Afbeelding
Foto: Remco Veurink

Leverbot niet onderschatten

Algemeen
Advertisement
In het najaar treden nogal eens problemen op door leverbotinfecties bij (kleine) herkauwers. Ook over leverbot bij paarden krijgt de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) in deze periode veel vragen. Paarden hebben meer weerstand en zijn minder gevoelig voor leverbot dan bijvoorbeeld schapen, maar ook zij kunnen geïnfecteerd raken. Met name in gebieden waar leverbot veel voorkomt bij herkauwers, loopt de kans op een besmetting bij paarden ook op. Dit komt doordat het grasland vol zit met besmettelijke cysten (metacercariën), die het paard binnenkrijgt tijdens het grazen (weidegang). Leverbot wordt verspreid via een poelslakje en komt daardoor voor in gebieden met veel greppels en sloten. De besmetting met leverbot bij paarden kan worden onderschat, omdat er in de meeste gevallen weinig ziekteverschijnselen zichtbaar zijn. Verschijnselen die kunnen wijzen op leverbot bij paarden zijn en slechte algemene conditie, vermageren, slechte prestaties en een wisselende eetlust. Ook bloedonderzoek kan een aanwijzing geven: als er sprake is van bloedarmoede, verhoogoede leverwaardes of verhoogoede eosinofielen (soort witte bloedcellen), kan dat een indicatie zijn voor de aanwezigheid van leverbotten in het lichaam.
Diagnostiek
GD heeft een test voor onderzoek op leverboteieren, ook in de mest van paarden. Deze test geeft zeer specifiek het aantal leverboteieren per gram mest weer. Bij paarden komt het niet altijd tot ei-uitscheiding. Maar als een paard een vaag klinisch beeld vertoont, is een positief getest mestonderzoek wel een duidelijke aanwijzing. Ook voor een koppel paarden dat geweid wordt in een risicogebied kan het testen van een aantal dieren uit de groep een indicatie geven voor het risico dat deze groep als geheel loopt. Voor de test is circa 2vijfentwintig gram, liefst verse, mest nodig. Bron:  gdd Foto: Remco Veurink [adrotate group=”17”]