Afbeelding
Foto: Remco Veurink

Paard te fit, wat nu?

Springen Opvallend

Alles waar té voor staat, is niet goed. Dat geldt ook voor een té fit paard, want dat blijkt eerder in je nadeel dan je voordeel. Hoe ga je ermee om? Internationaal springruiter Bart Bles deelt zijn tips en ervaringen. 

Advertisement

We streven er allemaal naar om ons paard in goede conditie te krijgen en te houden. Want optimale fysieke en psychische eigenschappen komen de prestaties ten goede. Maar dan kan het ook zomaar gebeuren dat die fitheid de verkeerde kant op slaat: een paard is dan te fris, iets waar de ruiter met name op concours tegenaan loopt. 

Waar komt het vandaan?

Bart Bles: ‘Als een paard te fris is, probeer ik altijd te ontdekken waar dit vandaan komt. Dat kan door oorzaken van binnenuit of buitenaf. Bepaalde paarden hebben van nature heel veel bloed, die blaken van de energie en hebben snel een goede conditie. Bij dat soort paarden moet je er voor zorgen dat je al die energie op de juiste manier kunt gaan gebruiken. Die paarden geven niet op en lijken onvermoeibaar. Paarden kunnen ook té fris worden door factoren van buitenaf, zoals weersomoestandigheden of opgebouwde spanning door kijkerigheid. In beide gevallen is de controle die je als ruiter over het paard hebt, ontzettend belangrijk.’ 

Gymnastiek

Een tip van Bles: doe thuis veel gymnastiek. ‘Met de jonge paarden doe ik veel gymnastiek-werk. Dat begint gewoon met balkjes op de grond, om ze goed te leren schakelen en om ze tussen hand en been te krijgen. En ik werk ook met cavaletti en vervolgens lage sprongetjes. De paarden moeten heel gehoorzaam zijn om elke keer dezelfde sprong te laten zien. Als ik in de afzet nog opeens been moet gaan bijgeven, weet ik bijna zeker dat mijn controle na de sprong niet optimaal is. 

En het is de bedoeling dat je in een makkelijk constant galopje zo’n heel parcours kunt rijden. Zonder uitspattingen of andere ongehoorzaamheden. Daarom begint dat thuis al met het verkrijgen van optimale controle over het tempo en de houding van het paard.’ 

Tekst: Jenneke Smit Foto: Remco Veurink