulens verleren niets"
Al heel snel na de geboorte krijgen de veulens bij Stoeterij Van Kleef een halster aan. "Ook al stribbelen ze tegen, ze moeten er aan geloven. We krijgen de veulens dagelijks in de hand omdat de merries 's nachts op stal staan en overdag in de wei. We leren de veulens meteen aan een touwtje mee te lopen. We zorgen dat we in het begin met binnen- en buitenzetten met twee mensen zijn. Eentje loopt achter het veulen en kan het veulen aanmoedigen mee te lopen. Dat kunstje leren ze snel. Vastzetten wordt nog niet geleerd, de kans op vallen vind ik te groot. Het oppakken van de voetjes wordt wel snel meegenomen. De smid haalt de vijl een keer langs de hoefjes. Als ze dat een keer hebben meegemaakt, onthouden ze dit en heb je er later veel gemak van. Bovendien kan de smid afwijkingen in de beenstand en hoefvorm corrigeren en dat werkt beter dan standcorrecties op latere leeftijd.”
Draagmerrie
Een aantal veulens wordt geboren via embryotransplantatie of ICSI. Bij beide technieken wordt een veulen geboren uit een draagmerrie die niet de genetische moeder is. Voordelen hiervan zijn dat de echte moeder in de sport actief kan blijven en meerdere veulens per jaar kan voortbrengen. "Ik zie een heel opvallend verschil qua gedrag tussen veulens die bij hun eigen moeder lopen en die uit een draagmoeder. Die laatste groep heeft veel minder binding met de merrie en zijn in de wei veel zelfstandiger en blijven minder bij de merrie. We hebben geleerd dat we het beste spring- of dressuurpaarden als draagmerrie kunnen inzetten. Die passen veel beter in de groep dan andere soorten paarden die we in het verleden hebben gebruikt. Dat gaf onrust in de kudde.”
Qua karakter valt hem op dat bepaalde merries altijd makkelijke veulens geven of juist altijd mindere makkelijke veulens. Wanneer er heel eigenwijze of bange veulens zijn, wordt daar net zo mee omgegaan als met de meer gezeglijke exemplaren en dat werkt prima. Ze worden dan steeds meewerkender.