foto: Remco Veurink
foto: Remco Veurink Foto: Remco Veurink

Zeven tips voor een goede opwarming!

Dressuur
Advertisement
Het kan best spannend zijn om voor je aan je proef begint, te gaan losrijden. Zelfs op een goed georganiseerde wedstrijd, waar je voldoende plaats hebt, kan het lastig zijn om je paard goed op te warmen voor je de wedstrijdpiste inrijdt. En op wedstrijden waar alles minder goed geregeld is, kan het in de losrijring zelfs regelrechte chaos zijn. Maar hoe dan ook: je moet proberen om het beste te maken van je opwarming. Een goede opwarming is het halve werk, toch? De FEI geeft zeven tips om die opwarming goed aan te pakken!

1.  Rij thuis ook samen met andere paarden in de piste

Als je altijd thuis traint in je eentje, in een stille bak zonder afleidingen, zal het voor je paard erg moeilijk zijn om zich te concentreren in een bomvolle losrijring. Zelfs paarden die al jaren op wedstrijd gaan, kunnen er baat bij hebben om regelmatig ‘in groep’ te trainen. Raak vooral niet ontmoedigd als je paard rennerig of opgewonden wordt in de buurt van andere paarden. Zie het gewoon als een teken dat je dat meer moet doen.

2. Kom vroeg genoeg aan

Er is niets ergers dan laat op een wedstrijd te arriveren, je zadel op je paard te moeten gooien en dan naar de losrijring te moeten galopperen om daar even vijf minuten los te rijden. Het brengt je al niet in de juiste stemming, en het betekent ook dat je jezelf en je paard niet de best mogelijke kans geeft voor de wedstrijd. Hou er rekening mee dat je paard op de trailer krijgen al voor tijdverlies kan zorgen, en voorzie zeker voldoende reistijd. Ook voor het poetsen en opzadelen ter plaatse moet je voldoende tijd incalculeren. En om zeker te zijn, reken je daar het beste nog een half uur extra tijd bij.

3. Probeer uit te vissen wat je paard kan kalmeren

Sommige paarden moet je in de losrijring meteen goed aan het werk zetten: een actieve draf, stelling vragen en strekken. Enkel zo zullen ze zich helemaal op jou focussen en alle afleiding negeren. Andere paarden moeten dan weer een kwartier gewoon wandelen, voor je voorzichtig een drafje kan vragen zonder meteen de bak door te vliegen. Het kan ook zijn dat je je paard het beste even longeert voor je vertrekt, en andere paarden zijn het gelukkigste als ze bij aankomoest op wedstrijd gewoon een uur kunnen stilstaan en de omgeving in zich kunnen opnemen. Uitproberen is de boodschap, maar als je je paard een beetje kent, weet je vast wel ongeveer wat werkt en wat niet.

4. Warm op zoals je thuis zou doen

Als je gewoonlijk je paard losrijdt door met losse teugel te galopperen, doe dat dan op wedstrijd ook, als dat mogelijk is. De omoestandigheden zijn natuurlijk wat anders, dus je zal wat voorzichtiger moeten zijn. Maar doe gewoon wat je anders doet, met eventueel een paar kleine aanpassingen. Het kan handig zijn om thuis al een opwarmroutine te hebben, zodat je paard rustig wordt als hij of zij herkent wat je van hem vraagt. Probeer gewoon de andere ruiters niet te storen.

5. Hou rekening met elkaar

Het is belangrijk dat je de gewoontes in de losrijring in jouw regio kent. In veel landen hebben ruiters die op de linkerhand aan het rijden zijn, voorrang. Dat betekent dat wanneer je elkaar voorbijrijdt, jullie linkerschouders het dichtste bij elkaar zijn. Zelfs wanneer het makkelijker is om het te doen, rij niemand voorbij langs de rechterkant. Er zijn natuurlijk uitzonderingen. Als iemand voltes aan het rijden is, ga dan niet door hun cirkel rijden om ze langs de linkerkant te kunnen voorbijrijden. Als je aan het stappen bent, blijf dan op de binnenhoefslag, zodat ruiters die draven of galopperen je voorbij kunnen rijden. Hou ook altijd voldoende afstand van elkaar! En als je moet stilstaan om je jasje uit te trekken of iets te bespreken met je instructeur, doe dat dan buiten de losrijring. Als je gaat stilstaan in een hoekje, zou je wel eens een file kunnen veroorzaken. En, heel belangrijk: kijk voor je uit! Als je constant naar het hoofd van je paard kijkt, heb je meer kans om tegen iemand aan te rijden.

6. Doe niet al het werk in de losrijring

Veel ruiters zetten hun paard al stevig aan het werk in de losrijring: een goede dressuurtraining, of alvast meerdere hoge sprongen nemen. Het is belangrijk dat je paard goed reageert op je hulpen en voldoende opgewarmd is, maar je Je paard zal tijdens de opwarming niet ineens dingen bijleren die hij ervoor niet kende, dus je hoeft geen volledig parcours te springen of vijf keer je volledige dressuurproef te rijden in de losrijring.

7. Neem een paar minuten voor jezelf, voor je aan je proef begint

Neem je dressuurproef nog eens door in je hoofd en laat je paard eventjes buiten de wedstrijdpiste staan om de omgeving in zich op te nemen. Of kijk naar een paar springproeven en zorg dat je het parcours goed in je hoofd hebt. Neem een momentje om te (proberen) ontspannen, en zorg ervoor dat je met een positief gevoel de wedstrijdring ingaat, om de juryleden én de toeschouwers te imponeren! Bron: FEI Foto: Remco Veurink