Wijken

Advertisement

“Voordat je begint met achterwaarts, moet je paard eerst de eenzijdige kuithulp hebben geleerd en snappen. Dat wil zeggen, je moet hem hebben leren wijken. Daarom trainen we met jonge paarden het liefst met de neus langs de wand. Heel simpel, gewoon tegen de muur, tegen de hoefslagkering. Als het paard met het hoofd tegen de muur is, is het zijwaarts stappen heel simpel. Dat wijken langs de wand, met je buitenbeen, doe je natuurlijk zowel op de linker- als op de rechterhand. Als een paard dit heeft gesnapt, kan je ook heel eenvoudig afwenden op de lange zijde, naar de overkant stappen en dan het paard langs de wand aan de overkant een paar passen zijwaarts meenemen. Dat hoeft helemaal niet meteen de halve lange zijde te zijn. Het gaat om spelen en gehoorzaamheid. Ik wil met rijden graag steeds invloed hebben op de houding en op de benen van het paard en dat gaat op deze manier heel gemakkelijk. Spelenderwijs. Je hebt op een simpele speelse manier controle op de plaats waar de benen neer worden gezet.”

Foto: 5149/5173