Afbeelding
Foto: Privebezit

Tien tips van Working Equitation-meester Nuno Avelar

Instructie Opvallend

Nuno Jose Rodrigues Avelar komt regelmatig naar Nederland om ruiters te helpen met hun (dressuur)training. De Portugese ruiter was van 2012 t/m 2014 nationaal kampioen Working Equitation, won in 2013 EK-teamgoud en het jaar daarop WK-teamgoud. 

Advertisement

Hij trainde het Duitse WE-team dat in 2018 uniek en verrassend teamgoud won op het WK. Nuno geeft zowel WE-trainingen als ‘gewone’ dressuurlessen. Zijn professionele trainerslicentie behaalde hij in Portugal; hij heeft ook de FEI-licentie. 

 Nuno geeft net zo gepassioneerd les aan een B-ruiter met een minder getalenteerd paard als aan Grand Prix-combinaties. Hij gebruikt regelmatig middelen uit de WE, zoals ‘slalommen’ bij het aanleren van de galopwissels. Zijn lessen zijn enthousiast en plezierig en gaan met de nodige humor gepaard.

1. Een paard is geen computer

‘Om een paard te begrijpen, hebben we een goed hart en gevoel nodig, in plaats van met hem om te gaan als met een robot of een computer. Niet alle paarden kunnen in hetzelfde tempo leren en niet alle paarden kunnen hetzelfde doen als andere paarden, enzovoort. Elk paard is uniek, met unieke talenten. Ik zeg vaak ‘˜we moeten in de huid van ons paard kruipen’. Mijn overtuiging is dat we tolerant en geduldig moeten zijn als het paard ons niet begrijpt. Leren is een proces en heeft tijd nodig. Voor de relatie leerling-trainer geldt trouwens hetzelfde.’

2. Focus op wat goed gaat

‘Ik geloof dat een trainer een helper en mentor is, en dat het zijn taak is de ruiter te motiveren om het beste in zichzelf naar boven te halen. Ik wijs niet alleen op fouten, ik geloof dat complimenteren meer effect heeft op het leerproces. Hoe goed voelt het wel niet om complimenten te krijgen, zowel voor paard als ruiter? Belonen is zoveel constructiever! Focus op wat goed gaat; concentreer je niet op de onderdelen die jou of je paard minder goed afgaan.’

3. Verzamelen = sneller maken van het achterbeen

‘Veel ruiters denken dat ze hun paard correct verzamelen als de hals korter wordt. Maar verzamelen komt vanuit de achterhand, dus moet je werken aan het sneller maken van het achterbeen. Voor Working Equitation, maar net zo goed voor klassieke dressuur, moet je beste vrienden zijn met verzameling.’

‘Alle oefeningen gaan gemakkelijker als het paard goed op het achterbeen is en je de verzameling en flexibiliteit voor elkaar hebt. Zes seconden verzamelde galop is nuttiger dan zestig seconden in een galop waarbij het paard niet op het achterbeen is. Het is belangrijk om tijd te besteden aan trainingsoefeningen die het paard niet alleen kan doen in de wei.’

4. Terugrijden doe je met je stem en zit

‘Vaak zie je dat ruiters duidelijk teveel hand gebruiken om gas terug te nemen. Maar terugrijden doe je voornamelijk met je stem en zit. Voorwaarts rijden - dus energie verkrijgen - begint met het ontspannen van de hand zodat het paard in de nek/hoofdhouding meer opent en zo ruimte krijgt in de schouders (zoals je op de fiets eerst de rem moet loslaten voordat je kan gaan trappen).’

‘De afstemming tussen voorwaartse en remmende hulpen is erg belangrijk en komt heel nauw. Denk er maar eens aan wat er gebeurt als je je gewicht naar voren verplaatst en dan teveel tegenhoudt aan de voorkant: dan krijg je een kort en strak paard.’

5. Probeer niet te hard te werken voor die 8 of 9

‘Natuurlijk doe je je uiterste best als je een dressuurproef rijdt. Maar overvraag je paard niet. Ga je een oefening in om een 8 of een 9 te krijgen van de jury en doe je te hard je best, dan heb je voor je het weet een 2 te pakken in plaats van dat hoge cijfer.’

‘Ontspan! Neem wat het paard je aanbiedt en een klein beetje meer. Wees dankbaar en vraag minder. Veel paarden lopen Grand Prix op negen- of tienjarige leeftijd maar om een hoge score te lopen in de GP hebben ze tijd, volwassenheid, nodig.’

6. Beloon direct

‘Doet je paard iets goed, beloon dan meteen ‘“ klopje - en niet twee passen later. Belonen is zó belangrijk! Maar de timing van een beloning net zo goed. Je kunt je paard niet straffen als hij zijn best doet. Begrijpt hij je niet, zoek dan de fout bij jezelf. Herken wat goed gaat en wat niet goed gaat. Analyseer wat je fout doet en corrigeer.’

7. Ontspan

‘Tussen de oefeningen door moet er veel tijd zijn voor ontspanning. Dus stap je veel, en draaf je af en toe in een gewone, rustige draf waarbij je lichtrijdt. Die ontspannen stap en draf rijd je je paard lang en laag. Een training mag best intensief zijn, maar geef je paard de tijd om erover na te denken. De spanning moet er af en toe uit. Vergeet ook zelf niet gewoon te blijven uitademen.’

8. Wissels: beter te laat dan niet

‘Ook als je bezig bent met de wissels: accepteer dat het paard soms tijd nodig heeft om te reageren. Beter een te late wissel dan helemaal geen wissel. Springt je paard de wissel voordat je deze hebt gevraagd. Lach erom en ga door. Het is een luxe fout! Wees er blij mee, sommige fouten zijn leuk! Het is een teken dat het paard coöperatief probeert te zijn, straf hem hier nooit voor en probeer hem te helpen. Corrigeer hem opnieuw, maar straf hem alsjeblieft nooit.’

9. Wees nieuwsgierig

‘De lichaamstaal van de ruiter is voor elke oefening vergelijkbaar, maar niet hetzelfde van paard tot paard. Bij het ene paard werkt de ene hulp of oefening, bij het andere paard kan een hulp een ander effect hebben. De beenligging kan 5 centimeter meer terug liggen of 500 gram meer druk hebben etc etc. Pas je aan je paard aan, andersom is moeilijker. Wij worden geacht intelligent te zijn in het bedenken van oplossingen. Als een hulp niet het gewenste effect heeft, moet je iets anders uitvinden. Vandaag kan je paard goed reageren op een tikje op de schouder, morgen kan hij daarvan schrikken of er juist niet op reageren. Wees telkens weer nieuwsgierig naar een oplossing.’

10. Accepteer hoe je paard het ‘˜maximaal’ doet

‘Neem genoegen met hoe je paard het vandaag, op dit moment, doet. Ook al weet je dat het beter kan. Hij doet immers zijn best! Wat maakt je blij aan een oefening (bijvoorbeeld: was de reactie goed, het tempo, de controle, de aanleuning? Of waren ‘˜maar’ drie van de vier dingen naar je zin?) Wees tevreden met de dingen die goed gaan.’ Geniet van het rijden, geniet van het opleiden en maak plezier, wees lief en wees eerlijk. 

Informatie over Nuno’s lessen in Nederland: Eline van Koningsveld-Baerts, info@fitterdier.nl.