Paarden in de wei
Stal Maarse 2012
© DigiShots
Paarden in de wei Stal Maarse 2012 © DigiShots Leanjo de Koster

Blog Jasmijn de Bruijn | De ‘natuurlijk-is-beter-bias’; waarom natuurlijk paarden houden onzinnig is

Verzorging

Al jaren is het de trend; ‘natuurlijk’ paardenhouden en ‘natural’ horsemanship. In deze trend worden allerlei praktijken, trainingsmethodes en producten bestempeld als ‘natuurlijk’ en daardoor dus goed voor het paard. De term ‘natuurlijk’ kan door iedereen worden geclaimd om diensten of idealen aan de man te brengen. Bijvoorbeeld in discussies over paardenwelzijn. Daar zijn geen juridische richtlijnen voor. Dat ‘natuurlijk’ horsemanship en paardenhouden een grote aantrekkingskracht heeft op veel paardenhouders mag duidelijk zijn. Het is een industrie op zich geworden. Maar wat betekent de term ‘natuurlijk’ eigenlijk? En waarom staren we ons er zo blind op?

Advertisement

De natuur kent geen goed of kwaad

Wetenschapper en schrijver Harari beschrijft in zijn boek Sapiens dat wat natuurlijk is, biologisch bepaald is. Nu is het zo dat biologisch gezien heel veel mogelijk is. En alles wat mogelijk is, is per definitie ook natuurlijk. Alleen dat wat tegen de natuurkundige wetten ingaat, is onnatuurlijk. Bijvoorbeeld van een paard verlangen dat hij door de geluidsbarrière heen springt of harder galoppeert dan de snelheid van het licht. Elke vorm van samenleving of samenwerking tussen verschillende diersoorten is dus per definitie natuurlijk. Hoe mooi, onwaarschijnlijk, wreed of bizar die soms kunnen zijn. Dieren die met elkaar in een symbiose leven, dat is natuurlijk. Dieren die op elkaar parasiteren of elkaar opeten, dat is óók natuurlijk. Er zijn ethologen die beweren dat het houden van- en rijden op-paarden onnatuurlijk is en daarom onethisch. Die redenatie zegt meer over de menselijke verbeelding dan over de biologische werkelijkheid. Want de natuur zelf kent geen ‘goed’ of ‘kwaad’. Maar toch geven veel paardeneigenaren voorkeur aan producten, diensten, methodes of idealen die worden aangeprezen met de term ‘natuurlijk’.

Wij zijn óók onderdeel van de natuur 

Dierethicus Willem Vermaat stelt dat paardensport primitief is. We hebben het paard niet meer nodig in de landbouw, dus hij mag vertrekken uit onze maatschappij. Onder het mom van dat dit beter is voor de diersoort ‘het paard’ zelf. Daarbij gaat hij aan twee zaken voorbij: aan de ongelofelijke belangrijke rol die het paard heeft gespeeld in de ontwikkeling van onze menselijke beschaving en hoe het paard door de verschillende tijdperken heem met ons is mee geëvolueerd. En hoe hard wij hem nog steeds nodig hebben. Want het paard geeft dagelijks aan het leven van miljoenen mensen zingeving en betekenis. 

Het paard leert ons over communicatie, leiderschap, verantwoordelijkheid. Het paard leert ons dat we onderdeel zijn van een groter geheel. Wij zijn óók onderdeel van de natuur. De stelling dat de relatie tussen paard en mens onethisch is, dát is pas onnatuurlijk. Want daarmee stel je impliciet dat de mens géén diersoort is en dat wij boven de natuur staan. Hoe kunnen wij ons inleven in andere levende wezens waarmee we onze planeet delen, als we er nooit mee in contact komen? Het partnerschap tussen paard en mens is allerminst primitief. Het paard is juist weer een aangewezen partner om de volgende stap in onze ontwikkeling als mens te maken!

De natuur is wreed

Ten tweede gaat hij voorbij aan het feit dat een leven in het wild helemaal niet zo aardig is als het lijkt. Veel dierenactivisten, ethologen en ‘hardcore’ natural paardeneigenaren romantiseren een leven in het wild ten opzichte van het leven van gedomesticeerde paarden en de meer traditionele paardenhouderij. Vaak geïllustreerd met beelden van wilde paarden in de goede rijke seizoenen die zich tegoed doen aan allerlei kruiden en lief spelen met hun soortgenoten. Maar als de tijden moeilijk zijn, is het misschien wel een van de wreedste bestaansvormen om te doorstaan.

Waar hardcore ‘natural’ paardeneigenaren hun creatief aangelegde Paddock Paradises aanplanten met kruiden en eetbare planten in een poging om een natuurlijke leefomgeving na te bootsen, sterven wilde paarden van tijd tot tijd gewoon aan verhongering en vergiftiging. Waar zij hun paarden een mineralenbuffet voorzetten, sterft er in droge periodes van de populatie wilde Brumby’s in Australië zo’n 70% aan uitdroging. Hier organiseren paardeneigenaren afscheidsceremonies voor hun paarden waarbij kuddeleden afscheid kunnen nemen van hun overleden maatje. Terwijl er in Australië gevallen zijn gedocumenteerd van kannibalisme, waarin de uitgemergelde wilde paarden het vlees aten van de karkassen van dode paarden. Waar wij onze paarden in de zomer beschermen tegen insecten en giftige planten, worden de Konik paarden in de Oostvaardersplassen geteisterd door de Grote Klis. Eindeloze discussies worden er gevoerd over de leeftijd van het afspenen, groeischijven en trainen van jonge paarden, terwijl veel jonge paarden uit de wilde kuddes Mustangs in Canada en Amerika hun eerste jaar niet eens overleven vanwege aanvallen van beren, coyotes, wolven en poema’s. 

Gebaseerd op menselijke normen en waarden

Het ‘semi-natuurlijke’ leven wat veel paardeneigenaren krampachtig voor hun paarden proberen na te bootsten lijkt in de verste verte niet op de realiteit van hoe wilde paarden in de natuur leven. Dus waar hebben we het dan eigenlijk over als we praktijken of producten aanprijzen met de term ‘natuurlijk’? Het is onzinnig om steeds de ‘vrije natuur’ (leven zonder inmenging van de mens) aan te halen als het ‘ideaal’ en het uitgangspunt voor onze paardenhouderij. Wij zullen ook nooit precies weten hoe ‘slecht’ of hoe ‘goed’ het paard zijn gevangenschap beleeft. 

De discussie over HOE we met paarden moeten leven en werken is een maatschappelijke en culturele discussie. Gebaseerd op ónze menselijke normen en waarden. Statements, idealen en opvattingen kracht bijzetten door ze als ‘natuurlijk’ te claimen en daarmee dus ‘goed’ is misleidend. Je kunt je afvragen of de overgrote meerderheid van de paarden, of ze nu volgens de ‘natural’ trend, traditioneel of iets daartussenin worden gehouden, ten opzichte van hun soortgenoten in het (semi)wild daadwerkelijk minder vrijheden genieten volgens de definitie van Brambell en dus slechter af zijn? Paarden die in het wild leven zijn allerminst vrij van pijn en ongemakken. Bij hun natuurlijk gedrag hoort ook dat ze elkaar verstoten, serieus verwonden, dat hengsten veulens doodbijten en dat merries op hele jonge leeftijd al drachtig raken. 

Geen uitdaging hebben is de grootste bron van paardenleed

Hoewel paarden misschien in gevangenschap wel meer vrijheden kennen dan in een leven in het wild, is het niet realistisch om te denken dat we met het beste paardenwelzijnsbeleid van de wereld we ze geheel kunnen vrijwaren van een leven zonder pijn, stress, ziekte of andere ongemakken. Dat is niet realistisch. Dat kunnen we voor mensen ook niet, zelfs niet met alle welvaart van nu. De grootste bedreiging voor het welzijn van paarden is niet het gegeven dat ze wellicht op enig moment pijn, ongemakken, stress en ziekte te verduren krijgen in hun leven (hoewel de gevolgen daarvan ingrijpend zijn), maar een gebrek aan uitdaging. 

Na jarenlang werkzaam geweest te zijn binnen de humane gezondheidszorg en het sociaal domein heb ik geleerd dat de belangrijkste oorzaak van lijden niet het hebben van pijn, zieke of ongemak is. De belangrijkste oorzaak van lijden is niet van betekenis zijn en geen doel in het leven hebben. En dat geldt ook voor paarden. Paarden zijn nieuwsgierig, houden van leren, raken op den duur verveeld als ze op een kleine ruimte met te weinig uitdaging gehouden worden. Zelfs de meest uitgebreide en creatief ingerichte Paddock Paradises zijn te beperkt om een paard, zonder verdere inmenging van en interactie met de mens, voldoende uitdaging te kunnen bieden in vergelijking met de omgeving waarin wilde paarden van oorsprong leefden. Die omgevingen bestaan al gauw honderden, zo niet duizenden hectares, met een grote biodiversiteit en veel afwisseling in het landschap. Dat is onmogelijk na te bootsen op een paddock van 2000m2.

Sport en activiteiten bieden paard en mens uitdaging en avontuur

Het trainen van paarden, al dan niet voor wedstrijden biedt juist de geweldige mogelijkheid voor paard en ruiter om samen de wereld te verkennen en avonturen te beleven. Natuurlijk is het vreselijk als een paard in de cross valt of een misstap maakt en geëuthanaseerd moet worden. En in de samenwerking met het paard komt de mens er ook niet altijd levend en ongeschonden uit. Maar hoeveel paarden komen er in het wild ongeschonden door het leven? In het wild gaan ze een langzame dood tegemoet wanneer ze letsels oplopen. Daar is geen dierenarts die ze die lijdensweg bespaard door ze uit hun lijden te verlossen. 

Ja maar, het paard heeft geen keuze...

Het argument dat vaak in het verlengde van de claim ‘natuurlijk’ wordt gebruikt om eigen (activistische) idealen door te drukken, is het argument dat het paard ‘geen keuze’ heeft. Ten eerste kun je je afvragen hoeveel vrije keuze een paard dat in het wild leeft heeft. Als het wordt opgejaagd door een roofdier kan het kiezen tussen fight, flight, faint of freeze. Maar dat is hij wel door zijn opties heen. Daarentegen liet Saint Boy in de moderne vijfkamp zien dat paarden er wel degelijk voor kunnen kiezen niet mee te werken. Maar gezien het feit dat er ook veel paarden lijden aan ‘aangeleerde hulpeloosheid’ en murw hun rondjes lopen, is dat niet het allersterkste argument op kritiek op de paardensport te ontkrachten. 

Wat wel een gegeven is, is dat hoe sterker de band tussen paard en mens is, de eigenaar steeds beter leert aanvoelen wat het paard wil en nodig heeft. Dat, wanneer hij staat te rillen bij het hek, hij graag naar binnen wil. Dat bepaalde gezichtsuitdrukkingen duiden op dat hij pijn heeft. Dat wanneer de sprankeltjes in zijn ogen verdwenen zijn, dat hij het niet naar zijn zin heeft. Of dat misschien de tijd is gekomen om afscheid te nemen. 

Veel ruiters zullen kunnen beamen dat zij aan hun paard merken dat ze het leuk vinden om op een buitenrit of op concours te gaan. De oortjes gaan naar voren, en dan zijn ze opgewekt en attent. Hoe ze na een activiteit tevreden op stal of in de wei aan hun hooi gaan knabbelen, of lekker languit even gaan bijkomen. Door de ontwikkeling van die band wordt de keuzevrijheid van het paard ineens wel groter. En kunnen ze naast hun primaire reacties op bedreigingen ook kiezen voor samenwerking, aandacht, verzorging, steun, bescherming en vriendschap. Een veel gehoorde ervaring van wedstrijdruiters is dat hun gepensioneerde wedstrijdpaarden boos worden als zij niet mee de vrachtwagen op mogen als de andere paarden van stal op wedstrijd gaan. Veel paarden kwijnen weg als de dagelijkse routine van verzorging, training, wedstrijden of andere activiteiten wegvallen. 

Het is jammer dat door een aantal excessen in de sport het sporten met paarden onder vuur ligt. Want juist sport en competitie kan zowel ruiter en paard dat stukje uitdaging bieden. Een doel om naar toe te werken. Waar ook aan voorbij wordt gegaan in deze discussie, is dat er een hele grote groep paarden lijdt in stilte. Deze paarden staan niet in de spotlight van de wedstrijdring, onder het kritische oog van het grote publiek en vallen niet onder de reglementen die hun welzijn moeten waarborgen. Deze vaak oude, zieke of afgedankte paarden worden verzameld op stukjes grond, al dan niet omgetoverd tot paddock paradises. Onder het mom ‘natuurlijk’ maar in de praktijk vaak goedkoper en minder arbeidsintensief dan locaties met meer faciliteiten. Zij hebben misschien niet altijd direct pijn of stress, maar lijden wel een uitzichtloos bestaan zonder enige uitdaging. Omdat hun eigenaren niets (meer) met ze ondernemen. Omdat ze denken dat ze voldoende hebben aan de paddock en een paar soortgenoten. En zichzelf gerust stellen met de gedachte dan zij met hun ‘semi-natuurlijke’ omgeving en aanpak, producten en methoden het goed doen. 

Horsemanship in de 21ste eeuw

Wanneer wij paarden houden zullen we na moeten denken over hoe we paarden zo goed mogelijk kunnen ondersteunen in hun leven in de 21ste eeuw. De impact van de mens op de omgeving is onomkeerbaar en een vrij leven in het wild zonder invloed van de mens is niet meer mogelijk. We moeten nadenken hoe we naast hun natuurlijke (biologische) behoeften, ze dat stukje uitdaging kunnen bieden waardoor ook zij kunnen floreren. Net als bij mensen zal per paard ook verschillen waar de grens ligt tussen te veel en te weinig uitdaging, afhankelijk van hun karakter, potentie en natuurlijke aanleg die zij door eeuwen van menselijke selectie in de paardenfokkerij hebben meegekregen. Daarom is er geen ‘one size fits all’, en vraagt iedere situatie weer opnieuw om maatwerk. Een sensibel sportpaard dat net een heel weekend op concours is geweest kan wellicht heel erg genieten en lekker tot rust komen van een aantal uur op stal. Terwijl een jong paard wat nog niet bereden wordt, een veel uitdagendere omgeving nodig heeft om zich niet te vervelen. 

Ik denk niet dat het antwoord is om krampachtig een semi-natuurlijk leven voor onze paarden te proberen na te bootsen gebaseerd op een geromantiseerd beeld van ‘de natuur’. Ik geloof ook niet in het verbieden van sport, wedstrijden en andere activiteiten met paarden omdat we verblind worden door de emoties die beelden van excessen in de sport in de media oproepen. Sport, competitie en activiteiten kunnen juist een doel en een stukje uitdaging voor ruiter en paard bieden. Ik denk dat we constant onze praktijken moeten evalueren aan de hand van voortschrijdend inzicht en onze evoluerende normen en waarden. We moeten het goede behouden en waar nodig positieve veranderingen doorvoeren. Daarbij moeten onze drang naar status en erkenning wat temperen, maar ons ook niet laten verleiden door de ‘natuurlijk-is-beter-bias’ door kritisch te blijven op alles wat als ‘natuurlijk’ wordt geclaimd. Als het werkt, prima. Maar als je paard na maanden van ‘natuurlijk’ bekappen nog steeds kreupel is, de klachten van je paard na dure ‘natuurlijke’ supplementen nog steeds niet over zijn, en je paard nog steeds de trailer niet in wil heeft na maanden ‘natural’ horsemanship, dan wordt het misschien tijd om uit te kijken naar iets wat wel werkt. Jij kunt je misschien laten verleiden door een mooi verhaal, maar een paard liegt nooit. 

Het zou mooi zijn als we over twintig jaar terug kunnen kijken en trots kunnen zijn op hoe ons partnerschap met het paard zich heeft geëvolueerd. Van voedsel tot een mooie symbiose tussen twee diersoorten die elkaars leven zin en betekenis geven en die met elkaar de uitdagingen aangaan van het leven een steeds veranderende wereld. 

‘’Het is niet de sterkste van de soort die overleeft, noch de meest intelligente. Het is degene met het grootste aanpassingsvermogen bij veranderingen’’  -Charles Darw

Tekst: Jasmijn de Bruijn
Wil je meer van haar interessante blogs lezen? Kijk dan ook eens op www.theconsciousequestrian.nl. En houdt voor de nieuwste blogs onze Hoefslag-website in de gaten.