Afbeelding
Foto: Remco Veurink

Welk ruwvoer geef ik mijn paard?

Verzorging Opvallend

Onder ruwvoer vallen officieel alle voeders met een vezellengte langer dan acht millimeter. Dat is misschien een beetje ouderwets, aangezien het onderscheid tussen ruw- en krachtvoer meer wordt gezocht in het energiegehalte. Tussen ruwvoeders onderling zijn er echter ook grote verschillen in energie- en voederwaarde, waardoor niet ieder ruwvoer voor ieder paard geschikt is. 

Advertisement

Rijk, rijker, rijkst: voorzichtigheid geboden bij alle paarden!

Vers gras in een jong groeistadium en hooi en kuil gewonnen van gras in hetzelfde stadium zijn het rijkst aan energie (suiker). In verhouding bevat het gras dan erg veel blad en weinig stengel. Wanneer het raaigras betreft, is het eiwitgehalte ook nog eens hoog; andere grassoorten zijn in een jong stadium iets minder energie- en eiwitrijk. Om bovenstaande redenen moet je altijd voorzichtig omgaan met zeer rijk ruwvoer. Geen enkel paard is hierop berekend; het spijsverteringssysteem kan behoorlijk over zijn toeren raken, diarree kan ontstaan en bovendien wordt een paard op dit ruwvoer snel te dik. 

Gemiddeld: geschikt voor alle paarden 

Goed ruwvoer voor paarden wordt gewonnen van gras is een later groeistadium, zodat het gras meer stengel bevat en daardoor meer structuur en minder suiker. Het eiwitgehalte is grotendeels afhankelijk van de bemesting; ruwvoer voor paarden wordt daardoor bij voorkeur maar matig bemest. Dit type ruwvoer is in principe geschikt voor ieder paard, hoewel een dik paard wat minder zou moeten krijgen dan een mager paard. 

Arm, schraal ruwvoer

Hooi en kuilgras wat wordt gewonnen van uitgegroeid gras (waar je de zaadkoppen in ziet zitten) hebben een hoog aandeel stengel en dus veel structuur. Het energiegehalte is dus veel lager. Hetzelfde geldt voor stro, wat gemaakt wordt van uitgroeide graanplanten, zoals tarwe of gerst, en graszaadhooi (= altijd ‘uitgebloeid’ gras waaruit de graszaden zijn gewonnen). Een hoog aandeel stengel betekent dat het lastig is om alle lucht eruit te persen, daarom wordt ‘oud’ gras meestal niet ingekuild, maar gehooid. Arm ruwvoer is geschikt voor alle paarden, en vooral voor paarden met overgewicht. Stro kan vanwege de slechte verteerbaarheid beter niet als enig ruwvoer worden gebruikt. 

Tussen hooi en kuilgras zit minder verschil in energiegehalte dan vaak wordt gedacht. Ter vergelijking: het nieuwe CVB Tabellenboek geeft een gemiddelde EWpa van 0,67 per kg DS voor middelfijn kuilgras en voor middelfijn hooi 0,63 EWpa per kg DS. Het verschil tussen hooi en kuil ontstaat vaak door verschillen in oogsttijd en bemesting. 

Bron: De Hoefslag