Afbeelding

West Nijl Virus

Welzijn Opvallend

Het was in New York, in de nazomer van 1999. Onverwacht stierven vele exotische vogels in de dierentuin van de ‘Bronx Zoo’. In dezelfde tijd vielen ook de wilde kraaien massaal dood uit de bomen. Opvallend was, dat er in deze omgeving ook een duidelijke toename te zien was in het aantal paarden met hersen(vlies)ontsteking. En enkele bejaarde mensen kwamen te overlijden als gevolg van hersen(vlies)ontsteking. Het was de dierenarts van de ‘Bronx Zoo’ die het eerst aan de bel trok.

Advertisement

Eerst in Amerika

Deze dierentuindierenarts vermoedde dat hier een verband was tussen de verschillende gebeurtenissen en dat ze werden veroorzaakt door één en dezelfde ziekteverwekker. Uiteindelijk werd na laboratoriumonderzoek de boosdoener geïsoleerd en geïdentificeerd: het West Nijl Virus. Het West Nijl Virus werd toen voor het eerst gevonden op het Amerikaanse continent. Mogelijkerwijs werd het virus van Afrika naar Amerika overgebracht door een geïnfecteerde mug of vogel. In 5 jaar tijd (van 1999 tot 2005) heeft het virus zich van New York, van oost- naar westkust, over de gehele Verenigoede Staten verspreid. Dit ging gepaard met vele ziektegevallen en zelfs sterfgevallen onder mens en paard.

Bedreiging?

Het West Nijl Virus (WNV) is de veroorzaker van een ernstige neurologische aandoening bij paarden die kan leiden tot sterfte. Ook mensen kunnen geïnfecteerd raken, want de ziekte is een zogeheten zoönose: een besmettelijke ziekte die van dier op mens kan worden overgedragen. Bij dit virus gaat de overdracht via insecten. Vogels raken het makkelijkst geïnfecteerd: zij vormen het virus reservoir. Het virus vermeerdert zich in de vogel en van hieruit wordt het weer verder verspreid. Insecten dragen het over van vogel op vogel, of op paard of mens. De vraag is nu: vormt het WNV een bedreiging voor onze paarden en onszelf, zoals het in 1999 in de Verenigde Staten is gegaan?

West Nijl Virus

Het virus werd voor het eerst bij een vrouw ontdekt, in 1937 in de provincie ‘West Nijl’ van het Afrikaanse land Oeganda. Hier heeft het virus zijn naam gekregen. Het virus is een arbovirus (arthropod-borne). Dit betekent dat het virus wordt overgedragen door insecten. Het behoort tot de groep van de Flavivirussen (flavus is het Latijnse woord voor geel).  De veroorzaker van de veel in Afrika voorkomende Gele koorts behoort bijvoorbeeld tot deze groep. Maar ook de veroorzaker van bijvoorbeeld Dengue fever of Knokkelkoorts is een zusje van het WNV. Sinds 1937 zijn er talloze uitbraken geweest in de hele wereld, zoals Afrika, Azië, Midden-Oosten, Rusland, Verenigoede staten en zelfs in europa, zoals bijvoorbeeld in 2008 in Noord-Italië, Oostenrijk en Hongarije. Dit komt dus al aardig in de buurt van Nederland.

Verspreiding

Het WNV is niet erg kieskeurig en kan zich door veel verschillende soorten insecten laten verspreiden. Van alle zes in Nederland voorkomende muggensoorten weet men dat deze het virus zouden kunnen overdragen. Bij een voldoende warme omgevingstemperatuur kan het virus zich in de mug vermeerderen. De muggen kunnen ook met virus besmette eieren produceren, zodat het een koude winterperiode overleeft. De besmette mug gaat op zoek naar een slachtoffer. Bij het vinden van een slachtoffer blijft de mug net zo lang door de huid heen steken, totdat hij met zijn snuit in een kleine bloedcapillair zit en hier gaat hij zuigen. 

Spreeuwen

In het speeksel van de mug zit een anti-bloedstollingsmiddel, zodat het bloed niet stolt tijdens de bloedmaaltijd. Op deze manier komt het virus uit de speekselklieren vrij in de bloedcirculatie van mens of dier. Wordt er bijvoorbeeld een vogel met WNV besmet dan kan het virus zich vervolgens makkelijk vermeerderen. De vogel raakt tjokvol met virus en vormt zo de nieuwe besmettingsbron voor andere stekende muggen. De Amerikaanse kraai is bijvoorbeeld de meest met WNV besmette vogel in Amerika. Net zo min als onze eigen zwarte kraai, is ook de Amerikaanse kraai geen trekvogel. Deze vogel zal het virus niet naar Europa verspreiden. Miljoenen spreeuwen daarentegen, vliegen jaarlijks wel over en weer van het Amerikaanse naar het Europese continent. Het zou dus zomaar kunnen dat deze vogelsoort het WNV wel een keertje meebrengt.

Infectie

Na de beet van de besmette mug treedt er een laaggradige viraemie op: een bloedbesmetting met een kleine hoeveelheid virus. Het virus vermeerdert zich in de lymfeklieren van paard of mens, waarna het door de bloed-hersenbarrière dringt. Dit is de scheiding tussen de bloedsomloop en de hersenen. Eenmaal door de bloed-hersenbarrière bereikt het virus de zenuwcellen van het centrale zenuwstelsel. Hier veroorzaakt het een ontstekingsreactie met schade aan de zenuwcellen en zenuwbanen. 

Uiteenlopende verschijnselen

Het virus kan erg uiteenlopende verschijnselen veroorzaken afhankelijk van de plaats waar het centrale zenuwstelsel is aangetast. Bij paarden treedt er een viraemie op in drie tot vijf dagen na besmetting door de mug. Door de kleine hoeveelheid virus in het bloed is dit paard niet opnieuw een besmettingsbron voor stekende muggen. Het paard zowel als de mens is eindgastheer van het virus, ook wel ‘dead-end-host’ genoemd. De verspreiding gaat nu dus niet verder, maar loopt dood. De ziekteverschijnselen ziet men zeven tot tien dagen na besmetting (incubatietijd) en kunnen erg ingrijpend zijn. Dit kan variëren van milde koorts tot ernstige neurologische verschijnselen.

Ziekteverloop

Ongeveer tien procent van de WNV-geïnfecteerde paarden laat ziekteverschijnselen zien. Dit is dus het topje van de ijsberg. Aan het overgrote deel van de WNV geïnfecteerde paarden merk je weinig tot niets. Zeventig procent van alle zieke paarden zal het na een week al weer langzaam beter gaan doen. Uiteindelijk zal het overgrote deel in een periode van een tot zes maanden helemaal genezen zijn. Bij de overige dertig procent van de zieke paarden zullen de ziekteverschijnselen verergeren. Ze krijgen ernstige verlammingsverschijnselen en sterven. Het ziekteverloop bij mensen is iets gunstiger dan bij het paard. Bij de mens zien we dat twintig procent van de geïnfecteerde mensen ziekteverschijnselen heeft. Vaak is dit een voorbijgaande periode van koorts. Oudere mensen of mensen met een verminderde weerstand (ongeveer één procent) kunnen eventueel wel een hersenontsteking oplopen en mogelijk komen te overlijden.

Waarschijnlijkheidsdiagnose

Bij het zien van hersenverschijnselen bij een paard denken we niet gelijk aan het WNV. Het virus is nog nooit in Nederland geweest en het zal dus onwaarschijnlijk zijn het zomaar aan te treffen. Bij  hersenverschijnselen die bij meerdere paarden in de groep voorkomen, denken we dus eerder aan de neurologische vorm van rhinopneumonie (EHV-1). Daarnaast zijn er ook nog allerlei andere oorzaken van hersen(vlies)ontstekingen die eerder voor de hand liggen. Een mogelijke oorzaak is bijvoorbeeld botulisme dat veroorzaakt wordt door het eten van schimmelkuil of kadavers. Ook het eten van gazongras kan neurologische verschijnselen geven als gevolg van een Lolitrem-vergiftiging. Echter, vergeet het West Nijl Virus niet! Het staat als een paal boven water dat het virus eens in Nederland neer zal strijken.

Diagnose

De diagnose kan in het laboratorium gesteld worden door het aantonen van specifieke antistoffen tegen het WNV in het bloed van de patiënt. Ook kan de diagnose gesteld worden door het aantonen van het virus zelf in het hersenvocht. Is de diagnose gesteld, dan geldt er op dit moment een meldingsplicht voor deze ziekte. Dierenartsen zijn verplicht na vaststelling of bij vermoeden van bepaalde infectieziekten deze te melden. In Nederland zijn 42 infectieziekten meldingsplichtig. Het WNV is ingedeeld in de subgroep C van de meldingsplichtige ziekten. Q-koorts hoort bijvoorbeeld ook in deze groep C. Dit betekent dat er niet gelijk dwingende maatregelen zullen worden opgelegd. Op vrijwillige basis kan men maatregelen nemen en adviezen opvolgen om besmettingsgevaar te voorkomen. Mocht de volksgezondheid in gevaar komen, dan kan de minister, zoals gebeurt bij de Q-koorts, de maatregelen ten aller tijde aanscherpen.

Behandeling

Er is geen geneesmiddel tegen WNV. De behandeling van het zieke paard zal bestaan uit het verplegen en medisch ondersteunen, zoals het geven van pijnstilling en extra vocht door middel van een infuus en het takelen van het paard om het in de benen te krijgen.

Preventie

Voor het paard is er een goed werkend vaccin beschikbaar tegen het WNV. Deze kan toegediend worden vanaf  de leeftijd van zes maanden. Voor de basis moet de eerste vaccinatie na vier weken worden herhaald. Voor een blijvende bescherming dient deze ieder jaar te worden herhaald. De WNV vaccinatie is goed te combineren met de vaccinatie influenza/tetanus. In de Verenigde Staten en Canada is er een ruime ervaring met dit vaccin en ziet men zelden bijwerkingen. Voor de mens daarentegen, is nog geen vaccin geregistreerd. Voor de volksgezondheid zijn we dus afhankelijk van andere preventieve maatregelen. Dit komt neer op het voorkomen van insectenbeten en het bestrijden van insecten. Insecten leggen hun eieren in een natte omgeving. Voorkom het ontstaan van stilstaand water, in dakgoten, plassen en poeltjes rond het huis. Wees alert op grote aantallen stervende vogels en plotseling overlijdende paarden: laat deze onderzoeken op WNV.

Conclusie

Het West Nijl Virus vormt op dit moment geen bedreiging waar we van in paniek zouden moeten raken. Daar tegenover staat dat het wel een virusziekte is die plotseling, net als in het Amerikaanse voorbeeld, letterlijk uit de lucht kan komen vallen. Het is een infectieziekte die zich makkelijk verspreid. Zeker met de huidige reiscultuur, waar het reizen rond de wereld de normaalste zaak is. Daarbij zorgt een afnemend gebruik van landbouwgif voor een toename van de aantallen insecten. Dit werkt ook een snelle verspreiding in de hand. Zowel bij paard als mens heeft een opgelopen WNV infectie onder enkelen desastreuze gevolgen. Dus: wees alert! Voor degenen die geen risico willen lopen is het vaccineren een erg goede oplossing.

Symptomen

Milde koorts van 38.6-39.4 graden Celsius. Niet eten en sloom zijn. Overgevoeligheid. Afwijkend gedrag: in Amerika zag men bijvoorbeeld de paarden die normaal rustig zijn, worden nu agressief en omgekeerd worden etterbakken opeens erg makkelijk. Koliekverschijnselen. Neurologische verschijnselen, zoals bijvoorbeeld spier- en/of huidtrillingen worden het meest gezien, maar ook een verminderde bewustzijn of een afwijkende gang of andere verlammingsverschijnselen.   

Tekst: Reinder Schuurmans